editoriaal> Editoriaal
Klimaatfatalisme
Hoe je het ook draait of keert, wij studenten hebben teleurgesteld.
Je hoort leeftijdsgenoten wel eens met enige jaloezie zeggen dat wij vijf jaar geleden ook al hadden kunnen spijbelen voor het klimaat. ‘Dat we toen niet op dat idee gekomen zijn!’ En toen de studenten na de lesvrije week de klimaatbetogingen kwamen steunen, viel de opkomst al bij al karig uit.
Je zou daaruit kunnen besluiten dat de universiteit onze naïviteit enigszins heeft stukgemaakt. Dat zou een spijtige zaak zijn. Uiteraard bekijken Anuna en co de zaken nogal zwart-wit, en is het de taak van de universiteit om verder te kijken. Maar bij al te veel academici leidt dat tot een specifiek soort fatalisme. We gebruiken het argument dat wij wel weten dat het allemaal zo eenvoudig niet is als een excuus om niet te gaan betogen, en om vanuit onze zetel smalend te doen over de klimaatspijbelaars. Dat gaat echter niet op. Het is nu eenmaal een spijtige wetmatigheid in de politiek dat een zekere mate van naïviteit nodig is om maatschappelijke verontwaardiging brandende te houden. De wereld is complex, en we zullen ze nooit volledig begrijpen. Maar dat mag ons niet belemmeren ergens in te geloven en daarvoor te vechten.
De ecologische crisis is ook geen louter probleem van kennis en technologie; het is tegelijk een psychologische crisis, één van het verstand. Gaandeweg is de mens zijn verwondering over de natuur verloren. Nochtans - lees Darwin er op na - is de natuur een motor van creativiteit en innovatie die de mens nooit zal kunnen evenaren. Toegegeven, de natuur heeft meer tijd gehad dan wij, maar als je het met voldoende aandacht bekijkt: elk radertje in het geheel, van de oudste bomen tot het kleinste insect, klopt. En de natuur is nu eenmaal het begin- en het eindpunt van de mensheid. De natuur heeft ons gemaakt, en aan het einde komt zij ons halen. We kunnen er dus maar beter zuinig mee omspringen, ook al begrijpen we er niet veel van.
Verwondering is een zeldzaam goed, en raakt wel eens ondergesneeuwd door de academische sleur. Ondergetekende studeert ecologie en heeft het voorrecht hele dagen de wondere natuur te bestuderen. Toch zit je tijdens de examenperiode te vloeken en te puffen op al die soorten en ecosystemen. Ik betrapte mezelf erop dat ik overdag vol frustratie en verveling hetzelfde aan het blokken was als waar ik ‘s avonds vol fascinatie documentaires over keek. De inconsistentie van het studentenbestaan - en dezelfde reden overigens waarom spijbelen niet hetzelfde is als les krijgen over het klimaat. Verwondering stelt je in staat van de dingen te genieten, nog voor je ze begrijpt. En dat, vrienden, kenmerkt een echte wetenschapper. Afspraak volgende donderdag in Brussel!