editoriaal> Editoriaal
Laissez faire, laissez passer
Op 31 januari 2014 komen twee Ierse meisjes van 19 en 22 jaar om het leven tijdens een woningbrand op de Kapucijnenvoer.
Sara en Dace verschuilen zich in een kast terwijl de brand zich verspreidt door het huis. Het gebouw in kwestie staat op dat moment niet officieel geregistreerd als studentenwoning en is gedurende 5 jaar niet meer gecontroleerd op brandveiligheid.
In een speciaal brandveiligheidsdossier in Veto wordt er extra personeel beloofd om controles te doen. Studenten getuigen over het gebrek aan brandblussers, nooduitgangen en rookmelders. Op een kot zijn de brandblussers zelfs vervangen door emmers met zand.
Schrijnende situaties die nogmaals aan bod komen als Veto samenwerkt met het VIER-programma Karen en de Coster, in het najaar van 2015. Burgemeester Tobback (sp.a) snauwt naar de hoofdredacteur van deze krant: “Als we alle koten moeten controleren, duurt dat meer dan tien jaar!” Die ambitieuze taak neemt de iets later opgerichte Dienst Woontoezicht op zich. Verwachte duurtijd van de controle: tien jaar.
Maar ook een andere dienst houdt zich bezig met koten controleren. De Studentenhuisvestingsdienst van de KU Leuven startte een jaar geleden met extra controles. Die wil op drie jaar tijd het volledige aanbod op Kotwijs, zijn eigen databank, doorlichten.
Wat blijkt? Maar liefst 41 procent van de gecontroleerde koten is niet in orde met brandveiligheid. “De brandweer controleert of er voldaan is aan de regelgeving,” vertelt Ludo Clonen, diensthoofd Studentenhuisvesting van de KU Leuven, aan Veto. “Het gaat dan om de aanwezigheid van vluchtwegen, brandblusapparaten, rookmelders, brandveilige deuren enzovoort.” Dat zo veel koten niet conform zijn aan deze basisnormen, is onaanvaardbaar.
Want dat is niet het volledige verhaal. Indien het kot na meerdere pogingen niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door de Studentenhuisvestingsdienst van de KU Leuven, wordt de samenwerking stopgezet. Het kot wordt dan niet meer op de officiële Kotwijs-website aangeboden en komt terecht op een “zwarte lijst” van onveilige of malafide koten en kotbazen.
Die zwarte lijst is niet openbaar en de gegevens mogen niet worden uitgewisseld met de diensten van de stad wegens bescherming van de privacy. De kotbaas kan dus blijven verhuren met als enige verschil dat hij niet mag adverteren op Kotwijs. Blijven over: Immoweb, Ikot.be, allekoten.be, zimmo.be, easykot.be,... of het klassieke blad papier aan het raam: “TE HUUR: brandonveilige studio”.
Dat de Huisvestingsdienst van de KU Leuven extra controles doorvoert, is goed. Maar het punt blijft dat kotbazen die uit Kotwijs worden geweerd en verder verhuren, de dans ontspringen. Er kan morgen iemand sterven op een kot dat gisteren door de Huivestingsdienst werd afgekeurd. Hoe efficiënt zijn die huisbezoeken dan nog?
Op pagina 6 van deze editie stelt vredesactivist en academicus Johan Galtung dat de pers ook oplossingen moet durven aanbieden. Bij dezen: speel de gegevens door, onder tafel of boven tafel. Omzeil de wet. Het is in het algemeen belang van de stad en haar studenten. Misschien is er wel nood aan een #Leuvenpapers.
Een krant die bereid is de namen te publiceren, is er. Wie zorgt voor de zwarte lijst?