artikel> De verveling wegschrijven

Brieven in tijden van corona, deel 1

Verveling troef, nu het coronavirus door ons Belgenland waart. Ook voor Veto. Daarom kruipen twee redacteurs in de pen om elkaar afwisselend een digitale brief te schrijven.

Gepubliceerd

Dag Benno, goede vriend

Wat een tijden, wat een tijden. Van die tijden, Benno, waaraan, mocht je ooit de nood voelen tot voortplanting, je kan refereren met een kleinkind op je door artrose aangetaste linkerdij. 'Een halve eeuw geleden (Naam kind), was er het coronavirus, en dat heb ik goddomme toch maar mooi overleefd!' Zulke voorbarige taferelen zijn natuurlijk koffiedik kijken, toekomstmuziek en wat meer. Het nú is wat telt. En dat nu stemt me niet bijster vrolijk.

In de eerste plaats op persoonlijk vlak. Het coronavirus is als een gas dat het vuur van mijn hypochondrie sinds lang nog eens doet oplaaien. Nieuwsmedia doen hun slecht-nieuws-reputatie weer alle eer aan; berichten over doden, zieken en reddeloze daklozen swingen de pan uit. Mijden dus, die journaals! Als hypochonder is iedere kuch, hoest of nies die ik uitbreng een teken des doods. Ik ben veiligheidshalve overgestapt van 12 sigaretten naar 11 sigaretten per dag. Je weet maar nooit.

Mijn geweeklaag terzijde geschoven, moet ik het over de maatschappij hebben, die me dunkt een (voorzichtige) veeg uit de pan verdient. Want de mens zou de mens niet zijn, mocht hij in crisistijden als deze niet nog eens zijn barmhartigste zelve onder het stof vandaan halen. Plots is geen moeite te veel om de ander een - sorry - handje toe te steken. Altruïsme lijkt doffe ellende te vereisen. Want, jij weet het net zo goed als ik: na dit alles verlaten de meesten van ons deze golf van eendracht om opnieuw in de rücksichtslose ratrace te stappen. Alleen ditmaal met een overschot aan wc-rollen.

Toch, Benno, moeten we koste wat kost hoop houden. George Harrison zong ooit: 'I look at you all, see the love there that's sleeping.' Wat deze langharige Beatle wilde zeggen, in het onwaarschijnlijke geval dat jouw Engels te wensen overlaat, is dat de samenleving tot grootse, harmonische dingen in staat is. Alleen laten mensen na dat in te zien.

Dit is een historische kans om als mensheid stappen te zetten. Zal het ons na de hele coronaheisa lukken om elkaar in vergrotende trap het licht in de ogen te gunnen? Of gaan we door op hetzelfde, achteloze elan, blind voor de nu zo duidelijke kwetsbaarheid van de mens? In mij woekert de vrees dat zulke balansen negatief plachten door te slaan.

Mijn glas is halfleeg, Benno. Vermag jij het te vullen?

Ondanks alles,
warme groeten vanuit mijn naar ik hoop steriele zetel.

Arne

Powered by Labrador CMS