editoriaal> Editoriaal

De verkeerde 'versoepeling'

Terwijl iedereen vol verwachtingen uitkijkt naar versoepelingen op de coronamaatregelen, kwam er vorige week een 'versoepeling' op de taalregels. De Vlaming reageerde voorspelbaar.

Om te beginnen een belangrijke nuance: het ANS – waarover de berichtgeving ging – is gebaseerd op bestaande teksten en is descriptief van aard. Het beschrijft wat er in de taal te zien is, maar schrijft zelf geen regels voor.

Bepaalde media vervormden dat gretig naar het feit dat bepaalde 'taalfouten' nu plots wel mogen, ondanks het feit dat het ANS niet prescriptief poogt te zijn. Verbolgenheid verkoopt immers beter. En als er iets is waar de Vlaming graag over klaagt, is het wel de verloedering van de taal.

Een versoepeling van onze taal zou geen reden tot protest mogen zijn. Taal is nu eenmaal een levend ding – en de voorbeelden van het ANS zijn daar het perfecte voorbeeld van. Wie koppig blijft vasthouden aan de taal zoals ze is, geeft blijk van onvoldoende kennis over de geschiedenis van taal.

Toch mag de verandering van de taal niet lukraak gebeuren. Ondanks de joie de vivre van een taal, zijn er wel enkele regels vastgelegd. De taalregels aanpassen omdat genoeg mensen een bepaalde fout maken is een argument gebouwd op los zand.

Niettegenstaande is een versoepeling van onze Nederlandse taal een gegeven om toe te juichen. Het onderwijs van onze jeugd en de integratie van anderstaligen kan er enkel bij gebaat zijn. Hoe eenvoudiger een taal in elkaar zit, hoe gemakkelijker die te leren is.

Maar verandering botst altijd op protest. In 1990 werd door de Nederlandse Taalunie een commissie opgericht om de taal uniformer en gemakkelijker te maken. De daaruit vloeiende spelling-Geerts, die fonetisch getint was – chocolade werd bijvoorbeeld 'sjokolade' – werd in de pers gelekt en nog voor haar officiële voorstelling in de vuilnisbak gekieperd.

'Sjokolade' zag er volgens de bevolking te belachelijk uit. Dat diezelfde bevolking tot 1954 nog 'rhytme' schreef in plaats van ritme viel in dovemansoren. Het recht had gezegevierd en het Nederlands was gered. Dat Nederlands een moeilijke taal blijft om te leren, nemen we er blijkbaar dan maar gewoon bij.

Hoewel ik zelf rillingen krijg bij de gedachte om simpele regels zoals het verschil tussen 'noemen' en 'heten' aan te passen, is de taalverandering onvermijdelijk. Als het echte moment van taalversoepeling aanbreekt, hoop ik dat we de discussie dan op een kalmere manier kunnen voeren dan de afgelopen maanden. Er zijn vandaag de dag immers ergere dingen als een simpel taalfoutje.

Jan Costers is redactiesecretaris. Het editoriaal wordt gedragen door de voltallige redactie.

Powered by Labrador CMS