EDITORIAAL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG

Hoe meer meldingen, hoe liever!

Het aantal meldingen van grensoverschrijdend gedrag aan de KU Leuven tekende op zeven jaar tijd meer dan een verdubbeling op. Die stijging moeten we toejuichen: ze geeft aan dat problematisch gedrag ook eindelijk zo benoemd wordt.

Gepubliceerd Laatst geüpdatet

Sinds 2017 steeg het aantal meldingen van grensoverschrijdend gedrag aan de KU Leuven jaar na jaar enorm, tot het cijfer in 2022 een piek bereikte. Dat betekent echter niet dat onze universiteit het voorbije decennia een minder sociaal veilige plek is geworden. De cijfers zeggen weinig over een trend in het aantal werkelijke gevallen, maar veeleer over de bereidheid om daarmee naar buiten te komen.

Melden is geen gemakkelijke opgave, zoals psychiater Peter Adriaenssens in een interview op pagina veertien aankaart. Wij zijn de eerste generatie die grensoverschrijdend gedrag zo expliciet benoemt en erover durft te praten. Die overgang vraagt tijd en moed. Daarbij maakt het niets uit dat het merendeel van de klachten om 'mildere' vormen van grensoverschrijdend gedrag gaan. 

Te lang leefde het idee dat zaken als verbale agressie of intimidatie er nu eenmaal 'bijhoren' op weg naar excellentie. 'Om iedereen scherp te houden, moet het af en toe eens stuiven'. Het zijn verhalen die terugkeren in alle casussen van grensoverschrijdend gedrag die tot in het publieke debat zijn geraakt de afgelopen jaren. Dat ook aan een hypercompetitieve omgeving als een universiteit die houding lange tijd onproblematisch was, lijdt geen twijfel.

De omslag in mentaliteit lijkt stilaan ingezet. Ze moet zich blijven voortzetten en tonen in een eerlijke en open houding over hoe we naar de structuren van onze instelling kijken. Ons hoger onderwijs is immers 'aaneengeregen door hiërarchische verhoudingen en machtsverschillen', aldus ombudsman Pol Ghesquière. 

Te lang werd het als evident beschouwd dat iemand van de ene op de andere dag macht kon uitoefenen

Professoren genieten een verregaande mate van autonomie die hen toelaat om vrij en ongedwongen aan wetenschap te doen. Maar dat tweesnijdend zwaard keert zich tegen de universitaire gemeenschap wanneer die macht problematisch wordt uitgeoefend. Hoewel we moeten benadrukken dat het ongetwijfeld om een minderheid gaat, is rauwe machtsuitoefening vaak de snelste weg uit een situatie waarin iemand zich geen blijf weet en overrompeld wordt door taken en opdrachten.

Om 'macht' te vervangen door 'gezag', zoals Adriaenssens het verwoordt, moeten mensen die doorstromen naar een positie van autoriteit nog veel beter voorbereid worden op de complexe realiteit van het leidinggeven. Te lang werd het als evident beschouwd dat iemand van de ene op de andere dag macht kon uitoefenen. Anderzijds moeten we afstappen van het idee dat hiërarchie overal de oplossing voor is. Dat laat immers de ruimte aan problematische en autoritaire vormen van leiderschap om zich te ontplooien.

Dat die vanzelfsprekendheid nu met argusogen wordt bekeken is een goede zaak, net zoals het gegeven dat studenten – ook in de les – hun grenzen durven aangeven. Dat verdient geen smalende opmerkingen van professoren in de pers, zoals enkele weken geleden het geval was. 

Studenten maken voorlopig nog een minderheid uit van de melders aan het meldpunt van de KU Leuven. Of zij ook slechts een minderheid van de slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag uitmaken, weten we niet. We kunnen maar hopen dat ook zij in de toekomst nog meer zullen aangeven wanneer gedrag hun grenzen overschrijdt.

Daarom moeten we een stijging van de meldingen toejuichen. Dat is geen schandvlek voor de universiteit. Wel integendeel, het is een teken aan de wand dat er vertrouwen is in het meldpunt en dat problematisch gedrag nu eindelijk ook zo aanzien wordt.

Simon Tibo is hoofdredacteur. Het editoriaal wordt gedragen door de voltallige redactie.

Powered by Labrador CMS