artikel> Nieuwe wind of nichebriesje?

Binnenkort in Leuven, nu al elders in Vlaanderen: windcoöperatieven

Volgende maand stelt schepen van Leefmilieu Mohamed Ridouani (sp.a) zijn plan voor om een windcoöperatieve op te richten in Leuven. Het concept heeft al ingang gevonden in diverse Vlaamse regio’s.

Naast zijn kandidatuur als burgemeester kondigde schepen voor Leefmilieu Mohamed Ridouani (sp.a) een coöperatieve voor hernieuwbare energie aan. Die publiek-private samenwerking heet “Energie voor Leuven” en gaat zonnepanelen op daken van burgers, bedrijven en stadsgebouwen plaatsen. Ook komt er een windmolenpark bij het industrieterrein van Haasrode.

“Gewone Leuvenaars kunnen een aandeel kopen. Zo vloeit er een deel van de winst naar de burger, die enorm betrokken is. Het is ongezien op deze schaal,” glundert Ridouani. (sr, yc)

Toen bekend werd gemaakt dat Ridouani lijsttrekker zou worden voor sp.a bij de volgende gemeenteraadsverkiezing, lanceerde de schepen meteen een idee voor een energiecoöperatieve. Die publiek-private samenwerking heet “Energie voor Leuven” en gaat zonnepanelen op daken van burgers, bedrijven en stadsgebouwen plaatsen. Om zijn doelstelling om de stad tegen 2030 klimaatneutraal te maken kracht bij te zetten, wil hij ook een reeks windmolens laten bouwen, waarschijnlijk op het industrieterrein in Haasrode. Burgers en bedrijven zouden in dit project kunnen participeren en er zo winst uithalen.

"Weinig mensen ontkennen dat er nood is aan hernieuwbare energie"

Kris Bachus, KU Leuven

Ridouani is niet de eerste met dit idee. De afgelopen jaren schoten windcoöperatieven in Vlaanderen als paddenstoelen uit de grond. Berten Ooms, consulent dienstverlening bij Limburg wind, een windcoöperatieve die 5500 aandeelhouders verenigt, legt uit hoe het systeem in elkaar zit: “Eigenlijk is de cvba Limburg wind er één zonder rechtstreekse werknemers of bezittingen. Het is een manier om coöperatief kapitaal te verzamelen en in lening te geven aan nv’s die in windmolens investeren en ze uitbaten. Onze investeerders krijgen hiervoor een dividend terug dat vanwege fiscale redenen maximum 6% is.”

Draagvlak

Deze manier van investeren heeft volgens Kris Bachus van de onderzoeksgroep duurzame ontwikkeling van het HIVA (KU Leuven) enkele belangrijke voordelen. “Je creëert er meer maatschappelijk draagvlak mee. De maatschappij heeft meer nood aan hernieuwbare energie. Weinig mensen ontkennen dit, maar vaak hanteren ze toch het NIMBY (not in my backyard, red.) principe. Men reageert wel positief op groene energie, maar protesteert toch tegen nieuwe windmolens in de buurt vanwege geluidshinder of het uitzicht. Via een coöperatieve maak je mensen meer betrokken bij die windmolens, waardoor ze dit vlugger zullen accepteren.”

Dat draagvlak zorgt er zelfs voor dat klassieke energiebedrijven op de kar van de windcoöperatieven springen. Marijke Sas, bestuurder bij Cogreen, de coöperatieve van energieleverancier Electrabel verklaart: “Natuurlijk zien wij hier iets in. In 2016 gaan we weer nieuwe windparken openstellen voor investeerders. Het is een goede manier om omwonenden te betrekken. De buurtbewoners hebben daarmee het gevoel dat de windmolens een beetje van hen zijn. Zo bouwen wij samen met onze klanten mee aan een groene economie.”

“Juist omdat wij inspelen op dat lokaal draagvlak, kiezen wij er wel voor om enkel directe omwonenden van die windmolenparken te laten participeren," gaat Sas verder. "Niet alle coöperatieven doen dit. Limburg wind staat bijvoorbeeld open voor alle mogelijke investeerders.”

"Natuurlijk zijn er ook nadelen verbonden aan coöperatieven"

Kris Bachus, KU Leuven

“Natuurlijk zijn er ook nadelen verbonden aan die coöperatieven,” aldus Bachus, “anders zou iedereen er meteen instappen. Coöperatieven hanteren striktere regels naar klanten toe: je kan maar een beperkt aantal aandelen kopen en als je energieklant wil worden, ben je vaak verplicht een aandeel te kopen.”

Iedereen aan de windmolen?

Windcoöperatieven kennen dus een steile opgang en ook de publieke sector probeert hier een rol in te spelen. “Wij werken al met een aantal steden,” aldus Sas. “Het Greensky-project is bijvoorbeeld een partnerschap tussen Electrabel, de stad Sint-Truiden en nog een aantal partners, waarin wij samen een groot windpark langs de E40 bouwen. Wij zien het dus als een voordeel om met hen samen te werken.”

Ook Limburg wind heeft een publieke insteek: “De oprichters zijn een intercommunale van Limburgse gemeenten,” verklaart Ooms. “Zij zijn ook de grootste aandeelhouders. Onze B-aandeelhouders, de privépersonen of bedrijven dus, kunnen enkel een beperkt aantal aandelen kopen.”

Heeft binnenkort iedere wijk zijn eigen windcoöperatieve? ”Ik denk dat het duidelijk is dat het concept in opgang is,” aldus Bachus. “Ik verwacht dat ze zullen blijven doorgroeien. Desalniettemin is het voorlopig nog een niche in een grote markt die door klassieke bedrijven, vaak zelfs multinationals gedreven wordt. Zeggen dat de coöperaties het dominante model gaan doorbreken en een meerderheid gaan uitmaken, is wellicht een brug te ver.”

Powered by Labrador CMS