artikel> UPC en IMEC werken samen aan psychiatrische technologie

IT in de psychiatrie

Het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven en IMEC slaan de handen in elkaar om de effectiviteit van draagbare technologie te onderzoeken.

Gepubliceerd

Even buiten Leuven, in de schaduw van het Arenbergkasteel, ligt een van de grootste onderzoekscentra van Europa: IMEC. Het miljoenenbedrijf heeft zich de laatste jaren geprofileerd als dé autoriteit op het vlak van nanotechnologie en micro-elektronica. Het moet dan ook geen verrassing zijn dat de KU Leuven al enige tijd nauw samenwerkt met de firma. Ook het Universitair Psychiatrisch Centrum (UPC) van de KU Leuven werd gecontacteerd door IMEC. Vijf jaar na datum komen ze met een duidelijk onderzoeksproject: wearables.

Secundaire preventie

Onder wearables kunnen we verstaan: slimme draagbare technologie. Wearables hebben in talloze geneeskundige gebieden reeds hun opmars gemaakt, maar voor de psychiatrie was het nog even wachten. Nu hopen IMEC en het UPC de effectiviteit van die slimme toestellen te onderzoeken: welke rol spelen wearables in het genezingsproces?

'De opvolging van de thuisomgeving is de grootste troef van deze wearables'

Stephan Claes, diensthoofd volwassenenpsychiatrie UPC

Voor dit project hebben IMEC en het UPC een contract van vijf jaar gesloten, waaraan onder andere acht doctoraatsstudenten verbonden zijn. Professor Stephan Claes, diensthoofd volwassenpsychiatrie aan het UPC, ziet veel voordelen in de samenwerking. Volgens hem is de opvolging van de thuisomgeving de grootste troef van deze wearables, aangezien de patiënt zich toch anders gedraagt in de dokterspraktijk dan thuis.

In de psychiatrie biedt deze technologie vooral belangrijke data voor de medische opvolgers. Door het monitoren van parameters zoals hartritme en de conductiviteit van de huid, zijn medici beter in staat in te schatten of ze over moeten gaan tot interventie. Voorlopig worden deze wearables alleen nog maar ingezet bij patiënten waarbij al een psychische aandoening is vastgesteld, waardoor men spreekt over ‘secundaire preventie’.

Het belang van privacy

In al de opwinding rond deze nieuwe technologie, klonk toch ook een kritische stem. Wearables zijn immers zeer kwetsbaar voor hacking en andere data-inbreuken. Professor Claes verduidelijkt dat bekommernissen omwille van de privacy hier niet ter zake doen. Omdat de technologie zich nog in een precair stadium bevindt, wordt de data nog verzameld in het toestel zelf. Op die manier is er geen interferentie van buitenaf mogelijk.

'Er is echt wel nood aan onderzoek dat peilt naar de effectiviteit van die apps'

Stephan Claes, diensthoofd volwassenenpsychiatrie UPC

Professor Claes juicht de recente innovaties in de psychiatrie toe, maar vindt dat er nog meer moet geïnvesteerd worden in onderzoek dat peilt naar de effectiviteit van wearables. ‘Veel mensen downloaden een app, die ze dan enkele dagen gebruiken. Uiteindelijk zien ze dat de app toch niet zo goed werkt’, stelt professor Claes. ‘Er is dus echt wel nood aan onderzoek dat peilt naar de effectiviteit van die apps.’

Wat de toekomst zal brengen, daar kan ook professor Claes niet op antwoorden. Maar laten we zeggen dat die er voor de psychiatrie hoopvol uitziet, of om de slogan van IMEC lichtjes te altereren: towards embracing a better life.

Powered by Labrador CMS