interview> Navraag

Erika Vlieghe: 'Ik ben verschillende keren met mijn kop tegen de muur gelopen'

Infectioloog Erika Vlieghe stond twee jaar aan de zijde van de regering. 'Na verloop van tijd word je een soort meubel in de woonkamers van mensen.' Nu de pandemie afzwakt, blikt ze terug.

Op een zonnige paasmaandag ontmoeten we Erika Vlieghe. Via een poortje bij de buren worden we naar een tuin in volle bloei geleid. De rust die ze uitstraalt, staat in schril contrast met de stress die de voorbije twee jaren haar gebracht hebben. Van het universitair ziekenhuis werd ze in allerijl naar de tv-studio en de onderhandelingstafel gekatapulteerd. Twee jaar later blikt ze met gemengde gevoelens terug.

In 1996 bent u afgestudeerd aan de KU Leuven. Hoe kijkt u terug op die tijd?
Erika Vlieghe: 'Met gemengde gevoelens. In die tijd duurde Geneeskunde nog zeven jaar, dus dat was best lang. Geneeskunde werd toen ook nog heel theoretisch gedoceerd. Het duurde jaren voor wij een patiënt te zien kregen. Op een bepaald moment had ik dan ook echt de drang om iets te doen in plaats van enkel student te zijn.'

'Als student zou ik het vreselijk gevonden hebben om terug thuis te moeten gaan wonen'

'Het was natuurlijk wel een prettige tijd, maar ik vond het niet "de beste tijd van mijn leven" zoals sommigen het noemen. Er zijn nadien nog veel betere momenten gekomen. Laat dat een geruststelling zijn. (lacht) Ik ben wel altijd actief geweest in faculteitskring Medica en heb daar heel veel vrienden aan overgehouden.'
Heeft de herinnering aan uw studententijd meegespeeld toen de coronamaatregelen op tafel lagen?
'Nee, eigenlijk niet. We hebben natuurlijk veel met studenten gediscussieerd als er maatregelen op tafel lagen. Ook wij hadden ons niet kunnen voorstellen dat de lessen zouden opgeschort worden en online les verplicht zou worden. Als student zou ik het vreselijk gevonden hebben om terug thuis te moeten gaan wonen. Het was voor iedereen moeilijk om zich voor te stellen dat het leven zo zou stilvallen.'


U bent later teruggekeerd naar de KU Leuven om te doctoreren.
'Ja, ondanks het feit dat ik al vele jaren in Antwerpen werkte. Maar mijn promotor en mijn copromotor zaten heel erg op dezelfde golflengte. Mijn doctoraat heeft zich voor het grootste deel in Cambodja afgespeeld: het was een samenwerking met het Instituut voor Tropische Geneeskunde en een lokale partner.'

U zei het al, u bent gespecialiseerd in tropische geneeskunde. Wat heeft die keuze bepaald?
'Ik heb gekozen voor de opleiding Geneeskunde omdat ik echt arts wou worden. Via interne geneeskunde ben ik bij infectiologie beland. Die keuze werd bepaald door mijn interesse in biologie. Ik vond het jammer dat ik na het eerste jaar enkel nog de mens kon bestuderen. Omdat infectiologie gaat over de constante strijd tussen de mens en andere (micro-)organismes, kon ik meer dan één species bestuderen.'

'In onze cursussen virologie werd al voorspeld dat een pandemie "bound to happen" was'

'Mijn specialisatie in tropische geneeskunde werd dan weer vooral bepaald door mijn interesse in exotische plaatsen en culturen. Door de globalisering en klimaatopwarming dijt dat gebied uit en is wat ik nu doe veel breder.'

Had u ooit verwacht dat ook het Westen met zo'n infectieziekte geconfronteerd zou worden?
'Theoretisch gezien wel. In onze cursussen virologie werd op basis van de opeenvolgende griepvarianten al voorspeld dat een pandemie bound to happen was en dat die waarschijnlijk in Azië zou ontstaan. Dat is namelijk een plek waar veel mensen bijeenkomen en mens en dier heel nauwe contacten hebben.'

