INTERVIEW ELISABETH BIK
'De kans is groot dat je al een paper met fraude hebt gelezen'
Niet elke paper is een even eerlijke weergave van wetenschappelijk onderzoek. Elisabeth Bik speurt de afbeeldingen in duizenden artikelen af op zoek naar fraude.
Elisabeth Bik speurt als een ware Sherlock Holmes sinds 2014 wetenschappelijk beeldmateriaal af op zoek naar fraude. Die inspanningen werden beloond met meer dan 20.000 citaties en de onthulling van 2000 frauduleuze artikelen, wat haar een van de meest gerenommeerde fraudeonderzoekers van de academische wereld maakt. Op donderdag 20 april zakte ze van haar woonplaats in de VS af naar de campus van Thomas More in Geel, om een lezing te geven over haar werk. 'If you fake in science, you should not be doing science.'
U begon in 2014 met het nakijken van wetenschappelijke illustraties op manipulaties en sinds 2019 bent u voltijds bezig met het opsporen van wetenschapsfraude. Voordien was u werkzaam als microbioloog. Vanwaar die carrièreswitch?
Elisabeth Bik: 'In 2014 ontdekte ik dat stukken van mijn eigen teksten letterlijk gekopieerd waren door iemand anders. Dat schaamteloze plagiaat maakte mij zo kwaad. Die gevoelens voeden mijn werk nog steeds.'
'Daarna heb ik een systematisch onderzoek gevoerd op meer dan 20.000 papers over microbiologie, waarbij ik voornamelijk op zoek was naar eventuele onregelmatigheden in afbeeldingen. Uiteindelijk bleek dat er in ongeveer 800 artikelen sprake was van zo'n onregelmatigheid. Dat betekent dat er in vier procent van de artikelen op de een of andere manier fouten zijn gemaakt met de illustraties.'
'AI zal net leiden tot een toename van wetenschapsfraude'
'Waarschijnlijk gaat het in ongeveer de helft van die papers om gevallen van fraude, waarbij de onregelmatigheid expres werd begaan. Maar naar mijn mening liggen de gevallen van wetenschapsfraude in werkelijkheid hoger dan twee procent van de artikelen. Andere vormen van fraude zoals plagiaat en statistische of ethische fraude heb ik niet opgenomen in mijn onderzoek. Die zijn ook vaak moeilijker te detecteren. De kans is groot dat je als onderzoeker ooit wel eens een paper met fraude hebt gelezen.'
Waarom is het juist zo belangrijk om wetenschapsfraude op te sporen?
'Wetenschappers proberen de waarheid te vinden. Als je fraude pleegt, ga je eigenlijk in tegen alles wat wetenschap zou moeten zijn. Wetenschap is als een muur met bakstenen: als iemand fraude pleegt, komt er een scheve steen in de muur en is die niet meer stevig. Onderzoekers bouwen dan ook constant voort op eerder werk van anderen of proberen onderzoeksresultaten te repliceren. Stel je voor dat ze zich baseren op frauduleus onderzoek. Wat een tijdverlies!'
Zou u kunnen toelichten hoe u te werk gaat om te achterhalen of er fraude in een paper is gepleegd?
'Momenteel krijg ik voornamelijk tips binnen van andere wetenschappers met de vraag om een bepaalde paper te bekijken omdat ze vermoeden dat er een of meerdere illustraties met een duplicatie in staan. Ik ben gespecialiseerd in het vinden van onregelmatigheden in afbeeldingen.'
'Tijdschrifteditors en uitgevers reageren vaak traag en nemen geen kordate actie als ik fraude meld'
'Als twee dezelfde afbeeldingen per ongeluk in een paper verzeilen, is er in principe al sprake van duplicatie, maar niet noodzakelijk fraude. Dat is een fout die de auteurs gewoon kunnen rechtzetten. Maar een duplicatie kan ook een afbeelding zijn die met photoshop is samengesteld uit stukjes van andere illustraties. Die zouden dan bijvoorbeeld een experiment zoals een western blot (een veelgebruikte analytische techniek in de microbiologie om specifieke eiwitten te detecteren, red. ) moeten voorstellen, dat echter nooit heeft plaatsgevonden. In dat geval gaat het wel over fraude met opzet.'
