splinter> Splinter

Zwijgen of roepen?

Studenten spelen nog nauwelijks een rol in het maatschappelijk debat en zijn op een politiek dieet. Wie of wat redt ons van de maatschappelijke irrelevantie?

Gepubliceerd

De splinter bevat de mening van de auteur. Ze bevat niet de mening van de redactie.

In 1968 wordt het rectoraat bestormd en houden studenten volksvergaderingen in de Alma. Begin jaren 70 voeren studenten actie tegen de staatsgreep van Auguste Pinochet in Chili.

Een dikke twintig jaar later vindt in Brussel de Witte Mars plaats, waar naar aanleiding van de zaak-Dutroux 300 000 burgers op straat komen, protesterend tegen een falend justitie- en politieapparaat.

De Psychologische Kring in Leuven protesteert niet mee. “Voor ons kan geen enkel politiek engagement door de beugel, dus ook geen Witte Mars,” verklaart de preses. Met 23 tegen 3 stemmen wordt zijn standpunt door de Kringraad bijgetreden. Het collectieve, politieke engagement van de soixante-huitards was na een kleine dertig jaar al op sterven na dood. Witte Mars of niet.

Studenten zijn geen lege wezens. Ze bouwen waterputten in Mozambique, helpen kinderen met huiswerk dichter bij huis of worden cudi-verantwoordelijke van hun studentenkring.

Studenten zijn wél compleet apolitiek en spreken zich collectief niet meer maatschappelijk uit. Is het apolitieke karakter van de studenten een probleem? Zo ja, waar is het misgegaan?

Hoe beïnvloed je het maatschappelijk debat? Door eraan deel te nemen. Het apolitieke karakter van de hedendaagse student belet deze betrokkenheid en reduceert onze invloed. Deze laat-maar-waaien-attitude heeft ook reële politieke gevolgen. Zwijgen is toestemmen.

Dat de politiek-maatschappelijke stem van de student vandaag de dag niet per se moet gaan over problemen in ontwikkelingslanden, daar kan ik mee leven. Maar dat we als collectief niet steigeren als we te horen krijgen dat we bij een van de slechtste landen horen als het op onderwijsgelijkheid aankomt? Of dat we minder dan twee procent van ons bbp uitgeven aan hoger onderwijs?

Waar is het misgegaan? Hyperindividualisering is een verklarende factor, maar is lang niet het enige probleem. De gevolgen van een geforceerd consensusbeleid tussen studenten(kringen) is evenzeer de boosdoener.

In 1984 scheuren zeven faculteiten, onder leiding van Ekonomika, zich af van de toenmalige studentenkoepel ASR, omdat die zich te ‘politiek’ gedraagt en zich onder meer uitspreekt tegen het plaatsen van Amerikaanse kruisraketten in België. De zeven dissidente faculteiten stichten een eigen apolitieke studentenkoepel, KrUL. Als compromis wordt dan maar de apolitieke Leuvense Overkoepelende KringOrganisatie (LOKO) gesticht. Zelfs de expliciete verwijzing naar de democratisering van de samenleving verdwijnt.

Ongetwijfeld: spreken als één blok heeft meer impact dan een versplinterde en gedifferentieerde opiniestortvloed. Maar wordt het kind dan niet met het badwater weggegooid? De drang naar een geforceerde consensus tussen kringen en studentenorganisaties verhindert een maatschappelijke mening tout court.

We kunnen teruggrijpen naar de kleinste eenheden. Als een collectieve mening op Vlaams, universitair of Leuvens vlak niet lukt, dan moeten de kringen, de clubs of studentenorganisaties het zelf doen. Zoeken naar een compromis kan, maar als bepaalde kringen zich niet bekommeren om de democratisering van ons (hoger) onderwijs, moeten degene die zich wél willen uitspreken dat vooral doen.

Non possumus non loqui, ‘we mogen niet meer zwijgen’. Zo sloot Roger Dillemans, ererector aan deze universiteit, zijn toespraken graag af. Niet meer zwijgen? We moet róépen, verdorie.

Powered by Labrador CMS