'Maar de felheid en de impact heeft ons toch verrast. We verwachtten ons eigenlijk allemaal aan een grieppandemie. Na de uitbraak van de Mexicaanse griep is daar heel veel aandacht naartoe gegaan. Coronavirussen zijn een beetje onder de radar gebleven.'

Hoe denkt u dat de pandemie in de gebieden rond de tropen zal evolueren?
'Dat is heel moeilijk te voorspellen. Het probleem is dat we niet over alle landen even goede cijfers hebben. Het Globale Zuiden is bovendien zeer heterogeen. We vermoeden dat het virus daar zal blijven circuleren, maar de impact is moeilijk te voorspellen.'

'De gezondheidstoestand in het Globale Zuiden is zeer zorgwekkend'

'De pandemie heeft ook indirecte impact. De aanpak van andere infectieziektes, zoals tuberculose of de klassieke kinderziektes, is verwaarloosd. Je kan mensen en middelen maar één keer inzetten. Bovendien kan het protest tegen de vaccinatiecampagnes een weerslag hebben op de traditionele kindervaccinaties.'

'Het is mogelijk dat die zaken een nog grotere impact op de volksgezondheid hebben. Daarbovenop komt nu de wereldwijde economische weerslag en de oorlog in Oekraïne. De gezondheidstoestand in het Globale Zuiden is zeer zorgwekkend.'

Denkt u dat corona ook een positief effect zou kunnen hebben op de bestrijding van andere infectieziektes?
'Ja, of dat hoop ik tenminste. We hebben veel geleerd. Veel landen hebben bewezen dat je met rigoureuze niet-medicamenteuze maatregelen zoals lockdowns ook ver kan komen. Preventie is echt super belangrijk. Eens het virus in de maatschappij is geïntegreerd, moet je snel kunnen schakelen en je opvangcapaciteit opdrijven. Daar is het bijvoorbeeld in India fout gelopen.'

'Sommige beleidsmakers begrijpen onze context en methodologie totaal niet'

'De pandemie leert vooral hoe belangrijk alle verschillende bouwblokken zijn. Zowel controle, testen, communicatie als uitklapbare capaciteiten in de eerste- en tweedelijnsgezondheidszorg. Corona heeft de problemen die we daar hadden mooi blootgelegd.'

Tijdens de pandemie bevond u zich op het spanningsveld tussen beleid en wetenschap. Hoe heeft u dat ervaren?
'Dat was niet makkelijk. Je kan die spanning nooit wegnemen, want dat is een intrinsiek probleem: beleidsmakers maken beslissingen, hopelijk rationele en onderbouwde beslissingen, maar soms ook emotionele beslissingen. Wetenschappers proberen inzichten aan te leveren, maar die inzichten zijn altijd onzeker.'

'Sommige beleidsmakers begrijpen onze context en methodologie totaal niet. Zij benadrukken vooral dat een beslissing snel moet genomen worden of proberen het beleid te baseren op een anekdote die ze vervolgens uitvergroten.'

'Andere beleidsmakers hadden dan weer begrip voor onze situatie. Minister Vandenbroucke (Vooruit) is bijvoorbeeld zelf wetenschapper en lijkt die knop tussen wetenschap en beleid te kunnen aan- en uitzetten. Maar zelfs wanneer beleidsmakers met je meedenken, is het nog moeilijk om die vertaalslag te maken.'

Was dat een leerproces?
'Ja, ik heb echt moeten ontdekken dat die spanning bestond en ben meermaals tegen de muur gelopen. Je loopt namelijk altijd het risico om geïnstrumentaliseerd te worden door politici en moet dus als wetenschapper op je strepen staan. Ik heb ook ontdekt dat de media die spanning graag uitvergroten en karikaturiseren.'

'Volgens de politieke logica is iedereen die niet brullend wegloopt van de onderhandelingstafel volledig akkoord'

'We moeten dus van die spanning het beste maken. Voor buitenstaanders is het natuurlijk erg verwarrend dat wij iets anders zeggen dan politici, maar daar kan je niet omheen. Het is niet omdat beleidsmakers ons niet volgen dat het onnozelaars zijn. Het is niet makkelijk om wetenschappelijk adviseur te zijn, maar zeker ook niet om beleidsmaker te zijn.'