#ImageForensics time.
— Elisabeth Bik (@MicrobiomDigest) April 27, 2023
Four photos of mouse pancreas tissues. Each mouse was treated differently, so none of the photos should overlap. But there is an unexpected overlap. Can you spot it? pic.twitter.com/6S31XPMpkC
'Soms draait een tip uit op niks, maar zodra ik denk dat er iets met de paper aan de hand is, volg ik het spoor verder. Ik kijk naar de andere papers van de eerste auteur van de paper in kwestie, de junior researcher. Maar ook die van de laatste auteur, die vaak de leiding heeft over een hele onderzoeksgroep. Het is een soort van detectivewerk. Een spoor kan doodlopen, maar soms heb je ineens beet en blijken een heleboel artikelen van een lab onbetrouwbaar. Zo van die grote sporen met honderden papers volgen, kan weken duren.'
En werkt u steeds met het blote oog of komt software soms te hulp?
'Ik werk vooral met het blote oog. Het liefst kijk ik vijf uur lang achter mijn computer naar plaatjes zonder dat ik gestoord word. Maar artificiële intelligentie (AI) is een evolutie die ook opkomt in het opsporen van wetenschapsfraude. Zelf gebruik ik het programma ImageTwin om mij te helpen overeenkomsten tussen afbeeldingen te vinden. Maar het programma geeft vaak valse positieve resultaten waardoor menselijke controle nog steeds noodzakelijk blijft.'
'In plaats van te helpen bij het opsporen van fraude, zal AI net leiden tot een toename van wetenschapsfraude. Met behulp van AI kunnen fraudeurs steeds meer geloofwaardige valse foto's of zelfs hele datasets creëren die niet meer te onderscheiden zijn van echte datasets. Het is een evolutie waar ik me zorgen over maak.'
Ineffectieve tijdschriften en uitgevers
Waar kunt u terecht met uw bezorgdheden over de correctheid van een paper?
'In de eerste plaats klop ik aan bij de editors en uitgevers van de wetenschappelijke tijdschriften waarin de papers in kwestie gepubliceerd zijn. Maar die reageren vaak traag en nemen geen kordate actie. Zo is twee derde van de 800 mogelijke frauduleuze papers uit mijn eerste onderzoek na al die jaren nog niet teruggetrokken of gecorrigeerd.'
'Ik ben dan maar overgestapt naar online platformen zoals Twitter en PubPeer. Op PubPeer kan ik een melding maken over mogelijke manipulaties van afbeeldingen en andere onderzoekers kunnen die dan in acht nemen als ze de paper lezen. Daarbij probeer ik wel nooit de wetenschappers of editors van een tijdschrift persoonlijk aan te vallen. Ik wil de problemen in het wetenschappelijk onderzoek blootleggen, zodat de wetenschap in haar geheel beter wordt. Als iemand een Wikipediapagina heeft, geniet die persoon van een dusdanige bekendheid dat je die naar mijn mening wel mag noemen. Ik heb zelf ook een Wikipediapagina.'
'Er is nood aan betaalde professionelen die zich fulltime inzetten op het detecteren van wetenschappelijke fraude'
'Tijdschrifteditors en -uitgevers maken zich gelukkig wel steeds meer en meer zorgen over problematische artikelen. Ze beginnen in te zien dat er iets moet gebeuren en reageren sneller op problemen met papers. Dat is een positieve ontwikkeling, maar het gaat te langzaam: artikelen met problematische elementen zouden sneller teruggetrokken moeten worden of een "uiting van bezorgdheid" moeten krijgen.'
Waarom slaagt peerreview er niet in om gevallen van fraude te detecteren?
