artikel> Werkingsgarantie moet onderzoekers tegemoetkomen in basisbehoeften

‘We verspillen schandalig veel tijd, talent en middelen’

Onderzoekers kunnen vanaf nu beroep doen op een werkingsgarantie. Het debat over een echte basisfinanciering krijgt intussen nieuw leven ingeblazen. Op 5 december vindt daarover een symposium plaats.

Gepubliceerd

De maatregel voorziet jaarlijks een ophoging tot 5000 euro voor professoren die anders niet over dat bedrag beschikken en dus basisuitgaven niet kunnen dragen, zoals het bijwonen van een congres of aanschaffen van een laptop. Een onderzoeker die eind dit werkingsjaar bijvoorbeeld 2300 euro werkingsmiddelen heeft, zal daar in 2019 een aanvulling van 2700 euro op krijgen. De geldsom is niet onvoorwaardelijk. Aan de faculteiten en departementen worden bijkomende werkingsmiddelen toegekend om de kredieten uit te betalen.

‘Je kan lang discussiëren of dit nu veel of weinig is’, stelt rector Luc Sels. ‘Op de schaal van de KU Leuven is het een behoorlijke stap voorwaarts. We trekken de lijn door over alle professoren, ongeacht hun statuut, vanaf een tewerkstellingspercentage van 50%.’

Sels pleitte in zijn verkiezingscampagne al voor een basiswerkingsgarantie en realiseert daarmee nu een van zijn beloftes. Ook over een zekere vorm van basisfinanciering uitte de rector zich toen positief, maar daarvan kwam gedurende zijn beleidsperiode nog weinig in huis. Zijn beleidsploeg toont zich integendeel nog weinig gewonnen voor het idee.

Basisfinanciering, of toch?

Tijdens de verkiezingscampagne in 2016 ondertekenden uiteindelijk 612 academici van de KU Leuven een open brief die in Veto werd gepubliceerd, waarin ze pleitten voor basisfinanciering. Alle Vlaamse universiteiten krijgen BOF-middelen (Bijzonder Onderzoeksfonds) toegekend van de Vlaamse Overheid. Die worden uitgerekend op basis van een aantal parameters, zoals het aantal afgeleverde doctoraten en het aandeel in publicaties. Intern herverdeelt de universiteit die middelen volgens een competitief systeem. Onderzoekers dienen daarbij projectvoorstellen in.

‘Het is een minimumfinanciering - andere voorstellen die voorlagen waren om vanuit BOF-middelen een groter budget standaard te voorzien voor onderzoekers'

Philippe Muchez, decaan faculteit Wetenschappen

Daarnaast hebben onderzoekers de mogelijkheid projectaanvragen in te dienen bij externe fondsen, zoals het Vlaamse Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO), goed voor 20% van het onderzoeksgeld aan de KU Leuven.

‘Wij vragen geen gelijkmatige verdeling van alle BOF-middelen over alle professoren, noch een afschaffing van elk competitief model’, klonk het in de brief. 'Wel vragen we een voldoende spreiding van de BOF-middelen zodat iedereen die onderzoek doet daar ook middelen voor krijgt. Dat is rechtvaardiger en het maakt de positie van onze universiteit en onze onderzoekers sterker.’

De werkingsgarantie kan rekenen op veel bijval, al wordt telkens benadrukt dat het om een echt minimum gaat. ‘Er zijn andere voorstellen geweest’, zegt Philippe Muchez, decaan van de faculteit Wetenschappen en voormalig lid van de campagne voor basisfinanciering, maar als decaan niet langer betrokken. ‘Het is een minimumfinanciering - andere voorstellen die voorlagen waren om vanuit BOF-middelen een groter budget standaard te voorzien voor onderzoekers, natuurlijk wel nog altijd mits bewijs dat je goed wetenschappelijk onderzoek doet en een goed voorstel hebt waarmee je aan de slag kunt.’

‘Van de meer radicale formules ben ik nog lang niet overtuigd’

Luc Sels, Rector KU Leuven

Onder auspiciën van de rector en op vraag van enkele academici werd begin dit academiejaar een werkgroep ingericht die zich verder mag buigen over basisfinanciering. ‘Van de meer radicale formules ben ik nog lang niet overtuigd’, aldus Sels. ‘Maar ik probeer mijn geest open te houden voor argumenten. Binnen ons eigen onderzoeksfonds zijn de slaagkansen behoorlijk hoog. Maar aan de andere kant zie ik ook wel in dat de succesgraad, vooral binnen het FWO, hoger moet om een meer billijke slaagkans te bekomen.’

‘Binnen ons eigen onderzoeksfonds valt dat mee. Voor de c1 en c2 categorie zaten we vorig jaar met een slaagkans hoger dan 1 op 2. Als we dat binnen slimme regels boven de 50% kunnen krijgen, in combinatie met een basiswerkingskrediet, dan schuiven we toch al op richting een consensusmodel tussen voor- en tegenstanders van basisfinanciering.’

Op dit moment zit het slaagpercentage voor BOF-middelen tussen de 30 en 40%, een ‘gezonde competitie’. Muchez: ‘Bij het FWO ligt het slaagpercentage rond de 15%, wat betekent dat 1 op 7 projecten wordt goedgekeurd. Daar besteed je op de duur veel tijd en geld aan het schrijven en de evaluatie van projecten, terwijl er maar een fractie van wordt gehonoreerd.’