Wat was zo'n leermoment in die periode?
'Het allerbelangrijkste moment was het befaamde incident met Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA). Op een Veiligheidsraad in juli 2020 wilden politici de bubbel van vijf uitbreiden naar vijftien omdat er zoveel mensen pasten in een gîte in de Ardennen. Wij hebben toen benadrukt dat die bubbel een wetenschappelijke betekenis heeft en een uitbreiding een exponentiële toename van contacten betekent.'

'Om politieke redenen heeft men dat toen toch beslist. Wanneer journalisten Jambon vroegen waarom hij de experten niet volgde, gaf hij als argument dat ik mee aan tafel had gezeten. Toen sprong ik echt uit mijn vel, want ik heb natuurlijk geen stemrecht aan die tafel en kan alleen maar advies geven.'

'Ik dreigde toen meegesleept te worden in een beleid waar ik geen voorstander van was. Politici moeten doen wat ze vinden dat ze moeten doen, maar als wetenschapper moet je het compromis ook niet verdedigen. Volgens de politieke logica is iedereen die niet brullend wegloopt van de onderhandelingstafel volledig akkoord.'

In het begin van de pandemie liet de politiek vooral het woord aan artsen en wetenschappers. Neemt u hen dat kwalijk?
'Ik kijk daar niet met bitterheid op terug. Ik was niet gewend om op die schaal aan wetenschapscommunicatie te doen, maar je doet dat met veel enthousiasme omdat je beseft dat het nodig is. Ik kreeg veel berichten van mensen die zeiden dat ik dat moest blijven doen.'

'Wij moesten de kastanjes uit het vuur halen omdat er geen politici waren om hun beleid uit te leggen'

'Toen ik op 1 april 2020 voorzitter werd van de GEES (Groep van Experts belast met de Exit-Strategie, red.), vond ik dat het ook mijn taak was om correct te communiceren over ons advies. Dat werd steeds moeilijker, aangezien ik geconfronteerd werd met het beleid. Toen begon het te dagen dat wij de kastanjes uit het vuur moesten halen, omdat er geen politici waren om hun beleid uit te leggen.'

'Ik heb toen gezegd dat ik enkel kwam om het advies uit te leggen. De journalisten vertelden me dan dat ze politici gebeld hadden, maar dat die niet wilden komen. Sommige opiniemakers zeiden dat we werden gebruikt. Het leek mijzelf echter geen masterplan, maar eerder machteloosheid in de chaos der dingen.'

Hoe was het om van van het ene op het andere moment in huiskamers over heel Vlaanderen aanwezig te zijn?
'Dat was heel bizar. Het feit dat mensen je op straat herkennen en er over je gesproken wordt, is echt absurd. In het begin waren de reacties overwegend positief, maar naarmate de pandemie vorderde, werden mensen alles, en dus ook mij, beu.'

'Na verloop van tijd word je een soort meubel in de woonkamers van mensen'

'Je neemt een plaats in op het publieke forum en trekt dus verschillende reacties aan. Dan pas besef je wat politici over zich heen krijgen. Ik wist niet wat het was om een bekend persoon te zijn: ineens ben je dat zonder dat te hebben nagestreefd.'

'In de pers is vooral het negatieve luik bericht geweest, maar ik heb ook ongelofelijk veel appreciatie gekregen. Na verloop van tijd word je een soort meubel in de woonkamers van mensen, alsof je de weerman bent. Dat vond ik heel opmerkelijk.'

Hebben uw ervaringen u optimistischer of pessimistischer gemaakt over de mogelijkheden van wetenschapscommunicatie?'Ik denk toch optimistischer. Veel mensen die ik tegenkwam, vertelden me dat zij de "zwijgende massa" waren. Ik denk dat de groep die je werk apprecieert, maar niet de nood heeft om dat op sociale media te uiten, erg groot is. Veel mensen zien nu het belang van gedegen wetenschapscommunicatie in.'

