EDITORIAAL REGEERAKKOORD

Mag het wat ambitieuzer?

Het regeerakkoord van de nieuwe Vlaamse regering wil de internationalisering van het hoger onderwijs indammen. De plannen die nu voorliggen hypothekeren echter de kwaliteit van haar instellingen. Dat strookt niet met het streven naar Vlaamse excellentie. 

Het nieuwe regeerakkoord is wat hoger onderwijs betreft erg mager. Niet alleen in hoe veel (en dan vooral hoe weinig) er over dat niveau gesproken wordt, maar ook wat inhoud betreft. Zo zeer het leerplicht­onderwijs zich in het centrum van de politieke macht in Vlaanderen bevindt, zo hard valt op dat hoger onderwijs een domein is dat er maar zijdelings wordt bijgenomen.

De plannen die wel in het regeerakkoord staan zijn in het beste geval vaag en veelal ideologisch gekleurd. Hoewel iedereen het erover eens is dat een nieuw financierings­model broodnodig is om de basis­financiering van onze instellingen te garanderen, valt het nog af te wachten wat er daar uit de bus komt. Behalve het afremmen van de financiering voor nieuwe internationale studenten is er nog maar weinig dat onder de sluier uitsteekt.

Dat er meer nadruk zou gelegd worden op het Nederlands was te verwachten, maar door te eisen dat elke opleiding in Vlaanderen een Nederlandstalig equivalent heeft – zonder uitzonderingen – neemt de regering het op tegen hersenschimmen. De gevreesde 'verengelsing' waar ze tegen strijdt is in Vlaanderen nog veraf van Nederlandse toestanden, waar in sommige studenten­steden het merendeel van de opleidingen Engelstalig is.  

Een regering die excellentie nastreeft en Vlaanderen op de kaart wil zetten moet het eigen provincialisme overstijgen

Het bestaande regelgevende kader is in Vlaanderen immers al strikt genoeg, door dat nog te verstrengen stimuleert de regering de instellingen om de lat lager te leggen. Ze laat zo immers nog minder ruimte om internationaal toptalent aan te trekken in nicherichtingen  –  waar de voertaal sowieso al Engels is – en belemmert het bundelen van kennis en expertise met andere internationale instellingen in overkoepelende onderwijssamenwerkingen. 

Dat terwijl internationale studenten net een bron zijn van welvaart voor Vlaanderen. Onderzoek van onderwijseconoom Kristof De Witte toonde aan dat zij meer baten dan kosten opleveren omdat ze vaak na hun studies nog even in België verblijven en hier komen werken. De Vlaamse regering heeft hen nodig als ze haar ambitieuze plannen rond onderzoek en ontwikkeling wil uitvoeren. 

Met dit regeerakkoord wordt hoger onderwijs de komende jaren een ideolo­gische speeltuin, de echo's van Leuven Vlaams weerklinken binnenkort weer over het Ladeuzeplein. Er wordt lippendienst bewezen aan de achterban, maar in de praktijk hypothekeert de Vlaamse regering zo de Vlaamse welvaart. Daar hebben ook de studenten geen boodschap aan. Een regering die excellentie nastreeft en Vlaanderen op de wereldkaart wil zetten, moet ook het eigen provincialisme overstijgen. 

Simon Tibo is hoofdredacteur. Het editoriaal wordt gedragen door de voltallige redactie. 

Powered by Labrador CMS