interview> Een interview met filosoof Anthony Kwame Appiah

'Alle Vlamingen kunnen zich Vlaams voelen, maar op welke grond?'

Kwame Anthony Appiah gaf op 23 november een lezing in het STUK. De filosoof haalt onze constructies van identiteit met kracht onderuit, maar geeft ons ook een allesomvattend alternatief in de plaats.

De dag na zijn lezing mocht Appiah de Spinozalens in handen nemen. Deze prijs, die uitgedeeld wordt op de verjaardag van de beroemde filosoof, bekroont denkers die belangrijke verdiensten leverden op het vlak van ethiek. Appiahs inzichten tonen de relevante rol die filosofie in onze samenleving speelt. Hij legt structuren en denkfouten rond identiteit bloot, en reikt tegelijkertijd een andere weg aan.

Identiteit is een jong concept, dat pas in het midden van de 20ste eeuw ontstond. Identiteit wordt opgebouwd uit een groot aantal aspecten, die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben. Identiteit is afhankelijk van familie, maar ook van ras, geloofsovertuiging, gender en zo veel meer.

In zijn lezing vertelde professor Appiah dat een gedeelde cultuur, ras of Volksgeist geen echte bouwstenen van identiteit zijn. De ideeën zijn misschien aanlokkelijk, maar helaas gebaseerd op denkfouten.

Kwame Anthony Appiahs moeder komt uit Engeland, zijn vader uit Ghana. Hij gebruikt Ghana als voorbeeld om deze denkfouten bloot te leggen. Wat maakt dat Ghanezen zich Ghanees kunnen voelen? Er worden wel 80 verschillende talen gesproken. Ook is er een heel scala aan religies te vinden. En toch, ondanks al deze diversiteit, is er ruimte om een gedeeld idee te bezitten over wat men wil voor het land.

U stelt dat de bouwstenen van identiteit berusten op een foute redenering, kan u dat abstracte beeld uitleggen?

‘Eén van de belangrijkste componenten waar mensen een gemeenschappelijke identiteit uit willen halen, is ras. Nu, dat is een bijzonder gegeven. Een gegeven dat voor Europese denkers lang niet eens bestaan heeft.’
‘Zo geloofden voor het midden van de achttiende eeuw de meesten in het Bijbelse verhaal van Adam en Eva, en dus dat er maar één menselijk ras bestond, en dat iedereen dezelfde afkomst had. Maar naarmate men meer begon te reizen, begon men te beseffen wat voor een grote diversiteit het menselijke ras bezat. En dat was moeilijk te verklaren.’

‘Men begon ras, genetica en wetenschap onlosmakelijk te verbinden. Dat is natuurlijk fout gebleken. Er is geen enkel genetisch argument dat ras tot een aspect van identiteit kan verheffen. Het enige gemeenschappelijke zijn bepaalde uiterlijke kenmerken, maar daar stopt het.’

'Europa kon perfect zijn plan trekken zonder de notie ras, dan zou het dat nu ook moeten kunnen.'

Droomt u dan van een wereld waar het concept ras niet meer bestaat?
‘Het is mogelijk om je een wereld voor te stellen zonder verschillende rassen, net omdat er geen echte componenten het concept opbouwen. Maar ik kan me ook voorstellen dat bijvoorbeeld een zwarte man, die veel heeft moeten doorstaan en lang heeft moeten vechten voor zijn rechten, het idee van een post-raciale samenleving niet meteen aangenaam vindt.’
'In elk geval, Europa kon perfect zijn plan trekken zonder de notie ras, dan zou het dat nu ook moeten kunnen.'

Inderdaad, identiteit kan ook emanciperend werken. Zo stelt het holebi-verenigingen in staat om zich te groeperen en op te staan voor hun rechten. Maar hetzelfde kan gezegd worden voor feministen, black-minds-matteractivisten. Zou dat positieve aspect van identiteit dan niet wegvallen in die toekomstige samenleving?
'Inderdaad, er kunnen ook positieve ervaringen verbonden zijn aan je identiteit, maar dat maakt de fundamenten van die identiteit niet minder vals.'

