EDITORIAAL MASTER BASISONDERWIJS
Universiteitspolitiek ten koste van ons onderwijs?
De master basisonderwijs voelt gehaast en ongewenst aan. Ze wordt bovendien al snel de spil van universiteitspolitieke spelletjes. 'Met een nieuwe masteropleiding moet je pas afkomen als je zeker bent van de meerwaarde ervan', vindt hoofdredacteur Kasper Nollet.
Het wordt een verkiezingsthema bij uitstek, de kranten staan er haast wekelijks bol van: het lerarentekort. De problematiek is prangend en bovendien structureel: ze noopt ons tot ambitieuze oplossingen.
Ook het basisonderwijs voelt de tekorten: vaak is ze het vergeten kindje in de klas van het Vlaamse onderwijsbeleid. Gelukkig kwam onderwijsminister Ben Weyts – met de KU Leuven als grote supporter onder de arm – met de oplossing der oplossingen op de proppen: een master in het basisonderwijs.
En daar valt zeker wat voor te zeggen. Met een beetje geluk zorgt zo’n master voor een meer diverse samenstelling van de lerarenkamer. Verschillende profielen kunnen elkaar aanvullen, dat is mooi. Bovendien trekt zo’n master met een beetje geluk een type student aan dat anders nooit voor het basisonderwijs zou kiezen. Want blijkbaar moet een leerkracht met aanzien een masterdiploma hebben.
Met een beetje geluk. Want of een master je effectief tot een betere leerkracht in het basisonderwijs maakt, daar is eigenlijk niemand zeker van. Niets tegen professionalisering, maar aan een helder plan over de invulling van de opleiding is men nog niet eens begonnen. De akkoorden zijn echter al lang ondertekend.
Wie aan de tafel zit, maar het diploma niet uitreikt, is echter benadeeld als partner. Daar maken veel hogescholen zich zorgen over
Wie zal de master maken? Dat is waar het schoentje knelt. Hoewel de Vlaamse hogescholen al jaar en dag leerkrachten in het basisonderwijs leveren en alle expertise in huis hebben, zullen zij de master niet mogen uitreiken. Enkel universiteiten mogen masters uitdelen, en dat komt hen handig uit.
Wel mogen de hogescholen de master mee vormgeven, in 'co-creatie' met hun universitaire partners. Ze krijgen er zelfs een paar centjes voor. Wie aan de tafel zit, maar het diploma niet uitreikt, is echter benadeeld als partner. Daar maken veel hogescholen zich zorgen over, getuigen ze in deze krant. Het zullen niet hun masterstudenten worden, maar die van de universiteiten. Met de financiering vandien.
Men moet er trouwens eerst nog over eens geraken op welke plaatsen – het decreet laat maar vijf ‘vestigingen’ toe – de master zal worden aangeboden. Het universiteitspolitieke gesteggel kan beginnen.
De master voelt gehaast en ongewenst aan. Waarom niet eerst samenzitten met de partners op alle niveaus, en inspelen op de reële noden in de sector? Masters kunnen helpen, maar het ontbreekt het basisonderwijs nu vooral aan gewone mankracht en geactualiseerde eindtermen. Gooi daar anders eens wat extra financiering tegenaan.
Een overkoepelend plan is nodig voor het onderwijs. Met een nieuwe masteropleiding moet je pas afkomen als je zeker bent van de meerwaarde ervan. Laat onderweg de universiteitspolitieke spelletjes achterwege en stel de oplossingen in dienst van het onderwijs zelf. Ze snakt ernaar.
Kasper Nollet is hoofdredacteur van Veto. Het editoriaal wordt gedragen door de voltallige redactie.