splinter> Opinie: Splinter
Over rotte appels
Inderdaad. Nog een column over Weinstein en zijn wanpraktijken. De talloze artikels ten spijt, verschijnt er voor mijn part elke week een nieuwe hierover. Omdat we het niet mogen laten voorbijgaan.
Een paar weken verontwaardigd reageren om het dan hetzelfde lot als de Ice Bucket te geven staat gelijk aan het falen als maatschappij. Een paar weken later lijkt het echter al vergeten. Oude koeien ondertussen. Er zijn immer nieuwere en leukere gebeurtenissen.
Maar kijk: de grote boze Weinstein heeft nog maar net de media verlaten of een nieuwe Hollywoodiaan heeft zijn positie ingenomen. De reactie van de sterren op het witte doek ging van onbegrip en afkeuring tot ‘wir haben es nicht gewusst’. Een eenzaat als Scott Rosenberg die zijn medebewoners van Tinseltown met de vinger wijst, en daarbij zijn rol in de cover-up niet verzwijgt, verdwijnt snel naar de achtergrond.
Ook in België krijgen we reacties. In zijn opiniestuk verklaart Adil El Arbi zich te schamen een man te zijn. En haalt hij aan dat moslims zich telkens moeten verantwoorden wanneer er weer ergens een aanslag gepleegd wordt. Terwijl de mannelijke bevolking zich over dit schandaal vooral lijkt weg te steken. ‘Waar zijn de betogingen, de kreten van mannen tegen monsters als Weinstein?’ Het antwoord lijken we te vinden in de column van een andere Vlaamse regisseur.
In België lopen volgens Jan Verheyen immers geen cinemamogols à la Weinstein rond. Geen mensen die je volledige carrière kunnen kraken. Wanneer vrouwen toch naar buiten komen, worden ze hysterisch genoemd. Snel het probleem weer wegwuiven. Zo zijn wij toch niet, meneer. ‘Een paar klootzakken die hun handen niet kunnen thuishouden’, dixit Verheyen. De rotte appels in de filmindustrie. Of op universiteiten. Of waar dan ook.
Alleen is dat slechts de helft van het spreekwoord. En laat de volledige leuze nu godverdomme relevant wezen: één rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit ten schand. Want dat is wat we doen als we het probleem minimaliseren. Als we misbruikte vrouwen met de vinger wijzen omdat ze niet meteen met hun verhaal kwamen. Als we ons verstoppen achter hashtags.
Want mogelijk nog schokkender dan de feiten die hij pleegde, was Weinstein’s oprechte verbazing over de ophef. ‘We maken allemaal fouten’, klonk het. Alsof het om een schrijffout gaat in plaats van vele vrouwenlevens die hij verpest heeft. Een waanbeeld dat helaas niet enkel op hem van toepassing is. Want de hele mannelijke bevolking heeft zich ooit wel al schuldig gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag. En ik zie mezelf daar ook niet als uitzondering in.
Blijven schuren na weggeduwd te worden. Een nonchalante hand op het achterwerk of je handen ‘toevallig’ op borsthoogte houden in een druk café. Ook dat is grensoverschrijdend. En dan hebben we het nog niet over catcalling, stalken, aanranden of verkrachten. Het was de alcohol, zeggen we dan. Of dat iedereen dat toch doet? Als dat al niet meer mag, zeg.
En daar knelt het schoentje. We gaan het probleem niet oplossen door wat enkelingen aan de schandpaal te nagelen, om dan terug te gaan naar business as usual. We moeten de collectieve mentaliteit aanpakken die dit door de vingers ziet, die zegt dat vrouwen hysterisch zijn in dergelijke schandalen, en de daders slechts rotte appels. Omdat het tweeduizend-fucking-zeventien is. Omdat we het vrouwen verschuldigd zijn. Omdat het al lang genoeg geduurd heeft.