opinie> Studenten in de media
Nood aan (positieve) framing
De journalistieke wereld mag haar verantwoordelijkheden niet ontlopen, ook niet in het digitale tijdperk.
Op Facebook uiten mensen graag over vanalles en nog wat hun mening. Bijvoorbeeld in reactie op het artikel van het Nieuwsblad over dronken studenten in Leuven schreef een gebruiker: 'Pak die hun studiebeurs af, wij moeten daarvoor gaan werken en zij zitten iedere avond op café.' Over een ander artikel van De Morgen over post-Erasmus-depressie schreef een gebruiker: ‘Wat een generatie zijn wij aan het kweken? Baart me zorgen; entertainment de klok rond en dat zwaar gesubsidieerd. Ocharme toch!’. Twee van de vele die op Facebook en op andere sociale media te vinden zijn.
De laatste weken zijn we als studenten vaak in het nieuws gekomen met artikelen over alcohol, ‘Erasmus’, slaagcijfers en het vlees in Alma Twee. Als deel van de groep waar deze Facebookgebruikers al te graag hun mening over geven, voelen die Facebook-reacties zeker niet goed. ‘Kort door de bocht’ en ‘kleingeestig’ zijn enkele termen om ze te benoemen, maar dit artikel gaat niet over hen. Dit artikel gaat over de journalistieke wereld en de verantwoordelijkheid die ze draagt in de maatschappij.
Door een verhaal op een bepaalde manier te framen, kunnen de lezers een vertekend beeld krijgen van de realiteit.
De laatste weken merkten ik en vele andere studenten een toename in het aantal krantenartikels over studenten en vooral hoe wij daarin negatief belicht worden. We drinken te veel, zagen te veel en studeren te weinig. Specifieke problemen van marginale groepen binnen het studentenleven worden belicht en veralgemeend. Één krant begint en de rest neemt het klakkeloos over, meestal zonder verder onderzoek te doen naar het onderwerp. De laatste maanden is mijn vertrouwen in de media toch wel geschaad.
Wanneer ze een bericht brengen, maken journalisten gebruik van frames om hun verhaal te kaderen. Zonder zo’n frame houden veel verhalen geen steek. Een typisch voorbeeld is dat ze bij een ongeval een loss frame aannemen, waarbij ze een focus leggen op de overledenen. Voor een artikel dat over een ‘persoon in het dorp’ gaat, gebruiken ze een human interest frame. Het toepassen van zo’n frames is noodzakelijk in de journalistiek, maar kan ook leiden tot misbruik. Door een verhaal op een bepaalde manier te framen, kunnen de lezers een vertekend beeld krijgen van de realiteit. Waar dit bijvoorbeeld vaker gebeurt bij nieuwsmedia, is wanneer het gaat over minderheden in negatieve zin.
Communicatiewetenschappelijk onderzoek wijst uit dat framing een invloed heeft op de associaties die het publiek maakt met betrekking tot een bepaald onderwerp. Als je veel nieuwsartikelen leest over een ‘te grote’ instroom van migranten, kan je sneller denken dat er inderdaad te veel migranten in België zijn. Aan de andere kant ondersteunen bepaalde frames ook het wereldbeeld van de lezer. Een lezer die op sp.a stemt, zal minder geneigd zijn om vaak artikels te lezen over de negatieve belichting van migranten. Hoe journalisten bepalen welk frame ze zullen toepassen is een samenspel van eigen waarden en normen, ideologie, en professionele routine, maar is niet neutraal.
Het toont aan dat we een greintje deontologie mogen eisen...
Daarbij komt dat de economie van de journalistiek radicaal veranderd is op minder dan een decennium tijd. In plaats van een constante, vaste geldstroom te hebben via abonnees, moeten kranten zich online overeind houden, daar waar de buzzwords ‘clickability’ en ‘views’ rond dwarrelen. De nieuwsgiganten van vroeger zijn gelijk geworden aan de newsblogs van de gewillige burger. Ze happen naar alles dat clicks kan opleveren en zo liefst zo veel mogelijk, zodat ze meer inkomsten via advertenties binnen kunnen halen.
De negatieve berichtgeving over studenten is een irrelevante uiting van dit probleem, de meesten onder ons hebben de middelen en de macht om voorbij de universiteit te geraken en verder de sociale ladder te beklimmen. Toch toont het dat er een systemische problematiek is waar wél aan gewerkt moet worden binnen de journalistieke wereld. Het toont aan dat we een greintje deontologie mogen eisen van zij die de realiteit buiten ons kot en dorp voor ons beschrijven.
Ik vraag kwaliteit, niet loze kwantiteit met flikkerende pijlen richting de kop.