‘Wanneer ik jouw leeftijd had, sloot ik me aan bij een groep die zich wilde inzetten voor vrouwen aan de universiteit. Ik was een tijdje de enige man in die groep. Maar op een bepaald moment leek het alsof ik in de weg zat. Deze vrouwen wilden met elkaar praten over hun vrouw-zijn, en daar kon ik niet bij horen. Mijn aanwezigheid, als man, irriteerde hen.’

‘Dus stopte ik te gaan, omdat het toen niet nuttig was voor een man om aan die gesprekken deel te nemen. Maar ik denk dat we, in een wereld die seksisme achter zich heeft gelaten, dat wel zouden kunnen. Dat er nog steeds groepen over vrouw-zijn zouden kunnen bestaan, maar dat iedereen daaraan zou kunnen deelnemen. Net omdat iedereen de vrouw als mens volledig serieus zou nemen. En dan zou de aanwezigheid van een vriendelijke man, die ook om de problematiek geeft, niet meer als bedreigend worden ervaren.’

Maar u sprak tot nu toe vooral over het verdelende karakter dat verschillende identiteiten in zich dragen, is er ook een bindend aspect?
‘Ja. Wanneer je een bepaalde identiteit aangemeten krijgt, kan er ook een soort solidariteit ontstaan tussen jou en degene die die identiteit met je deelt. Maar ook dat is een vorm van solidariteit gebaseerd op denkfouten. Alle Vlamingen kunnen zich Vlaams voelen, maar op welke grond? Jullie kennen elkaar niet, jullie kunnen niets wezenlijks gemeenschappelijk hebben.’

We kunnen toch een bepaalde ‘Vlaamse cultuur’ gemeenschappelijk hebben?
‘Wel, er zijn verschillende noties van cultuur. Er is de notie van cultuur in de vorm van literatuur, de schone kunsten en dergerlijke. Cultuur als in ‘hoge cultuur’. Tijdens de romantiek ontstond de idee dat het de taal is, en dan in het bijzonder de literaire taal, die een volksidentiteit onderbouwt. Dat is uiteraard een aanlokkelijk idee, maar het is volledig fout. Ten eerste is het een vrij bourgeois idee. De gemiddelde Duitser las toen geen Goethe. Hij bouwde zijn Duits-zijn ook niet op rond Goethe.’

‘Daarnaast reikt hoge cultuur over landgrenzen. Shakespeares grootste toneelstuk gaat over een Deen. De vorm van zijn sonnetten keek hij af van de Italiaan Petrarca. Hölderlin was uitzonderlijk begaan met het Griekse gedachtegoed.’

‘Op welke grond voelen alle Vlamingen zich Vlaams? Jullie kennen elkaar niet, jullie kunnen niets wezenlijks gemeenschappelijk hebben’

‘Je kan hoogstwaarschijnlijk wel een volk samen krijgen, maar waarschijnlijk niet rond een roman of een gedicht. We hebben niet gewoon een Hawthorne of Twain nodig. Eigenlijk is er zelfs geen gedeelde taal nodig. Zwitserland is de oudste republiek van Europa, en zij doen het best goed.' (lacht)‘Maar je moet wél willen spreken met elkaar. En nu komen we bij wat ik denk dat mensen echt samen moet binden: gedeelde ideeën, gedeelde projecten. Ik denk dat, als politici het juist aanpakken, ze mensen kunnen verbinden om zich samen achter projecten te scharen.’

Dat klinkt helaas als het tegenovergestelde van de huidige politieke situatie. Er is geen één overkoepelend ‘wij’ te horen bij Trump, Marine Le Pen, Farage en zoveel anderen.

