OPINIE JOOST KLEIN

Waarom Charles Michel moet leren hakken van Joost Klein

Uit de banner op het Europees Parlement blijkt al een basis van het hakken

Om een Europees identiteitsgevoel te stimuleren, is meer nodig dan grote prestigeprojecten. Europese beleidsmakers kunnen veel leren van de hakkende Joost Klein en het historische concept van banaal nationalisme, vindt Pieterjan Douchy.

Gepubliceerd

De Europese Unie wil haar burgers een Europees identiteitsgevoel aansmeren. Met een groots PR-apparaat investeert ze miljoenen in projecten zoals de Erasmusuitwisselingen en het Huis van de Europese Geschiedenis, een museum in Brussel dat de geschiedenis van Europa in het spotlights probeert te zetten. 

Maar denkt een student na zijn Erasmuservaring altijd meer in termen van Europa? En heeft dat museum over Europese geschiedenis ook de wereld van de student of Jan met de Pet bereikt? Waarschijnlijk niet. Wat verbindt ons wel?

Europese PR

Ongetwijfeld kent zowat iedere Nederlandstalige student straks de nieuwe hit van Joost Klein. Met Europapa wil Joost 'twelve points from Belgium' tijdens het Eurovisiesongfestival binnenhalen. Europapa praat ons – of de zanger dat nu wil of niet – een Europees identiteitsgevoel aan. 

'Welkom in Europa, blijf hier tot ik doodga', zingt Joost voor vier Europese vlaggen. Die zin is niet zo vanzelfsprekend als hij lijkt. Via een meeslepende beat en een potentieel Tiktokdansje erbovenop, slaagt de zanger er moeiteloos in om ons enkele patriottistische leuzen te laten meezingen. Zelfs al voelt dat niet zo aan. 

Joost Klein doet meer voor het Europese gevoel dan Charles Michel

Dat maakt het lied zo geniaal. In tegenstelling tot een officieel museum over Europese geschiedenis, is de patriottistische boodschap achter Europapa veel minder expliciet. 

Vragen over de pro-Europese ideologie van Joost zijn al voldoende behandeld op sociale media en bij VRT NWS. Interessanter is de vraag of de EU ook iets kan leren van de rapper.

Banaal nationalisme

Europapa is - in tegenstelling tot het museum - een voorbeeld van banaal nationalisme. Die term werd al in 1995 uitgedacht door Michael Billing en wijst op kleine, schijnbaar vanzelfsprekende zaken die ons identiteitsgevoel versterken. 

In Vlaanderen gebeurde dat eerder met de introductie van de term 'Bekende Vlaming' en programma's over het 'Vlaamse lied' bij onder andere VTM

'VTM heeft meer gedaan voor de Vlaamse zaak dan alle IJzerbedevaarten samen', zei columnist Bert Kruismans daarover ooit in De Standaard. Hetzelfde geldt met enige overdrijving voor Joost. 

Joost Klein doet meer voor het Europese gevoel dan Charles Michel (voorzitter van de Europese Raad) en alle projecten van de Europese Unie samen. Een beetje gênant, toch? Met Europapa weet de artiest wel een groot publiek te veroveren, in tegenstelling tot het museum. En dat doet hij impliciet.

Dat schept vraagtekens bij de uitgaven van de EU. Kan ze ongegeneerd geld blijven spenderen aan dure projecten, zoals het Huis van Europese Geschiedenis, als Joost heeft aangetoond dat die projecten verbleken bij een goede beat? En mag een overheid überhaupt uw belastinggeld spenderen aan een eigen opsmukcampagne?

Die vragen stellen, is ze beantwoorden. 'Welkom in Europa, jongen!' Tijd om al die dure projecten voor Europese identiteit te herdenken. Of beter: tijd om te leren hakken, meneer Michel!

Powered by Labrador CMS