tegenspraak> Twee Veto-schrijvers over de zin en de onzin van de 'activerende werkvormen'.
Tegenspraak: activerende werkvormen, zegen of vloek?
Ze vinden geleidelijk meer en meer ingang: de activerende werkvormen. Practica, excursies, groepswerken, papers, werkcolleges, oefenzittingen, iedereen kent ze wel. Maar zijn ze altijd even zinvol?
Mikhail Efimenko: 'Studeren betekent: zelfstandigheid'
Elk student leert de leerstof op zijn eigen tempo en manier. Dat is een feit. Sommigen doen dat door naar de les te komen, anderen doen dat op eigen houtje, zonder hulp van de – al dan niet – onnodig saaie prof met zijn slides. Het belangrijkste is hier: zelfstandigheid. Voor een heel aantal studenten bestaat die zelfstandigheid juist in het volledig wegvallen van de verplichting op bepaalde uren aanwezig te zijn, om zo geen straf te krijgen van de juffrouw of meester. Voor de meesten is die tijd lang voorbij en weinigen kijken er met heimwee op terug.
Waarom zou je terugkeren naar een tijd van verplichtingen en straffen terwijl je nu de volledige vrijheid hebt om te doen wat je wilt hoe je het wilt, en zelf je week- en dagindeling in te vullen? Aan de andere kant hebben we de activerende werkvormen. Activerende werkvormen gaan ervan uit dat de leerstof beter verwerkt wordt als de student er actief bij betrokken wordt. Natuurlijk klinkt dat geweldig in theorie, maar in de praktijk komt het daar helemaal niet op neer.
'Waarom zou je terugkeren naar een tijd van verplichtingen en straffen terwijl je nu de volledige vrijheid hebt om te doen wat je wilt hoe je het wilt, en zelf je week- (en dag-) indeling in te vullen?'
Mikhail Efimenko
Activerende werkvormen nemen meestal de vorm aan van verplichte uitstappen, seminaries of practica (meestal met een of twee eraan gekoppelde opdrachten), waar elke student binnen een bepaalde richting naar toe moet om zo de leerstof 'actief te ervaren'. Wanneer ze vaker en vaker toegepast worden, betekent dat niet gewoon een terugkeer naar datgene waaraan redelijk wat studenten willen ontsnappen - verplichtingen en een vorm van studies voor iedereen?
Activerende werkvormen – tenminste volgens de bovengenoemde definitie en de huidige toepassing – zijn gewoon een vorm van gedwongen studies voor de studenten, compleet met een strenge straf wanneer je er niet naartoe gaat. Is dat wel per se nodig, en dan nog voor de hele groep? Natuurlijk, het is een andere manier om de leerstof te verwerken, maar hoe nuttig is die? Sommige mensen studeren hun leerstof beter in groep, anderen doen dat beter door zich actief in die leerstof te verdiepen (door bijvoorbeeld een museumbezoek), nog anderen doen dat door te gaan luisteren naar gastsprekers binnen hun richting. Activerende werkvormen mogen niet iedereen met dwang over dezelfde kam scheren, en dat wat juist velen aantrekt in het hoger onderwijs wegnemen.
Mikhail Efimenko is student sociaal werk
Lana van den Heuvel: 'Er is nood aan een gezonde mix'
Toen ik eerst begon als student hier in Leuven was ik blij om eindelijk eens gewoon een nummertje in een aula van 700 studenten te zijn. Nu zit ik in mijn vierde jaar en ben ik blij om eindelijk niet meer elke dag in een aula in blokken van twee uur lang semi-comateus notities te hoeven nemen. Het simpelweg top-down aannemen van alles wat de professoren ons zeggen, gaat dat niet wat tegen het democratisch onderwijs in? Hoe geïnteresseerd een lesgever is in zijn of haar vak kan de hoorcolleges volledig maken of kraken. We kennen allemaal de lessen waarvan we na een uurtje dachten: 'Dit hoeft nu ook weer niet.' Waarom geven we dan zo veel geld uit om professoren te betalen waar we anders het handboek van buiten zouden kunnen blokken en met een examencontractje hetzelfde zouden kunnen bereiken?
Het klassiek hoorcollege volledig afvoeren is natuurlijk ook niet de oplossing. Een gezonde afwisseling van hoorcolleges, werkcolleges en heel af en toe een groepswerk om te leren samenwerken is noodzakelijk. Pedagogisch onderzoek wijst keer op keer uit dat activerende werkvormen ervoor zorgen dat studenten niet enkel hun leerstof beter onthouden en begrijpen, maar deze ook efficiënter en innovatiever kunnen toepassen eens ze de aangereikte theorieën omzetten in de praktijk.
'Het louter opnemen en reproduceren van leerstof is nutteloos voor ons later, want kan een computer dat ook niet?'
Lana van den Heuvel
Het is daarom geen wonder dat de KU Leuven maar enkele weken geleden een eredoctoraat heeft uitgereikt aan Professor Eric Mazur. Hij heeft een nieuwe onderwijsmethode ontwikkeld, genaamd ‘Peer Instruction’, die onder andere sterke examenresultaten faciliteerde bij geëngageerde studenten, maar ook meer interesse wekte bij de gehele klas. Deze methode steunt op participatie tussen de studenten en ondersteunt de professor in het ontdekken van het niveau van hun klas.
We zitten in een hogere onderwijsinstelling om uitgedaagd te worden, om meer te leren over de wereld rondom ons en klaar te zijn als we er op worden losgelaten. Het louter opnemen en reproduceren van leerstof is nutteloos voor ons later, want kan een computer dat ook niet?
Lana van den Heuvel is student communicatiewetenschappen