NIEUWS PERSONEEL KU LEUVEN
Commotie rond vernieuwd personeelsstatuut KU Leuven: 'Dit voelt als achterkamerpolitiek'
Er is commotie ontstaan rond nieuwe contracttypes voor wetenschappelijke medewerkers die de KU Leuven plant in te voeren. Personeelsleden uiten hun onzekerheid. Naast inhoudelijke twijfels, hekelen de vakbonden bovenal het gebrek aan personeelsvertegenwoordiging: 'Fundamentele rechten werden hier miskend.'
Er rommelt wat aan de universiteit. Vanaf januari 2024 zal KU Leuven met nieuwe contracttypes werken voor wetenschappelijke medewerkers. Dat is personeel dat projectgebonden wetenschappelijk onderzoek voert, zonder daarbij een doctoraatsfinaliteit te hebben.
Zulk personeel werd tot nu toe doorgaans aangeworven in korte, vaak opeenvolgende contracten van bepaalde duur. Een onzeker en juridisch onhandig statuut, waar de universiteit verandering in wil brengen.
Die verandering komt er: wetenschappelijke medewerkers zullen worden tewerkgesteld in contracten van onbepaalde duur – maar met een 'ontbindende tijdsclausule' van 4 tot 8 jaar, al naargelang het specifieke loopbaantype.
'Het voelt aan als achterkamerpolitiek, waarbij de universiteit dit beleid via haar eigen vertegenwoordigingssystemen doordrukt'
Anonieme personeelsvertegenwoordiger Humane Wetenschappen
'Een juridisch trucje', noemt de socialistische vakbond ABVV het. Volgens hen zouden de nieuwe contracten op sociaal vlak minder voordelig zijn voor werknemers, en de huidige situatie niet duurzaam oplossen – een asociale poging om wettelijk gezien in orde te zijn, klinkt het. Bovendien zijn er twijfels over de juridische legitimiteit van de beslissing.
De plannen zijn nog niet breed gecommuniceerd binnen de universiteit. Voor wetenschappelijke medewerkers die Veto sprak oogt de toekomst onzeker. Veel ervan vinden het geen duurzame verbetering van de huidige situatie.
Bij de sociale partners van de universiteit klinkt bovenal luide kritiek op de manier waarop het dossier vorm heeft gekregen. De perceptie heerst dat de universiteit dit beleid eenzijdig heeft doorgeduwd, zonder daarbij het personeel in kwestie degelijk te vertegenwoordigen. 'In dit land heeft iedere werknemer echter het recht op vertegenwoordiging', klinkt het scherp.
De positie van de werknemer
Het statuut van wetenschappelijke medewerkers gaat erg breed: het overkoepelt een diverse groep personeelsleden dat wetenschappelijk onderzoek voert.
Tot nu toe wordt zulk personeel aangeworven met contracten van bepaalde duur, die in sommige gevallen meermaals vernieuwd werden. Dat is omdat zulke contracten steunen op tijdelijke projectfinanciering en de looptijd van de overeenkomst hieraan wordt gekoppeld.
'Het is nog maar de vraag of dit de rechtbank zou overleven, mocht een medewerker dit statuut aanklagen'
Peter Darin, vakbondsafgevaardigde ACV
'Strikt genomen was dat een onwettige situatie, die veel onzekerheid met zich meebracht', vertelt Maïka De Keyzer, fractievoorzitter van socialistische vakbond ABVV aan de KU Leuven. Personeel dat in contracten van bepaalde duur wordt aangeworven, zou wettelijk gezien na een periode van twee jaar in onbepaalde duur aangenomen moeten worden.
'Omdat wetenschappelijke medewerkers vaak afhangen van onzekere projectfinanciering, maakt de KU Leuven gebruik van een uitzondering binnen de arbeidswetgeving om toch voor een langere periode contracten van bepaalde duur toe te kennen', vertelt De Keyzer. 'Maar juridisch waterdicht is het consequent inschakelen van deze uitzondering allerminst.’
Daar wil de KU Leuven nu iets aan doen. 'Wetenschappelijke medewerkers verkeren telkens in onzekerheid over hun tewerkstelling', vertelt Lut Crijns, directrice van de HR-businessondersteuning aan de KU Leuven.
