splinter> Voor een pers met gezond verstand
Splinter: Het gevaar van de gevoeligheden
Gevoeligheden zijn... gevoelig. Gezond verstand is nodig om daar mee om te gaan, ook in de pers.
Afgelopen september stond er in het Brusselse blad ‘Bruzz’ een interview met onze oud-hoofdredacteur Nora Sleiderink. Toen haar werd gevraagd naar haar visie op de pers en naar haar bestuursperiode bij Veto in het bijzonder, antwoordde zij dat vooral sociale problemen haar dwars zaten. Het trekken van aandacht daarvoor en het aanwakkeren van maatschappelijk debat hiervoor zag zij dan ook als de belangrijkste taak van de pers.
Natuurlijk vind ook ik dat sociale problemen aandacht verdienen. Toch heb ik zelf wel moeite met haar visie op de pers als aandachtstrekker voor gevoeligheden. Ten eerste: de pers is daar tegenwoordig veel minder voor nodig. Wie zich gemarginaliseerd voelt kan dat sneller dan ooit op Twitter of andere 'social media' gooien en heeft daarmee onmiddellijk effect. Kijk alleen al naar de gevolgen van #metoo. Nora is trouwens als verwoed twitteraar zelf het levende bewijs van de kracht van ‘social media’.
Ook kan een te grote focus op de eigen gevoeligheid juist leiden tot een gebrek aan debat. In de VS is dit extra goed te zien, aangezien daar aan sommige universiteiten de vrijheid van meningsuiting wordt ingeperkt om mensen maar niet te kwetsen. Formuleringen als ‘America is a melting pot’ zijn daar tegenwoordig verboden, omdat mensen met afwijkende roots zich dan gedwongen zouden voelen zich te mengen.
Dat een te grote nadruk op gevoeligheden kan ontsporen, komt omdat gevoeligheden per definitie niet rationeel zijn. Een gevoeligheid is namelijk iets wat je voelt, niet iets wat koel beredeneerd is (al kan dat wel). Natuurlijk kunnen gevoeligheden helemaal gerechtvaardigd zijn en is het vaak zelfs nodig dat die gemeld worden in het publieke debat. Een tegenreactie, beredeneerd of niet, zal echter nooit uitblijven en zal in het ergste geval tot een impasse leiden.
De vraag is nu: hoe geraak je uit deze impasse? Het enige instrument daarvoor is het gezond verstand, dat een probleem vanuit verschillende perspectieven kan bekijken. Het is dus nodig even de emoties uit te schakelen, de situatie van boven te bekijken en eventuele, optionele oplossingen aan te dragen. De bij uitstek hiervoor geschikte partij is, ondanks wat Nora hierover beweert, de pers. Die kan namelijk als belangeloze partij de situatie het best analyseren en eventuele uitwegen uit de impasse voorstellen.
Natuurlijk is het af en toe nodig een activistische toon aan te slaan. Soms moeten mensen een podium krijgen om hun anders gemarginaliseerde stem te laten horen. Veto zelf heeft hier natuurlijk een rol in te spelen, als lokaal en gespecialiseerd studentenmedium. Maar andere, grotere kranten zouden moeten proberen verder te gaan dan enkel het vinden van aandacht voor een onderwerp. In tijden van polarisatie en een steeds complexer wordende samenleving is een analyserende pers namelijk broodnodig.