tegenspraak> Twee stemmen gaan in debat over de veelgehoorde vraag naar 'dekolonisatie'

Tegenspraak: 'decolonizing the curriculum'?

Meer en meer klinkt de eis dat de curricula aan (Westerse) universiteiten wat aan de historisch gegroeide blanke en mannelijke focus van hun curricula moeten doen. Een debat waard.

De tegenspraak stelt twee meningen tegenover mekaar over een controversieel gegeven. Tegensprekelijke opiniejournalistiek, quoi...

Undivided: ontdek de wereld, verbreed de leerstof

Eva Sevrin, namens Undivided, het diversiteitsplatform aan de KU Leuven.

De slagzin van KU Leuven is al jaren ‘Ontdek jezelf. Begin bij de wereld.’ Een dekolonisatie van het curriculum neemt die zin serieus, en is een stap richting de verwezenlijking ervan. Vandaag hebben termen als globalisering en multiculturaliteit een dominante plaats in het maatschappelijke hebben en houden. Toch weerspiegelen onze syllabi deze realiteit allesbehalve. Het doel van een universiteit is kennis overdragen aan haar studenten. Toch is wat wij voorstellen als ‘kennis’ onderhevig aan machtsmechanismen. Wat bestudeerd en onderwezen wordt, is niet door een neutrale instantie voorgeschreven. Ergens maakte iemand keuzes, ergens schrapte iemand namen die hij niet kende of niet belangrijk vond.

Dekolonisatie is dus een kritische houding ten aanzien van wat we studeren. We moeten ons er bewust van worden dat onze denkkaders neutraal noch universeel zijn. Het is een verrijking om ook met andere kaders geconfronteerd te worden. Meer zelfs, als we onze huidige samenleving en onze positie in deze wereld écht willen begrijpen, dan hebben we nood aan meer kennis dan enkel een opgekuiste Westerse traditie. Alles wat daarbuiten valt, wordt momenteel in het beste geval als keuzevak aangeboden, terwijl het eigenlijk vervat zou moeten zijn in de algemene cursussen. Professoren maken denigrerende opmerkingen over hele werelddelen, zoals Afrika of Azië, zonder ooit nuancering te bieden. Dan moet je de keuzevakken overstijgen.

In 2017 verspreidde Lola Olufemi, student en women’s officer van de studentenraad aan de prestigieuze University of Cambridge, een open brief die door honderden aan de universiteit werd ondertekend. Olufemi’s vraag klonk zoals de onze. Cambridge nam haar stellingen ter harte, en gaat het curriculum uitbreiden en hun notie van kennis verbreden.

We ijveren dus niet voor een boekverbranding, maar voor een uitbreiding van kennis. Het is noodzakelijk dat studenten zichzelf en hun denkkaders in vraag kunnen stellen. Dat ze zichzelf in een complexe en globaliserende samenleving kunnen situeren zonder van een gratuite superieure positie te vertrekken. Dat is niet radicaal, maar een beginsel van wat een topuniversiteit zou moeten zijn.

Arthur Hendrikx: kwaliteit en merite, dat is wat telt

Arthur Hendrikx is student wijsbegeerte en letteren

De universiteit is als instituut te belangrijk om achterop te hinken op het vlak van diversiteit, maar wat ‘canon’ en leerstof betreft, is voorzichtigheid geboden. Kwalitatieve merites zijn de enige rechtvaardiging zijn voor iemands inclusie in het curriculum. Al jarenlang wordt in westerse universiteiten (en ook in Zuid-Afrika) geklaagd over de alomtegenwoordigheid van ‘dode blanke mannen’ in het curriculum. In poëzieklassen zul je Shakespeare, Keats, Whitman, Yeats en Auden krijgen; vrouwen en niet-blanken vertoeven grotendeels in de marge. In een multiculturele samenleving voelt dat voor velen aan als een misrepresentatie.

Toch is er een gevaar verbonden aan actieve diversifiëring. Je moet je immers de vraag stellen: welke zwarte theaterauteur houdt Shakespeare in de schaduw? Welke niet-blanke is door Kant vergeten geraakt? Denkers en auteurs mogen enkel op grond van de kwaliteit van hun werk tot het curriculum toegelaten worden, niet omdat ze een gemarginaliseerde groep (niet-blank, vrouwelijk, LQBTQ+) vertegenwoordigen. Dat zou immers een speciale behandeling betekenen en die fout mogen we niet maken: iedereen moet gelijk behandeld worden. Betekent dat dat de canon overwegend blank en mannelijk is, dan is dat zo. Dat heeft niets uitstaande met kolonialisme of conservatisme. Het volgt uit een preoccupatie met kwaliteit, zonder bekommerd te zijn om ras, gender en seksuele voorkeuren.

De prominentie van ‘dode blanke mannen’ in de letteren en de filosofie heeft overigens zijn spiegelbeeld in bijvoorbeeld de blues en de jazz, waar ‘dode zwarte mannen’ (een uitdrukking die ik nog nooit iemand heb horen bezigen) de dienst uitmaken: als je een canon van jazz-grootheden zou samenstellen, zou die bijna uitsluitend uit zwarte mannen bestaan. Het zou ridicuul zijn om uit hoofde van diversifiëring niet-zwarten en vrouwen evenveel aandacht te geven. Coltrane was de allergrootste, en hij was zwart. In de letteren was Shakespeare de allergrootste, en hij was blank. Dat zijn feiten waar je niet omheen kunt. Alle debatten over diversiteit ten spijt.

Powered by Labrador CMS