'Dit biedt slechts zogezegd zekerheid'
Vanaf nu zal elke wetenschappelijk medewerker maximaal twee jaar met arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur tewerkgesteld kunnen worden. Verdere verlenging kan in contracten van onbepaalde duur.
Het handvol vertegenwoordigers in kwestie mocht niet communiceren over de plannen, en kon dus ook geen extern advies inwinnen
Een job als wetenschappelijke medewerker hoort een eerste stap te zijn in de academische wereld, vindt Crijns. 'Het is geen loopbaanfinaliteit in de academische wereld', vindt Crijns.
'Als onderzoeks- en onderwijsinstelling streven we naar een ‘talentontwikkelaarsrol’, waarbij telkens nieuwe cohortes van wetenschappelijk medewerkers gevormd worden.'
Vervolgens horen medewerkers volgens haar door te stromen naar onderzoeks- of onderzoeksondersteunende functies, loopbanen in het vaste personeelskader of naar het werkveld buiten de KU Leuven.
'We willen graag benadrukken dat alle werknemers in België het recht hebben om vertegenwoordigd te worden door een vakbond'
Personeel HIVA in open brief aan Comité Personeelszaken
Volgens Crijns schept het helderheid in de verwachtingen van zowel werknemer als werkgever. 'Zo haal je mensen uit de onzekerheid van hun tewerkstelling, en leg je geen te grote druk op diensthoofden om voortdurend te zoeken naar projectfinanciering.'
Toch betekenen de nieuwe contracten volgens De Keyzer een verlies voor de werknemer. 'Het is goed dat de universiteit de onzekerheid van dat statuut wilt aanpakken, maar in de praktijk wordt die onzekerheid slechts tijdelijk uitgesteld', stelt ze.
Enkel in naam zijn de contracten dus van onbepaalde duur, maar ze leveren bovendien minder voordelen op voor de werknemer, vindt De Keyzer.
'Dit vooraf breder afstemmen had ons waarschijnlijk veel te ver geleid'
Lut Crijns, directrice van de HR-businessondersteuning aan de KU Leuven
Ze stelt dat er voor een werknemer het slechtste wordt gecombineerd: 'Bij contracten van onbepaalde duur gaat ontslaan gemakkelijker, dus de nieuwe regeling biedt zogezegd zekerheid, maar je weet als werknemer dat je makkelijker ontslagen kan worden en dat na 6 of 8 jaar het contract automatisch beëindigd wordt.'
Verdoken besparing?
Vakbond ABVV ziet de nieuwe regeling als een soort verdoken besparingsmaatregel. Een aantal personeelsleden dat in het huidige statuut werkt, doet dat immers al langer dan de geplande termijnen van 6 of 8 jaar. Door die kortere termijnen, kunnen werknemers zo ook minder anciënniteit opbouwen, stelt ABVV.
Volgens cijfers die Veto wist in te kijken is ongeveer 7 procent van de in totaal 1.739 wetenschappelijke medewerkers al langer dan 6 jaar in dienst. Sommige daarvan zijn dat al meer dan 10 jaar.
Een wetenschappelijke medewerker binnen de groep Humane Wetenschappen, die anoniem wenst te blijven, is al meer dan tien jaar werkzaam in opeenvolgende contracten van bepaalde duur.
'We gaan van de ene juridisch wankele situatie naar de andere, en ik vond de vorige eigenlijk beter'
Anonieme medewerker aan het HIVA
'Ik werk op basis van projectfinanciering die ik zelf binnen haal, maar door deze nieuwe regeling is mijn functie bedreigd, terwijl ik anders vlot financiering kan binnenhalen', vertelt de medewerker. Overschakelen op contracten binnen het ATP (Administratief en technisch personeel) of in het onderzoekskader is voor medewerkers als deze allesbehalve evident.
'Ik begrijp niet waarom men niet – mits een goed personeelsbeleid – gewoon contracten van werkelijk onbepaalde duur kan uitdelen', valt Peter Darrin, afgevaardigde van Christelijke vakbond ACV, de medewerker bij. 'Als iemand goed is in zijn job, waarom laat je die dan toch niet gewoon aanblijven?'
Volgens Crijns zouden onvoorwaardelijke contracten van onbepaalde duur echter geen slim idee zijn. Het is volgens haar onrealistisch, en bovendien legt het een grote druk op onderzoeksgroepen om financiering te zoeken. 'In dit nieuwe systeem verbeteren we net het perspectief van werknemers.'