‘In de eerste plaats is peerreview gewoonweg niet ontworpen om fraude te detecteren. Soms zijn er wel een aantal papers met plaatjes waarvan je je afvraagt hoe die ooit door peerreview zijn geraakt. Maar fraude herkennen is een specialisatie. Zelf ben ik gespecialiseerd in het opsporen van duplicaties in afbeeldingen, maar er zijn nog zoveel andere vormen van wetenschapsfraude mogelijk: Is de tekst geplagieerd? Is de statistiek in orde? Werden de experimenten op een humane of diervriendelijke manier uitgevoerd? Er is nood aan betaalde professionelen die zich fulltime inzetten voor wetenschapsfraude. Je kan dit soort taken niet toevertrouwen aan een peerreviewer die er niet voor betaald wordt en er niet voor is opgeleid.'
'Ik hoop dat universiteiten wetenschapsfraude serieuzer nemen'
‘Toch is peerreview het beste systeem dat we nu hebben, althans beter dan geen peerreview. Journals zouden peerreviewers ervan bewust kunnen maken dat wetenschapsfraude een mogelijkheid is. Sommige journals vragen nu al aan hun reviewers of ze denken dat een paper frauduleuze data bevat. Ertoe aangezet door zo'n vraag, kijk je automatisch op een andere manier naar een paper en merk je zaken die niet kloppen sneller op.’
De druk om te publiceren
Hoe moeten universiteiten reageren op wetenschapsfraude in hun eigen rangen?
'Het is allemaal prachtig en mooi dat universiteiten cursussen geven aan jonge studenten over plagiaat en wat ze verder niet mogen doen. Maar de echte waarde voor mij ligt in hoe ze omgaan met wetenschapsfraude. Kan ik medewerkers van de universiteit als buitenstaander gemakkelijk bereiken met bezorgdheden over onderzoek dat gevoerd werd aan de instelling? Je kan wel een prachtige website over wetenschappelijke integriteit hebben, maar wordt er wat met mijn melding gedaan? Word ik op de hoogte gehouden? Hoe lang duurt het onderzoek?'
'Ik hoop dat universiteiten wetenschapsfraude serieuzer nemen, maar vooral dat ze mogelijke fraude binnen de eigen rangen niet zelf onderzoeken. Bij kleine zaken kan dat eventueel nog, maar bij grotere zaken, zoals bijvoorbeeld een labo met vijftig papers met onregelmatigheden, is de uitkomst dan vaak dat er geen fraude gepleegd is. Een ongeloofwaardige uitkomst.'
Hoe kijkt u zelf naar onderzoekers die fraude plegen?
'Als je als onderzoeker wetenschapsfraude pleegt, heb je naar mijn mening niets meer te zoeken in de wetenschap. If you fake in science, you should not be doing science. Zoek een andere job. Er moeten zware consequenties volgen op het plegen van fraude, zodat wetenschappers enigszins afgeschrikt worden om fraude te plegen.'
'Wetenschappers zouden op een serieuze manier met kritische vragen moeten kunnen omgaan'
'Er is natuurlijk een groot verschil tussen iemand die eens een fout maakt of een plaatje heeft bewerkt, en een labo onder leiding van een seriefraudeur die tientallen papers met bewerkte afbeeldingen publiceerde. Ook is het vaak niet makkelijk om te achterhalen welke auteur van een paper nu juist fraude heeft gepleegd. Een paper schrijven duurt vaak een jaar, waarbij er verschillende versies tussen de auteurs uitgewisseld worden.'
Waarom plegen mensen wetenschapsfraude?
‘Iedere wetenschapper voelt de druk om te blijven publiceren. Zeker jonge onderzoekers worden vaak onder druk gezet door de leidinggevende professor van hun laboratorium of onderzoeksgroep om de gewenste resultaten te leveren. Anders verliezen ze hun baan, en dat kan in landen zoals de VS voor een buitenlandse onderzoeker betekenen dat ze uit het land dreigen gezet te worden. Je kan je in zo'n situatie afvragen wie de echte verantwoordelijke van de fraude is.'
'Grote ego's spelen natuurlijk ook een rol: gevestigde onderzoekers die erop staan om tientallen papers per jaar te produceren. Er zijn zelfs een aantal onderzoekers die kennelijk om de dag een paper produceren. Dat kan gewoonweg niet op een eerlijke wijze worden gedaan.'
