LEZERSBRIEF HOLOCAUSTEDUCATIE
Neen, onderwijs over de Holocaust kan niet wachten op vrede in het Midden-Oosten
Journalist Bruno Struys reageert op het opiniestuk van professoren Kaat Wils en Karel Van Nieuwenhuyse over herinneringseducatie rond de Holocaust: 'Net in deze gepolariseerde tijden lijkt het me zeer belangrijk om leerlingen inzicht te geven in de complexe realiteit én geschiedenis.'
Op 27 januari schreven de historici Kaat Wils en Karel Van Nieuwenhuyse een opiniestuk naar aanleiding van de internationale herdenkingsdag van de Holocaust. Daarin citeren ze vrijelijk uit een editoriaal van mijn hand voor De Morgen. Hun conclusie luidt dat ik vind dat het onderwijs over de Holocaust moet gebeuren via herdenkingen.
Dat heb ik nergens beweerd. Waar gaat het over? Begin deze maand kwam in het nieuws dat scholen uit Anderlecht weigerden om de inhuldiging bij te wonen van enkele Stolpersteine in hun gemeente. Die struikelstenen herdenken jonge gedeporteerde Joden uit hun gemeente en liggen vlak bij die scholen. De nieuwsartikels focusten inderdaad op die inhuldiging, maar in mijn editoriaal schrijf ik dat de organisatrice Bella Swiatlowski ook in de klas wou komen spreken.
Anne Frank
Ik ben geen historicus en geen pedagoog, maar volgens mij kan zoiets perfect passen in onderwijs over de Holocaust. Niemand zegt dat andere genocides of etnische zuiveringen evenmin plaats kunnen hebben in dat onderwijs, maar waarom zouden we iets wat zo dicht bij huis is gebeurd, niet tastbaar maken bij leerlingen door ter plekke te gaan kijken, samen met een ervaringsdeskundige?
'Ik kan me niet inbeelden dat ze het goed vinden dat schoolactiviteiten worden bepaald of geschrapt door de willekeur van de ouders'
Ik denk dat zoiets wel binnenkomt en sommige leerlingen kan aanzetten tot het zoeken naar meer informatie. Dat is wat het dagboek van Anne Frank voor generaties jongeren heeft gedaan.
'Joodse holocaustslachtoffers herdenken in een door de oorlog en genocide in Gaza gechargeerd klimaat is iets anders dan over de judeocide leren in een poging ze historisch te begrijpen', schrijven de auteurs. Natuurlijk is dat iets anders, dat beweert ook niemand, maar de historici geven zo toch te kennen dat het in deze gepolariseerde tijd minder opportuun zou zijn om met leerlingen een holocaustherdenking bij te wonen. Dat lijkt me een stap te ver.
Kazerne Dossin
De Dossinkazerne in Mechelen, een doorvoerkamp tijdens de oorlog, is bijvoorbeeld een bijzondere educatieve ervaring, maar blijft wel degelijk een memoriaal, waar slachtoffers worden herdacht. Net in deze gepolariseerde tijden lijkt het me zeer belangrijk om leerlingen inzicht te geven in de complexe realiteit én geschiedenis. We hoeven daarvoor echt niet te wachten op vrede in het Midden-Oosten.
Waarom gaan de auteurs van het opiniestuk ervan uit dat er bij herdenkingen, zoals de spreekbeurt van Swiatlowski, geen aandacht zou zijn voor de historische context? Waarom zouden leerkrachten dat niet kunnen aangrijpen voor 'historische en ethische reflectie', zoals ze vragen? Leren "met" het verleden kan samen gaan met leren "uit" het verleden, die twee sluiten elkaar niet uit.
Daarom zeg ik ook expliciet dat scholen vrij moeten kunnen zijn om herdenkingen bij te wonen. Ik begrijp de beperkte waarde ervan, maar wilde vooral aankaarten dat er vooral een probleem is met de motivatie. Blijkbaar weigerden de scholen de spreekbeurt van de 86-jarige Bella Swiatlowski onder druk van de ouders van de leerlingen.
De willekeur van ouders
Het is dàt wat me stoort. Ik kan nog wel begrijpen dat de historici vinden dat de ene onderwijsvorm beter geschikt is dan de andere, maar ik kan me niet inbeelden dat ze het goed vinden dat schoolactiviteiten worden bepaald of geschrapt door de willekeur van de ouders. Dat mogen we niet aanvaarden voor geschiedenisvakken, voor lichamelijke opvoeding, voor biologie, seksuele opvoeding en wat nog.
Maar laten we het niet groter maken dan het is. Het editoriaal ging over de weigering van scholen - onder druk van ouders - om op het tweeledige voorstel van Swiatlowski in te gaan. Wils en Van Nieuwenhuyse grijpen dat aan om te stellen dat geschiedenisonderwijs niet beperkt mag worden tot herdenking (wat dus niemand zei).
'Het loont de moeite om het in lessen over de Holocaust vandaag ook over Gaza te hebben en hoe die oorlog de blik op het verleden kleurt en verdeelt', schrijven ze. Swiatlowski koos ervoor om tegen de scholen expliciet te zeggen dat ze het net niét over Gaza zou hebben, omdat ze dan zéker verzet zou krijgen. Met andere woorden, er was geen goede kant voor Swiatlowski. En dat vind ik inderdaad niet geruststellend.
Bruno Struys is journalist bij De Morgen.