'Tegelijkertijd zijn ook de limieten bloot komen te liggen. Zo kregen we vaak het verwijt van mensen dat we elkaar tegenspraken. Onder wetenschappers hoort dat natuurlijk zo. Als ik kijk naar de experten die zich over de Oekraïnecrisis uitspreken, dan zeggen zij ook niet allemaal hetzelfde. Alleen is dat super verwarrend voor mensen die niet met die wetenschappelijke dialectiek opgegroeid zijn.'

'Ik denk dat ik altijd eerlijk ben geweest'

'Je gaat altijd mensen hebben die een simpele boodschap willen. Als die mensen jou vragen wat ze moeten doen, sta je daar met al je nuances. We moeten proberen die mensen te bereiken met heldere boodschappen die toch eerlijk en correct zijn. Daar hebben we nog veel in te leren.'

Zijn de experten altijd eerlijk geweest?
'Ik kan enkel voor mezelf spreken, maar ik denk dat ik altijd eerlijk ben geweest. Wanneer men ons midden maart vroeg of mensen mondmaskers op straat moesten dragen, heb ik gezegd dat dat niet de prioriteit was. Ik heb altijd gezegd waar ik op dat moment van overtuigd was en achter stond.'

'Stel je voor dat we toen hadden aangeraden om met z'n allen mondmaskers te dragen en niet in lockdown te gaan. Binnen de kortste keren zou de stock op geweest zijn en hadden we het virus niet tegengehouden. Ik sta dus nog altijd achter die beslissing.'

'Voor ons was het in maart 2020 zo klaar als een klontje om geen mondmaskers uit te delen'

'Sommige inzichten zijn ook maar geleidelijk aan gekomen. Bijvoorbeeld dat de overdracht niet enkel via druppels, maar ook via aerosolen kon gebeuren. Dat speelt ook een rol bij het al dan niet aanbevelen van maskers. Wellicht hadden sommige van mijn collega's dat op een meer genuanceerde manier moeten duidelijk maken, maar voor ons was het zo klaar als een klontje om geen mondmaskers uit te delen als er zo weinig waren in de zorg.'

Denkt u dat er door de pandemie meer waardering is voor wetenschap?
'Het effect is dubbel. We zullen dat pas kunnen beoordelen als de pandemie volledig gedaan is. De vaccins zijn een knap staaltje wetenschappelijk vernuft, maar tegelijkertijd leven we in een tijd waarin desinformatie zich razendsnel verspreidt.'

'Dan komen we terug bij wetenschapscommunicatie. We moeten in communicatie gaan met groepen die we anders moeilijk bereiken: migranten, anderstaligen, mensen in armoede, maar ook online groepen die het niet met je eens zijn.'

Wat zal u meenemen uit de coronapandemie naar de rest van uw leven?
'Ik heb geleerd dat een pandemie bestrijden teamwork is. Teamwork veronderstelt dat je je ego opzij kan zetten en focust op datgene waar je goed in bent. We hadden soms lange discussies, maar als de wil er is om te landen, geraak je al ver.'

'Daarnaast heb ik geleerd hoe belangrijk het is om voor jezelf te blijven zorgen. De crisis is een marathon geworden. Ik ben verschillende keren met mijn kop tegen de muur gelopen. De permanente stress van niet te weten wat er morgen zou gebeuren, was zeer slopend.'

'Ik zou er niet aan mogen denken dit in Amerika te hebben moeten doen'

'Maar politici maken dat dag in dat uit mee. Zij hadden tijdens de coronacrisis minstens even veel stress als wij, en zijn via het bruggetje van de energiecrisis naar de Oekraïnecrisis gegaan. Wat ik dus ook meeneem is respect voor politici, ook al ben ik het niet altijd met hen eens. Gebrek aan respect voor politici is echt een probleem in onze maatschappij.'

'Ten slotte neem ik mee dat het altijd mogelijk is om de dingen beter te organiseren en beter voorbereid te zijn, zelfs in een land als België. Wij hebben nu ook echt geprofiteerd van wat we al hadden. De sociale zekerheid bijvoorbeeld is voor veel mensen een enorme buffer geweest om niet in armoede te belanden. Ik zou er niet aan mogen denken om dit in Amerika te hebben moeten doen, waar mensen gewoon failliet gaan als ze in het ziekenhuis terechtkomen.'

Powered by Labrador CMS