‘Wel, deze rechtse populisten scharen zich wel achter een bepaald idee van welzijn voor een groep. Zo geven ze bijvoorbeeld wel om werkloosheid en dergelijke, dit is gewoon duidelijk afgebakend voor een in-group.’‘Het kan helaas dubbel ten koste gaan van degenen die daarbuiten vallen. Enerzijds binnen de natie zelf: in de Verenigde Staten van Trump zijn dat zij die geen witte, christelijke Amerikanen zijn. En anderzijds vallen ook andere landen daarbuiten. Maar ze geven dus wel om een bepaald idee van ‘wij’, het is gewoon een ‘wij’ dat ten koste van ‘zij’ wordt gezet.’

Maar kan dat soort redenering dan niet succesvol werken voor die kleine groep?

'Nee, want ze vechten voor een denkbeeldige eenheid. In de Verenigde Staten zijn er 20-en-nog-wat procent mensen met Latijns-Amerikaanse achtergrond, twaalf procent Afro-Amerikanen, deze mensen gaan nergens naartoe. Denk aan de leidende partij in India, zij menen dat enkel Hindutva, een zogezegde eenheid van taal, religie en cultuur de natie bijeen kan brengen.Dat zijn allemaal zoektochten naar eenheid in een globale wereld. Maar dat soort politieke ideeën hebben nog nooit enig resultaat op lange termijn getoond.

U pleit voor een ‘wij’ dat verbonden wordt door één ding: mens-zijn. Maar als het al zo moeilijk is om een ‘wij’ op nationale schaal te creëren, is het dan wel mogelijk om ooit een globaal ‘wij’ te creëren?

‘Mensen kunnen zich wel met elkaar identificeren op een hoger niveau. Mensen kunnen elkaar dus niet kennen en eigenlijk niets met elkaar te maken hebben maar zich tóch achter hetzelfde doel scharen. Maar denk aan Europa. De benaming Europeaan, als een persoon met de Europese identiteit, werd voor de eerste keer opgeschreven in 754, om Europeanen met moslims te contrasteren. Het is gewoon gemakkelijker om een eenheid te vormen als die tegenover een externe groep staat. Een ‘wij’ dat slechts vorm krijgt net door het concept van ‘zij’.’‘En dat is dus de grote vraag, of een gedeelde identiteit op het niveau van de mensheid wel mogelijk is. Want tegenover de mensheid staat geen ‘zij’. Toch niet zolang de aliens niet arriveren. Je zou misschien kunnen denken dat het nog het beste zou zijn voor de solidariteit onder mensen: dat de aliens eindelijk zouden komen opdagen. Dan kunnen we misschien samen gemeen tegen hen doen.' (lacht)

‘Dat is dus de grote vraag: of een gedeelde identiteit op het niveau van de mensheid wel mogelijk is’

‘Maar ik denk dat het niet per se levende wezens moeten zijn. Ik denk dat we ook eenheid kunnen vinden in het gevecht tegen externe bedreigingen. En momenteel staan er zoveel globale dreigingen voor de deur. Denk aan pandemieën, denk aan de opwarming van de aarde. Als we niet als menselijk ras ten onder willen gaan, moeten we samen een eenheid vormen.’

Momenteel is er, te danken aan de Wereldgezondheidsorganisatie, wel een redelijk globaal beleid om mogelijke pandemieën te bestrijden, maar het globale klimaatsbeleid laat nog te wensen over.
‘Dat is misschien zo omdat mensen nog niet het directe effect ervaren van de situatie. Maar 2016 is wel het warmste jaar dat in de geschiedenis werd opgetekend. Dat heeft nu al enorme gevolgen, inclusief voor jouw Nederlandse buren. Denk aan het waterniveau, hele landen gaan verdwijnen.’

‘Deze dreiging dwingt ons om onze échte gedeelde identiteit te ontdekken: onze identiteit als mens tussen de mens.’

Powered by Labrador CMS