SPLINTER MEDEBESTUUR
Medebestuur mist tanden
Stura is door zijn zitje in het Gemeenschappelijk Bureau volwaardig medebestuurder van de KU Leuven. Een positie met heel wat voor-, maar ook nadelen. Een studentenvakbond kan de gaten vullen.
De voorzitter van Stura heeft sinds het najaar van 2020 een vast zitje in het Gemeenschappelijk Bureau (GeBu), het de facto hoogste beslissingsorgaan van de KU Leuven. Stura is op die manier een volwaardige partner van de rectoren en vicerectoren die in deze vergadering zetelen.
Het is een vervolmaking van een evolutie naar meer medebestuur waar de studentenraad zelf vragende partij voor was. In 2005 al ging de studentenstem naar rectorskandidaat Marc Vervenne, die meer inspraak voor studenten beloofde. Prompt kregen studentenvertegenwoordigers voor het eerst een waarnemende plaats in het GeBu.
Stura maakt op deze manier deel uit van het universiteitsbestuur en draagt dan ook mee de verantwoordelijkheid voor de beslissingen die door het universiteitsbestuur genomen worden.
Maar dit heeft ook een keerzijde. Stura dreigt zich in een keurslijf te gieten: kritiek geven op beslissingen die je zelf mee genomen hebt, gaat wellicht moeilijker. Ook draagt Stura zo mee de verantwoordelijkheid voor dossiers die achteraf mogelijk nefast blijken te zijn voor studenten. Een moeilijke positie om als studentenvertegenwoordiger te bekleden.
Zit Stura te diep verankerd in het universiteitsbestuur door medebestuur?
Medebestuur betekent ook deelnemen aan een systeem waar men met consensus tot beslissingen moet komen. In de meeste dossiers vormt dit geen probleem. Zoals de huidige voorzitter van Stura in deze Veto zegt, kan Stura zo soms wel, soms niet haar slag thuishalen.
Maar wat als er een dossier op tafel ligt waar studenten en rector fundamenteel van mening verschillen? Kan Stura dan op tafel slaan en een lijn in het zand trekken? Of zit de studentenraad te diep verankerd in het universiteitsbestuur door haar rol als medebestuurder?
Klaas Collin, de Sturavoorzitter die als eerste het vaste zitje in het GeBu bekleedde, stelde zelf dat 'de keuze tussen samenwerken en de confrontatie opzoeken, steeds een strategische afweging zal blijven.' Maar kan je als organisatie de ene dag de confrontatie opzoeken op straat, en de volgende dag terug aanschuiven in het GeBu?
Er is ruimte voor een andere organisatie naast Stura
In mei 2018 kwam Stura voor de laatste keer op straat met de 'Heb je Mei Gemist-actie'. Voor het rectoraat kloeg Stura aan dat rector Luc Sels hen buitenspel zette in de discussie rond de herindeling van het academiejaar. Enkel studentenvertegenwoordigers waren op de hoogte, en bijgevolg verzamelde zich maar een kleine menigte.
Als ex-studentenvertegenwoordiger die er zelf een bescheiden rol in speelde, vormde 'Heb je Mei Gemist' achteraf gezien een gemiste kans. Stura slaagde er toen niet in om het momentum bij de studenten om te zetten in een breder protest. De organisatie lijkt nog steeds niet in staat, of niet bereid, om de studentenstem te kanaliseren en op straat te brengen. Dat die goesting er bij studenten wel is als ze geïnteresseerd zijn in een dossier, laten onder andere de klimaatprotesten zien.
Ik zeg zeker niet dat medebestuur geen meerwaarde heeft. Stura heeft vertegenwoordigers in zo goed als alle vergaderingen van de KU Leuven en heeft zo inspraak in een rits dossiers. Die zijn vaak zeer technisch en vereisen heel wat kennis van de mandatarissen om ze goed te behandelen. Informatie over dossiers die studenten aanbelangen, vloeien in theorie van vergaderingen naar de bredere studentenpopulatie dankzij die mandatarissen.
Maar er is nog ruimte voor een andere organisatie naast Stura. Een studentenvakbond die verder van het bestuur staat en dichter bij de studenten. Die niet gebonden is aan de verantwoordelijkheden van het medebestuur en op straat wil komen wanneer het nodig is. Studentenvertegenwoordiging met tanden.