splinter> Over kiemen van wijsheid
Cursiefje: de zonnebloemeconomie
Geen leerrijker thuis-onderwijs dan het zaaien van planten. Alles begint klein.
Opleidingen in economie en ondernemerschap zouden, zo lijkt me, moeten beginnen met een basiscursus tuinieren. Nu de lente weer in volle zwang is, heb ik, vooruitdenkend met het oog op de zomer, één en ander ingezaaid. Want zoals de Fransen zeggen: ‘qui sème peu, récolte peu.’ De dagen daarop overviel me het typische ongeduld dat zaaiers kenmerkt : je hoopt s’ anderendaags meteen metershoge zonnebloemen aan te treffen in je potjes, maar de teleurstelling is onvermijdelijk – wat je zelf zaait groeit trager. Dat wist Shakespeare al: ‘Small herbs have grace, great weeds do grow apace.’
Dat ongeduld is wat tuinlieden en investeerders beide kenmerkt, en waar beide moeten leren mee omgaan. Meestal is het pas nadat je het hebt opgegeven – ‘Wat voor waardeloze zaden hebben ze me nu verkocht!’ – maar je de kweekbakjes toch nog even laat staan – ‘Je weet nooit wat er nog uit de bus valt’ – dat de zaak begint te kiemen. Geen zaliger gevoel dan, enkele maanden later, wanneer je vol trots de vrucht van je geduld kunt aanschouwen. Dat je de kweekbakjes bijna op de composthoop had gegooid, blijft daarbij buiten beschouwing.
De enige vereiste voor succes in de tuin is dat je diep van binnen in de zaak blijft geloven. En dat is ook waar een gezonde economie op draait. Een goed tuinier gooit bij tegenslag niet meteen zijn plantgoed weg om de boontjes dan maar door pakweg sla te vervangen. Met enige zorg en volharding komt het vaak wel goed. Dat maakt het zo wraakroepend te zien hoe beleggers steeds bij het eerste ontij meteen met de ratten het zinkende schip verlaten. Je geeft planten niet alleen water als de zaken goed gaan. Een beetje orkest blijft spelen, ook als het stormt.
Enige vogels in mijn tuin hadden die wijze lessen in ieder geval niet begrepen. Na enige tijd bleek immers een deel van de zaden spoorloos verdwenen te zijn. Hadden ze gewacht tot augustus, dan konden ze hele zonnebloemen leegeten. Nu hebben ze hun eigen ruiten ingegooid voor één stom zaadje. De natuur is niet meer wat ze is geweest.