splinter> Splinter
Pia heeft het licht gezien
Vreugdekreten, slingers en ballonnen alom in de media vorige week toen het nieuws bekend werd dat het schier onmogelijke bedrag voor Pia opgehaald was. De cynicus kijkt echter meelijwekkend toe.
Het is tegenwoordig bon ton om terug te grijpen naar cynisme. In tijden van klimaatmarsen en extreemrechtse vloedgolven is het een reflex geworden om de doemdenker in jezelf los te laten en de negatieve kant van elk dubbeltje te belichten. Soms omdat het vaak de weg van de minste weerstand is, maar geregeld ook omdat de initiële vreugde bij de conceptie al een korte levensduur heeft.
Uiteraard was de sms-actie van Pia een fantastisch initiatief. Een ouder zou (bijna) alles over hebben voor de gezondheid van zijn/haar kind, en het halen van een astronomische som van een slordige twee miljoen lijkt rechtstreeks afkomstig uit een of andere feel good-prent die dagelijks op Vijf te zien is. De vrijgevigheid van de Vlaming is zo groot dat we Schild & Vrienden haast horen declareren dat ze opgenomen moet worden in de canon.
Maar net als bij een goei ouwerwets zuipfestijn volgt de volgende dag de onvermijdelijke kater. En dat is wanneer de cynicus ontwaakt. Noem hem gerust de advocaat van de duivel als dat comfortabeler is. Natuurlijk was de actie een succes. Welke zichzelf hoog in het vaandel dragende Vlaming kan immers weigeren om deel uit te maken van #TeamPia? Een schamele twee euro doneren om de hardwerkende ouders van een schattig blank peutertje bij te staan, is een peulenschil.
Je ziet me al aankomen natuurlijk. Ik geef grif toe dat het geen al te originele vraag is, maar daarom is ze niet minder relevant: wat als het een sms-actie was voor de kleine Ahmed? Of als Pia meerderjarig was? Of haar gezin niet rechtstreeks uit een reclamefolder lijkt te zijn gekomen? Afgelopen week waren er immers genoeg verhalen te lezen over ouders die vergeefse acties opgezet hebben om hun kinderen de zorg te bieden die ze nodig hadden. Zijn die kinderen onze luttele twee euro's dan niet waard? Misschien zijn hun ziektes niet exotisch genoeg, of verkopen hun verhalen niet zo goed in de media.
Dat is immers de schaduw van het succesverhaal en de inherente hypocrisie van het feel good-verhaal. We negeren bewust de problemen of mislukkingen om ons te focussen op het succes. En dan kloppen we onszelf op de borst en gaan we gretig deelnemersmedailles uitdelen met de Olympische gedachte in het achterhoofd. Ons kan niets verweten worden want 'we hebben drie keer een berichtje gestuurd, hé!'
Hoe graag schudden we ons hoofd niet bij het aanhoren van verhalen over Amerikanen die zichzelf in de schulden moeten werken wanneer ze medische problemen hebben die niet gedekt worden door hun zekerheid. Bij ons is dat allemaal geen probleem. Hop naar de dokter en de mutualiteit stort ons dat geld wel terug. Met ons bedoel ik dan uiteraard wel de gegoede middenklasse die geen ernstige of chronische aandoeningen heeft. Voor elk TeamPia dat de schijnwerpers haalt, bestaat er immers een groot aantal gezinnen dat een dergelijke gulheid misloopt.
Ik verwijt de ouders van Pia zelf trouwens niets. Integendeel. Elke ouder zou zo moeten vechten voor het welzijn van de eigen kroost. Ik hoop ook oprecht dat Pia verlost wordt van haar kwalen – wat zelfs met die opgehaalde miljoenen geen zekerheid is. Maar zelfs als het een sprookjeseinde wordt, waarbij ze zo volledig als mogelijk herstelt, mogen we de andere verhalen niet uit het oog verliezen. Zij hebben immers geen kans meer op een fabel. Zij kunnen niet meer dromen.