OPINIE SEKSUEEL GEWELD

Media, het kan echt beter. Stereo­tiepe bericht­geving over seksueel geweld is schadelijk

Studenten protesteren tegen seksueel geweld in Leuven.

De Vlaamse media gaat te laks om met bericht­geving over seksueel geweld, vinden studenten journalistiek Kiara De Prest en Hannah Wellens. Ondanks de gevoeligheid van het onderwerp doet victim blaming zich te vaak voor en ontbreekt de (nodige) verwijzing naar hulp.

Gepubliceerd Laatst geüpdatet
Leestijd: 3 min

Trigger warning - dit artikel gaat over seksueel misbruik.

De verkrachtingszaak die afgelopen week Vlaanderen in beroering bracht, kreeg veel aan­dacht in de media. Koppen als 'Student geneeskunde schuldig aan verkrachting, maar krijgt geen straf: "Hij is getalenteerd en geëngageerd"' en 'Gynaecoloog in spe verkracht studente, maar ontsnapt aan straf: "Spijtig dat ze het als grensoverschrijdend heeft ervaren'' verschenen snel op verschi­llende platformen. 

Wij betwijfelen of redacties bij die bericht­geving voldoende stilstaan bij de impact van hun keuzes. Er bestaat immers een weder­zijds versterkende relatie tussen hoe verkrach­ting in de media wordt gepresen­teerd, en de publieke percepties erover. Een sensationele kop, zorgvuldig gekozen om clicks te genereren, of een citaat als 'zij heeft het zo ervaren' draagt bij aan problematische framing. 

Volgens het seksueel strafrecht kan er immers geen sprake zijn van toestemming wanneer iemand door alcohol kwetsbaar is. De uitspraak is dus geen persoonlijke erva­ring, maar een juridische vaststelling: het slachtoffer is verkracht. Door dat te nuan­ceren in berichtgeving, ondergraaf je de ernst van de misdaad.

Te veel victim blaming

Zinnen als 'Op zijn kot hebben ze onbe­schermde seks', 'Geprofiteerd van de dronken toe­stand van een studente om seks met haar te hebben' en 'Na de seks vielen ze in elkaars armen in slaap' gingen door eindredactie van verschillende media, zonder kritische bedenkingen. Seks hebben is niet hetzelfde als verkrachting. Bij seks is er namelijk sprake van wederzijdse toe­stemming, bij verkrachting is dat niet het geval. Die verwarring in taalgebruik draagt bij aan een vorm van victim blaming, waarbij de verantwoordelijkheid (deels) bij het slachtoffer gelegd wordt. 

Het reduceren van verkrachting tot een vorm van seks draagt niet alleen bij aan onder­rapportage van slachtoffers, maar ook aan het normaliseren of verbloemen van schadelijk gedrag bij (potentiële) plegers. In een strafzaak waarin schuld wordt vast­gesteld, is er bijgevolg geen sprake van seks met wederzijdse toestemming, maar van verkrachting. Dat onderscheid is essentieel.

Een trigger warning is geen overbodige luxe, maar een vorm van minimale zorg

Van journalisten wordt verwacht dat zij het maatschappelijk debat modereren - dat geldt ook voor de reacties onder hun eigen artikelen. Op sociale media wordt intussen openlijk getwijfeld of het hier wel écht om verkrachting gaat en wordt het voorval vergeleken met 'een leuke onenightstand waar het slachtoffer later spijt van had.' 

Media dragen daarbij een verantwoordelijk­heid: zij zouden actief zulke schadelijke reac­ties moeten ontkrach­ten en zo duidelijk maken dat ze foutieve opvattingen over seksueel grensoverschrijdend gedrag en geweld niet accepteren. Door dat na te laten, versterken ze onbedoeld de hardnekkige mythes rond verkrachting. 

Ook de beeldtaal verdient meer aandacht. Foto’s van vrouwen die geïsoleerd in een hoek zitten met het hoofd in de handen, schetsen een eenzijdig en vaak stigmati­serend beeld. Slachtoffers hebben in de eerste plaats nood aan erkenning en steun – niet aan schaamte. De impact van seksueel geweld is groot, maar laat zich niet enkel vatten in dit stereotype beeld. Bovendien miskent die eenzijdige visuele representatie de realiteit van mannelijke, non-binaire en andere slachtoffers.

Toon de weg naar hulp

Daarnaast roept de manier waarop het vonnis met erg expliciete details online ver­scheen vragen op. Het ontbreken van een trigger warning kan bijzonder pijnlijk en confronterend zijn voor mensen die iets gelijkaardigs meemaakten. Een waar­schuwing vooraf is geen overbodige luxe, maar een vorm van minimale zorg.

Onze grootste frustratie is echter het structu­rele gebrek aan hulpverwijzingen. Bij nieuws over zelfdoding is het terecht standaard geworden om contactgegevens van hulp­instan­ties toe te voegen. Bij berichtgeving over seksueel grensoverschrijdend gedrag blijft dat opvallend vaak achterwege. Van alle artikelen die wij zagen, vermeldde slechts één artikel een verwijzing naar hulp.

Door victim blaming zoeken slachtof­fers minder snel hulp

Nochtans zocht het slachtoffer in deze zaak actief hulp bij een Zorgcentrum na Seksueel Geweld (ZSG) – een belangrijk moment om als medium ook die weg zichtbaar te maken voor wie worstelt. Hier kan ieder slachtoffer gratis elk uur en zeven dagen op zeven terecht voor psychische, medische en forensische bijstand. In elke provincie bevindt zich een cen­trum, ook in UZ Leuven kan je hiervoor terecht. 

Voor wie twijfelt als journalist: er bestaan duidelijke richtlijnen over hoe te berichten over seksueel geweld. Het Charter van de vijf T’s biedt houvast. Zoek ze op. Lees ze. En neem je rol als journalist ernstig. Want de impact is groot. Victim blaming zorgt ervoor dat slacht­of­fers minder snel hulp zoeken. Stereotiepe beelden en stereotiep taalgebruik leiden tot minimal­isering van niet-stereotype plegers, getroffenen en incidenten. Daarom moeten ze de wereld uit.

Kiara De Prest en Hannah Wellens zijn studenten journalistiek aan KU Leuven.

Nood aan een gesprek?

Ken of ben jij slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag en/of seksueel geweld en heb je nood aan een babbel? Dan kan je terecht bij hulplijn 1712 / 1712.be of Tele-onthaal 106 / Tele-onthaal.be.

Powered by Labrador CMS