artikel> Onderzoek naar computationele creativiteit
'Creativiteit kan gemodelleerd worden via kansen en regels'
Creativiteit en humor lijken typisch menselijke eigenschappen. Maar aan de KU Leuven wordt ook onderzocht hoe artificiële systemen creativiteit kunnen creëren.
Kunnen computers creatief zijn? Dat is wat Thomas Winters, doctorandus aan de KU Leuven, zich afvraagt in zijn onderzoek. Hij bouwt computermodellen die creativiteit leren uit voorbeelden en die zelf ook creatief kunnen zijn met die aangeleerde regels. Winters onderzoekt dit verder en is op zoek naar efficiënte algoritmes om dit mogelijk te maken.
Het is niet de bedoeling dat de computer leert om creatief te denken zoals een mens dat doet, stelt Winters. 'Computationele creativiteit staat tegenover creativiteit zoals artificiële intelligentie staat tegenover intelligentie.' Dat laatste heeft niet de bedoeling om het denkproces van de mens na te bootsen, maar om ervoor te zorgen dat met dezelfde input als bij een mens, ook de output hetzelfde is.
Bij computationele creativiteit is die output logischerwijze iets creatiefs. Volgens Winters denkt men hierbij vaak aan de kunsten, zoals muziek en poëzie. Maar het is veel ruimer dan dat. Ook in wiskunde of ingenieurstechnieken kan er sprake zijn van creativiteit.
De menselijkheid van creativiteit
Creativiteit wordt geassocieerd met buikgevoel. Toch zijn er volgens Winters veel regels en patronen te vinden in creativiteit. 'Als je kijkt naar een artistieke stijl of naar een genre, dan zit dat vol met patronen en regels die mensen volgen. Op zich kan dat ook onbewust zijn.' Een voorbeeld hiervan is muziek, met zijn vele verschillende genres. Mensen halen vaak hun inspiratie uit andere muziek door de regels te analyseren of door op gevoel te werken. Volgens Winters kunnen deze werkwijzen bijna op hetzelfde neerkomen. 'Er zijn heel veel patronen die iedereen kan opnoemen, maar er zijn waarschijnlijk nog veel andere verborgen patronen.' Op basis van het volgen van die regels vormen mensen, al dan niet bewust, hun creativiteit.
De hypothese van Winters' onderzoek is dat talloze vormen van creativiteit kunnen gemodelleerd worden via kansen en regels, waardoor een computer automatisch kan leren uit voorbeelden. Hij is op zoek naar efficiënte algoritmes om dit te doen. Aangezien hij niet alle vormen van creativiteit kan onderzoeken, spitst hij zich toe op bepaalde vormen zoals humor, het schrijven van songs en spelregels. Een songtekst is bijvoorbeeld een interessante uitdaging, want die moet op heel veel vlakken kloppen; grammaticaal, het thema van de song, verzen en strofen, rijmpatronen ... Allemaal regels die gelegen zijn op allemaal verschillende niveaus; dat is iets wat veel computationele modellen nog niet kunnen.
Volgens Winters is het niet de bedoeling dat creativiteit wordt overgenomen door computers. 'Het is leuk om creatief bezig te zijn, dus je wil dat ook niet wegnemen van de mens.' Het kan wel een grote hulp zijn voor mensen die veel met creatieve processen bezig zijn. Het idee is om co-creativiteit tussen mens en machine te bereiken, bijvoorbeeld bij mopjes: de mens schrijft een mop en dan kan de computer lichte variaties aanbrengen die de mop nog iets beter maken.
Het onderzoek moet nog verder gevoerd worden, maar beloften wekt het alvast. Misschien gebruiken we allemaal wel binnen een aantal jaar een computer om ons te helpen een songtekst te schrijven.