lezersbrief> Vincent Boulanger, in een vorig leven LOKO-mandataris Diversiteit, nu medewerker van sp.a
Lezersbrief: De 30% als non-oplossing voor de meesten, en een extra valkuil voor enkelen
Veto bekeek onlangs de 30%-maatregel eindelijk vanuit het juiste perspectief. Voor een maatregel die de KU Leuven zelf bejubelt, zijn er weinig positieve effecten op het Vlaamse onderwijslandschap.
Zij offert 47 generatiestudenten op, die ondanks een valse start het diploma zouden halen, zodat er 312 anderen hun broek elders zouden slijten.
Dat laatste vindt iedereen erg: als het niet gaat lukken, beter de korte pijn dan aanmodderen. Maar de 30%-maatregel is geen verbod om de pijn te rekken, het verbiedt de pijn in je huidige richting te rekken. Ook voor die 47 beginnende studenten waarvan we op basis van historische gegevens wel weten dat ze hun diploma zouden halen. De hamvraag over het effect van de maatregel is of die 312 statistisch kanslozen uitsluiten van hun opleiding opweegt tegen de onterechte uitsluiting van de 47 anderen. Of hoe je tot een systeem komt waarbij je die 312 met grotere nauwkeurigheid kan detecteren, zodat de “collateral damage”, onze 47, zo klein mogelijk is.
Want de toepassing van de 30% procent is best bot: het bevat geen overleg met de ombuds, het leidt niet tot zelfreflectie noch kickstart het een heroriënteringsproces, het is enkel een droge grendel in je KU Loket. Onze 47 onterecht getroffen studenten, die dus net een duwtje in de rug nodig hebben of wat tijd om hun talent tot ontplooiing te brengen, worden met zoiets totaal niet geholpen. Integendeel, verdere studies in de richting van hun keuze laten afhangen van de administratief complexe procedure van een intern beroep vlak na zo’n opdoffer, duwt je alleen dieper in de shit.
De 312 anderen worden trouwens ook niet geholpen. De KU Leuven helpt enkel zichzelf. Of nog specifieker: een paar faculteiten zoals Letteren, Sociale Wetenschappen, PPW en Rechtsgeleerdheid. Net de faculteiten met de meeste pioniersstudenten, de meeste studenten met vooropleidingen die minder goed voorbereiden op het hoger onderwijs, en die dus misschien, heel misschien, wat extra tijd nodig hebben. En het is in dat laatste licht dat de getuigenissen van de studenten met een migratie-achtergrond gezien moeten worden. Iedereen die niet aan het prototype van de ideale student beantwoordt, heeft dus niet enkel omwille van zijn achtergrond, of die van zijn ouders, minder kans om een diploma te halen. Ze hebben nog eens meer kans om door dit soort draconische maatregelen getroffen te worden. Terwijl we ook weten dat het studierendement bij die groepen na dat 1ste jaar sterker zal stijgen dan gemiddeld.
30% studierendement in jaar 1 is tot slot geen goede voorspeller van de kans op een diploma: van de ongeveer 1600 generatiestudenten die nu na het 1ste jaar stoppen, doen & deden 1250 studenten dat elk academiejaar vrijwillig. Die hebben de maatregel niet nodig. Daarnaast zijn er ongeveer 800 die stoppen ondanks een studierendement hoger dan 30%. Nog eens 800 zullen dat in de jaren nadien doen. En in jaar 1 verschilt de kans op een diploma met een studierendement van 30% slechts enkele procenten van de kans op een diploma van iemand met een studierendement van 40%. Zelfs van studenten met een studierendement van 61-70% zal maar 58% het diploma halen. Dus ja, daar zit ergens een tendens, maar die rechtvaardigt zo’n bruut onderscheid niet.
Een zoektocht naar alternatieven is nodig.