REPORTAGE GESCHIEDENIS
Het Husserl-archief: oorlog, opportunisme en filosofie
Het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte huist al tachtig jaar een opmerkelijk onderzoeksproject, met een al even opmerkelijke geschiedenis. Onze redactie gaat op bezoek.
Slechts weinigen weten dat het Instituut voor Wijsbegeerte al acht decennia in het Presidentsgebouw een van de meest opmerkelijke filosofische verzamelingen ter wereld herbergt, namelijk het Husserl-archief. Emanuele Caminada, een van de vijf onderzoekers die momenteel actief is in het archief, verwelkomt ons er.
Edmund Husserl was een Oostenrijks-Duitse filosoof die wordt beschouwd als de grondlegger van de denkstroming fenomenologie en maakte deel uit van de belangrijkste filosofen van de twintigste eeuw. Hij ontwikkelde een geavanceerde methode om ervaringen filosofisch te beschrijven, die tot op vandaag grote navolging kent. Maar hoe kwamen zijn manuscripten dan in Leuven terecht?
Schriften op de vlucht
We nemen plaats in de Husserl-kamer. Sinds enkele jaren bevat deze ruimte Husserls originele bureau, stoel en filosofische bibliotheek. Het archief dient sporadisch als toeristische attractie, maar is vooral een zeer bedrijvig onderzoekscentrum. De oorsprong daarvan kunnen we terugleiden naar een heel invloedrijk persoon: Herman Van Breda.
Deze franciscaan wilde na zijn studies graag een doctoraat schrijven over Husserls fenomenologie. Daarvoor besloot hij in 1938 Husserls weduwe, Malvine Husserl, in Duitsland op te zoeken. Zij stond op het punt haar kinderen te volgen naar de Verenigde Staten, maar zat vast in Duitsland. Zolang geschriften van haar overleden echtgenoot zich nog op Duitse bodem bevonden, en dus overgeleverd waren aan de nazi’s, wilde ze namelijk niet vertrekken
Van Breda zag hier zijn kans en bood haar aan te helpen. Met twee grote valiezen vol onuitgegeven manuscripten trok hij eerst naar Zwitserland, waar hij aanvankelijk de grens niet over geraakte. Uiteindelijk contacteerde Van Breda de Belgische ambassade. De Belgen wisten de kostbare lading als diplomatische dispatch naar Brussel te vervoeren. Niet veel later arriveerden de manuscripten in Leuven, waar ze vandaag de dag nog steeds liggen.
Eens de schriften veilig waren weggeborgen, konden ze naarstig onderzocht worden door Van Breda. Maar de verzameling was op dat moment nog niet compleet, en bovendien stond Van Breda aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog.
Malvine Husserl trok de schriften achterna met Husserls filosofische bibliotheek. Omdat ze echter geen visum voor de Verenigde Staten kon krijgen, was ze gedwongen hier onder te duiken. Van Breda slaagde erin haar onder te brengen in een klooster in Heverlee, maar om dat te bekostigen was ze genoodzaakt de bibliotheek aan het instituut te verkopen. Die verzameling is van onschatbare waarde, aangezien ze ook de aantekeningen van Husserl zelf bevat.
Onleesbaar
Het derde belangrijke onderdeel van het archief zijn de transcripties. Zelfs toen Van Breda de originele werken in handen kreeg, bleven Husserls inzichten voor hem een raadsel. Zoals veel denkers in zijn tijd, schreef de filosoof zijn teksten namelijk neer in specifieke vorm van steno of snelschrift. Zo was Husserl in staat om dagelijks talloze gedachte-experimenten neer te pennen, in totaal goed voor ongeveer 40.000 pagina's.
Slechts drie mensen konden op dat moment zijn handschrift vertalen: zijn persoonlijke assistenten. Een ervan, de heilig verklaarde Edith Stein, weigerde Duitsland te verlaten en in 1942 zou ze tragisch om het leven komen in Auschwitz . De twee andere wist Van Breda naar Leuven te krijgen, maar toen de oorlog uitbrak waren zij gedwongen terug naar Duitsland te trekken. Dankzij Van Breda’s pogingen tot netwerken – en met financiële steun van UNESCO vanaf 1949 – kon het onderzoek zich gelukkig verder ontwikkelen.
Het onderzoek gaat verder
De laatste tachtig jaar zijn de onderzoekers aan het HIW actief aan het werk om de manuscripten te transcriberen, publiceren en digitaliseren. Caminada toont ons het gedigitaliseerde archief (digitalhusserl.eu), waar ook de onderzoekers aan mee werken. De originelen bevinden zich namelijk sinds enkele jaren in de Universiteitsbibliotheek.
Op dit moment zijn ongeveer 75 procent van manuscripten getranscribeerd, en de onderzoekers hopen die documenten binnenkort beschikbaar te maken voor geïnteresseerden over de hele wereld. De onderzoekers werken ook aan een overeenkomst met de overgebleven familie van Husserl, om de schriften Vlaamse topstukken te maken en zo hun plaats in Leuven officieel te verankeren.
Ten slotte leidt Caminada ons rond in de hal van het archief, waar een tiental foto's van onder andere zijn assistente Edith Stein, zijn vrouw Malvine en Herman Van Breda prijken. Ook belangrijke collega-filosofen ontbreken niet. Zo zien we eveneens foto's van Levinas en Ricœur op bezoek in het instituut, en een boek dat Husserl persoonlijk van zijn opvolger Martin Heidegger kreeg.
Net zoals de rest van het instituut, geeft het Husserl-archief een eerder bescheiden indruk. Een knus gebouwtje op een knusse campus. De historische kamer wordt nog dagelijks gebruikt voor kleine leesgroepen en besprekingen. Wanneer je echter kennis maakt met de curieuze geschiedenis van het archief, is het moeilijk om niet enthousiast te worden.