Negatieve reacties
Krijgt u veel negatieve reacties op uw werk van wetenschappers?
'Niemand vindt het leuk om kritiek te krijgen, ook ik niet. Maar wetenschappers zouden op een serieuze manier met kritische vragen zoals de mijne om moeten kunnen gaan. In plaats van te reflecteren op hun eigen werk, vallen sommigen mij aan op persoonlijke dingen: hoe ik eruitzie, welke kleren ik draag en hoe ik praat.'
'Vooral fans van de wetenschappers die ik bekritiseer reageren vaak fel op Twitter. Hun favoriete reactie is dat ik heb gewerkt bij uBiome, een bedrijf dat fraude heeft gepleegd, waarmee ze proberen te zeggen dat ik zelf een fraudeur ben. Maar enkel de oprichters van het bedrijf werden in verdenking gesteld van verzekeringsfraude en voorliegen van de investeerders. De zaak heeft dus niets te maken met wetenschapsfraude. Daarbij had ik het bedrijf tegen dan al een tijd verlaten, mede omdat ik vermoedde dat er iets niet pluis was.'
'Hoe meer tegenwind ik krijg, hoe meer gemotiveerd ik raak'
'Maar ik krijg ook veel steun van de wetenschappelijke gemeenschap. Een Franse microbioloog (Didier Raoult, red.) is een gerechtelijke procedure gestart tegen mij nadat ik zijn werk over het effect van hydroxychloroquine tegen COVID-19 had bekritiseerd. Die zaak loopt nog steeds. Hij denkt mij er waarschijnlijk mee te intimideren, maar ik ben er juist harder door gaan zoeken naar eventuele fouten in zijn papers.
Als reactie op die situatie hebben twee verschillende groepen een handtekeningenactie gestart om mij te steunen en aan te geven dat discussies over de correctheid van wetenschap niet thuishoren in de rechtszaal (een petitie van de non-profitorganisatie Citizen4Science en een open brief door postdoctoraal onderzoeker Lonni Besançon, red.). Beide hebben ondertussen duizenden handtekeningen verzameld.'
U zou ook anoniem of onder een pseudoniem kunnen werken om deze bedreigingen te vermijden. Waarom kiest u ervoor dat niet te doen?
'Zo goed als al mijn collega's werken onder een pseudoniem. Ik snap dat de meeste van hen in een positie zitten waarin ze liever anoniem werken en zij dragen allen enorm veel bij. Maar ik denk dat als je over het onderwerp praat en werkt onder je eigen naam, je toch extra geloofwaardigheid en goodwill creëert. Ik probeer het daarbij niet te hebben over wat er fout is met de wetenschappers, maar wat er mis is aan de papers. Daarvan maak ik mensen ook bewust op Twitter, blogposts en PubPeer. Hopelijk levert de manier waarop ik werk waardering op.'
Vaak ceconfronteerd worden met vormen van vervalsing en daarbovenop bedreigingen ervaren, lijkt niet de meest vreugdevolle job. Vanuit welke innerlijke motivatie blijft u dit werk doen?
‘Ik heb het gevoel dat ik kritische vragen moet blijven stellen. En hoe meer tegenwind ik krijg van auteurs, hoe meer gemotiveerd ik raak. Zij zouden de originele data nog moeten hebben om mijn ongelijk te bewijzen. Maar als ze direct met rechtszaken dreigen of mij bekritiseren op wat ik draag of hoe ik eruitzie, of zelfs wensen dat ik een vreselijke ziekte krijg of sterf, dan hebben zij duidelijk geen poot om op te staan. Dan is er waarschijnlijk toch wel iets aan de hand.'
'Die negatieve reacties zijn natuurlijk niet leuk om te horen en ik heb er ook wel al enkele nachten van wakker gelegen en erom gehuild. Maar die gevoelens zet ik om in de gedachte: "Ze hebben verder niets om mij te laten zien dat ik ongelijk heb."'