splinter> Opinie: Splinter
Meisje-meisje
48%. Dat is het percentage meisjes in de groep van jongeren die de juiste vooropleiding heeft genoten om aan een opleiding burgerlijk ingenieur te beginnen.
48%. Nochtans is slechts een zesde binnen de opleiding vrouw. Hoe je het ook verklaren wil: aan dat cijfer klopt iets niet.
‘Tja,’ klinkt het van hogeraf. ‘Keuzevrijheid.’ Als die uitspraak van dezelfde mensen komt die ons 30% CSE, toelatingsexamens en verplichte ijkingstoetsen opleggen, dan is dat argument - zacht uitgedrukt - ironisch. Het diversiteitsdebat aan deze universiteit tart alle wetten van de beleidslogica. Zo schreeuwen de faculteiten om autonomie. Terecht, want subsidiariteit is een belangrijk beginsel in elke structuur. Maar wat diversiteit betreft, schuiven ze de verantwoordelijkheid liever door naar andere niveaus.
Naar de universiteit, maar ook naar de studenten. Want toen ik met dat cijfer aanklopte bij beleidsmakers, kreeg ik als reactie dat ik er meer aan kon doen dan zij. ‘Als ik me niet vergis, studeer jij ook geen STEM.’ Huh? Ik heb nog nooit gehoord dat men aan een burgie die voor meer genderevenwicht pleitte, vroeg waarom hij dan geen pedagogie was gaan studeren, ‘als hij het toch zo belangrijk vond’.
Ik voer mijn strijd graag op mijn eigen manier. Niemand pleit ervoor om mensen te pushen tot het kiezen voor wat hen niet ligt. Zo hypocriet ben ik als deel van die 48% niet. Maar dit is geen discussie van practice what you preach. Wel is het uit getuigenissen duidelijk dat genderpatronen nog steeds doorslaggevend zijn in onze studiekeuze, ons engagement en ons latere beroepsleven.
‘Ach,’ klinkt het dan. ‘Gewoon een kwestie van verschillende interesses.’ Kunnen we alsjeblieft stoppen met doen alsof interesse een aangeboren kenmerk is als ware het onze geslachtsorganen? Dat zeg ik terwijl tweejarige ik met een pop in beide handen rondliep en weigerde iets anders dan knalroze jurkjes te dragen. Je zou bijna medelijden krijgen met mijn progressieve ouders, vastberaden in hun ambitie tot genderneutrale opvoeding. Gelukkig bezit hun andere dochter een diploma civiele techniek.
Ja, in dat opzicht ben ik een meisje-meisje. Et alors? De iure maakt mijn geslacht geen zak uit. Dat we flagrant seksisme achter ons hebben kunnen laten, is dan ook een gigantische vooruitgang. Juridische gelijkheid is een feit. Maar in de feiten zijn we niet gelijk. Clichés vormen barrières die geen enkele wet veranderen kan.
Het probleem met clichés is niet dat ze er zijn, wel dat alles wat ervan afwijkt zo moeilijk accepteerbaar is. Ik ben perfect gelukkig in mijn cliché van safe player, babyfreak en humane wetenschapper - thank you very much. Ik ben dat echter niet in het feit dat ik me drie keer zo hard heb moeten bewijzen als ‘niet te emotioneel voor een hoofdredacteur’.
Dat ik überhaupt die gooi naar hoofdredacteurschap heb gedaan, leek me een jaar geleden nog lachwekkend. Het was niet eens in me opgekomen, tot mijn voorganger ‘kom jij niet op?’ grapte en vervolgde met een ‘eigenlijk meen ik het wel’.
Professor Dutré roept in deze Veto-editie op om hem het magische recept voor genderevenwicht aan te leveren. Dat recept heb ik helaas niet. Wel heb ik magische zaadjes die ik koste wat het kost zal planten. Omdat het daar vaak op neerkomt. Op een simpele ‘kom jij niet op?’. Een zaadje geplant, een idee gegroeid, een cliché ontkracht. Maar mag ik van mijn universiteit wel de meststof verwachten om die zaadjes ook een eerlijke kans te geven?
De Splinter bevat de mening van de auteur. Ze bevat niet de mening van de redactie.