Wie bewaakt de bewakers

Een gekend probleem dat past in een groeiend rijtje vragen bij de verdeling van onderzoeksmiddelen en de praktijk van peer reviews. ‘Met drie tot vijf reviews per project, waar je telkens twee uur voor nodig hebt, ben je meteen een werkdag kwijt aan één project, waarvan 6 op 7 zonder gevolg blijven. Dat systeem is aan een herziening toe’, stelt Muchez.

‘Projectfinanciering leidt er pervers genoeg toe dat men gemakkelijker geld kan krijgen voor nieuwe apparatuur dan voor het onderhouden van bestaande apparatuur'

Andreas De Block, vicedecaan Onderzoek Hoger Instituut voor Wijsbegeerte

Enkele recente studies plaatsen ook vraagtekens bij de betrouwbaarheid van beoordelaars. Die hebben niet altijd even veel expertise over het specifieke onderwerp van een project of overschatten zichzelf in het inschatten van succes.

‘Ze krijgen ook geen opleiding daartoe’, stelt Andreas De Block, vicedecaan onderzoek aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte. ‘Je kan het bijna vergelijken met waarzeggerij.’ Ook als het slaagpercentage relatief hoog zou liggen, blijft het systeem problematisch, hekelt De Block. ‘Veel onderzoekers zijn in staat om een degelijk onderzoeksvoorstel in te dienen. De kleine verschillen waarop het dan aankomt, leiden tot grote verschillen in financiering, want er is een winner takes all principe. Van 25.000 euro naar niets op basis van noise. Bij de verdeling van kunstsubsidies is de samenleving daar vaak behoorlijk sceptisch over, in de wetenschap kennelijk veel minder. Het is ook zo dat het systeem van projectfinanciering leidt tot veel geldverspilling.’

Dat heeft volgens De Block niet alleen te maken met het werk dat in de beoordeling van projecten kruipt. ‘Projectfinanciering leidt er pervers genoeg toe dat men gemakkelijker geld kan krijgen voor nieuwe apparatuur dan voor het onderhouden van bestaande apparatuur.’

‘Het is alsof we in het wilde weg schieten, daarbij af en toe een doel treffen en onszelf vervolgens op de borst kloppen dat we zo goed gemikt hebben'

Andreas De Block

De Block verwijst naar een recent onderzoek in Science dat de voorspelling van impact van projecten door beoordelaars in het VK onder de loep nam. Daaruit bleek dat ze de bal volledig mis sloegen. ‘Het is alsof we in het wilde weg schieten, daarbij af en toe een doel treffen en onszelf vervolgens op de borst kloppen dat we zo goed gemikt hebben.’

‘Er is natuurlijk een internationale context en je kan niet zomaar alles doen wat je wil’, stelt De Block. ‘Maar je kan wel een voortrekkersrol nemen en systemen in vraag stellen. Intussen verspillen we schandalig veel tijd, talent en middelen met het huidige systeem.’

Of beoordelaars soms grondige inschattingsfouten maken, is moeilijk te beoordelen, stelt Sels, omdat projecten die als niet voldoende goed of grensverleggend worden beoordeeld uiteindelijk ook geen financiering krijgen. De gevolgen van de reviews kunnen daardoor niet meer geëvalueerd worden achteraf. ‘Ik heb zelf wel ruime ervaring met peer reviews en ik ben, zeker binnen ons eigen onderzoeksfonds, altijd positief onder de indruk geweest van de ernst, degelijkheid en vertrouwdheid met het onderzoeksdomein van beoordelaars.’

'De vraag is wat een goed alternatief is en daar krijg ik vaak geen antwoord op'

Luc Sels

Dat er evidente problemen zijn, is voor Sels nog geen reden om het model ‘waarmee de wetenschap is groot geworden’ aan de deur te zetten. ‘Dat er mankementen zijn en dat er voor nieuwe of risicovolle domeinen foute inschattingen gebeuren, zal ik niet ontkennen. De vraag is wat een goed alternatief is en daar krijg ik vaak geen antwoord op. Daar ga ik ook liever verder op in als ik het advies van de werkgroep heb. Ik wil het debat niet op voorhand wegkapen.’

Team science

‘We hebben bij het FWO nu een reeks voorstellen ingediend om peer reviews meer substantieel en vooral onafhankelijker te maken.’ Voor Sels is het belangrijk dat de kwaliteit strikt bewaakt wordt en dat de evaluatie zo weinig mogelijk in handen is van commissieleden die de eigen universiteit vertegenwoordigen. ‘Reviewers die zich er met drie regels commentaar vanaf maken, moeten eruit.’

Een gedeeltelijke oplossing voor de problemen zou kunnen bestaan in zogenaamde team science, waarbij onderzoekers de mogelijkheid krijgen om hun cv samen te voegen en gezamenlijk projecten in te dienen, vindt Muchez. ‘Onderzoekers die wat minder actief zijn kunnen zo toch deelnemen aan een gezamenlijk project, waarbij de financiering in verhouding blijft tot de eigen bijdrage aan het onderzoek.’

Op 5 december organiseren de initiatiefnemers van de open brief een symposium dat zich moet buigen over de vraag hoe onderzoeksfinanciering ‘anders en beter’ kan.

Powered by Labrador CMS