splinter> Splinter
De onderschatte rol van beeld in journalistiek
Op nieuwsredacties krijgt beeld vaak een bijrolletje toegeworpen. Een fout uitgangspunt vinden Anne-Leen en Oriane, die dan maar hun pen vastnamen.
'Oriane, waarom zou je nu portretten schieten? We kunnen die foto’s toch gewoon van het internet halen?', aldus een VRT-medewerker. Een beetje kort door de bocht, denkt u, maar zo klinkt het wel vaker op een redactie. VRT of niet, Veto of wel, één ding staat vast: beeld krijgt een bijrolletje toegeworpen. Alsof cartoonisten en fotografen geen échte verslaggevers zijn. Nee, want échte journalistiek, dat is schrijven.
Heel wat redacteurs komen vaak heel laat aangehold. 'Zou je nog snel deze cartoon willen regelen?' klinkt het, achteraf, nadat het artikel af is. Foto’s en cartoons lopen de woorden achterna. Altijd te laat. Zo worden beeldmakers afgeschilderd als quasi-journalisten. Beelden? Dat zijn slechts last minute non-prestaties. Dat rijmt echter niet met de realiteit. Het valt misschien wel te vergelijken met seks. Een vluggertje is nooit echt voldoende.
Beeld en woord gaan hand in hand en vullen elkaar aan als narratieven. Net als woord zou beeld op zichzelf kunnen staan. Je zou evengoed een journalistieke krant zonder woorden kunnen uitbrengen. In een oogopslag zou je weten wat er gaande is in de actualiteit. Maar: met een handvol woorden kan je complexere zaken beschrijven. En wat onbeschrijfbaar is, vult beeld aan. Het is niet omdat beeld in deze situatie in functie van woord staat dat het minderwaardig zou zijn. Integendeel: die cartoon of die foto maakt een artikel af. Dát is de meerwaarde.
Toch is daarvan pas sprake wanneer een beeldmaker wordt ingezet als schrijver. We spreken enkel over beeldende verslaggeving als de afbeelding zelf deel kan uitmaken van wat gezegd wordt. Op dat moment voegt het woorden toe. Dit lijkt een vergeten feit. Te vaak worden beelden ingezet om ruimte op te vullen. Beeldmakers brengen geen woorden meer in hun beelden. Het is een beetje als een inhoudsloos artikel waarvan enkel de kop wordt gelezen. Het telt, omdat het plaats opvult. Zo hoeft het niet te zijn.
We ijveren simpelweg voor wat begrip en wat respect. Je kan niet op het laatste moment aan een beeldredacteur vragen dat illustratoren nieuwe tekeningen in elkaar flansen. Een tekening vraagt minstens evenveel geduld als een volledig artikel. Hetzelfde geldt voor foto's. 'Klik, hier is de juiste foto' - zo werkt het niet. Die momentopname is er, of ze is er niet. Net zoals een schrijver niet last minute de juiste woorden kan vinden, zo kunnen beeldmakers hun beelden niet zonder meer bij elkaar krabbelen.
Toch weten we ook wel dat dit niet enkel aan Veto ligt. Het betreft de mediawereld in het algemeen. Zelfs bij betalende kranten krijgt geen enkele journalist de nodige tijd voor zijn of haar artikel of beeld. Het nieuws komt en gaat met de dag. 24 uur, simpel als dat. Het is een spijtig fenomeen.
Als het globaal al niet lukt, laat dan maar staan dat we bij Veto overal en altijd begrip voor elkander kunnen creëren. Als vrijwilligers wordt je in de woelige wateren van de journalistiek gegooid. Het is een kwestie van het kopje boven water te houden tot de deadline komt en blij te zijn als alles toch min of meer afgewerkt raakt. Dan pas komt het afstellen op elkaar. We zijn er allemaal om elkaar aan te vullen, en in deze kleine journalistenwereld vragen we dus simpelweg een beetje meer begrip voor elkaar, vanuit alle kanten.