Achterkamerpolitiek
Los van de inhoud van de plannen, slaat de luidste kritiek op de totstandkoming ervan. De vakbonden waren pas sinds juni op de hoogte van de plannen. Bij de ontwikkeling ervan zijn ze niet betrokken geweest.
'Dat vinden we niet kunnen', stelt De Keyzer. 'Dit is materie die te maken heeft met arbeidsvoorwaarden en sociale rechten van de werknemer: dat hoort op het sociaal overleg te komen.'
'Deze nieuwe regeling biedt eindelijk een uitweg voor de horror van het voortdurend verlengen van onzekere contracten van bepaalde duur'
Peter Maertens, liberale vakbond ACLVB
Ook de andere vakbonden hekelen het gebrek aan overleg, op dat vlak staan de drie vakbonden op één lijn. Maertens van ACLVB wijst er echter op dat de universiteit uiteindelijk wel heeft samengezeten met de vakbonden in het Comité voor Personeelszaken, en in een bilateraal overleg met de rector en algemeen beheerder.
Too little, too late, vinden de andere vakbonden. 'Het wordt momenteel voorgesteld als een done deal', vindt De Keyzer.
De Keyzer heeft ook kritiek op de volgens haar gebrekkige wijze waarop KU Leuven hun personeel vertegenwoordigde in dit dossier.
Aanvankelijk werd het beleid immers vormgegeven zonder medeweten van de meerderheid van de BAP-personeelsvertegenwoordigers – vertegenwoordigers voor het Bijzonder Academisch Personeel. Dat is de personeelscategorie waaronder wetenschappelijke medewerkers vallen.
'Het is belangrijk om na te gaan of deze personeelsgroep goed geïnformeerd is, en of zij zich wel in dit voorstel kunnen vinden'
Peter Darin, vakbondsafgevaardigde ACV
'We hebben in een vroeg stadium het plan voorgelegd aan de personeelsvertegenwoordigers in de Academische Raad, en zijn aan de slag gegaan met hun feedback', vertelt Crijns. Maar die handvol vertegenwoordigers in kwestie mocht niet communiceren over de plannen, en konden dus ook geen extern advies inwinnen. De plannen werden vlot goedgekeurd.
'Dit vooraf breder afstemmen had ons waarschijnlijk veel te ver geleid', stelt Crijns. 'Tot op heden hebben we ook niet echt de gewoonte om voor academische loopbanen het sociaal overleg te consulteren', vervolgt ze.
Voor de arbeidsvoorwaarden voor academisch personeel zouden volgens haar altijd al de andere participatieve structuren van de universiteit gevolgd worden, met de Academische Raad als sluitstuk.
'Hoe kan je van vertegenwoordiging spreken als de vertegenwoordigers niet eens mochten polsen bij hun achterban?', vraagt De Keyzer zich af.
'KU Leuven wil zorgen dat haar personeelsstatuut wettelijk gezien in orde is, maar echte sociale vooruitgang blijft uit voor de medewerkers in kwestie'
Maïka De Keyzer, fractievoorzitter ABVV
Ze wijst op de zwakke onderhandelingspositie van personeelsvertegenwoordigers in overlegorganen als de Academische Raad. Die genieten niet de bescherming die een vakbond biedt. 'Een handvol vertegenwoordigers dat niet goed ingelicht wordt, is geen degelijke vertegenwoordiging', stelt ze.
Een personeelsvertegenwoordiger binnen de groep Humane Wetenschappen vindt de handelswijze van de universiteit vreemd. 'Er werd steeds geschermd met "deze zaken zijn nog niet afgeklopt", totdat ze dat wel zijn', vertelt de vertegenwoordiger.
'Uiteindelijk zijn we als personeel niet gehoord geweest. Het voelt aan als achterkamerpolitiek, waarbij de universiteit dit beleid via haar eigen vertegenwoordigingssystemen doordrukt.'
'Van de ene illegale situatie, naar de andere'
De commotie rond het nieuwe statuut is in het bijzonder groot aan het Hoger Instituut voor Arbeid (HIVA). Het HIVA is een gespecialiseerd onderzoekscentrum, en stelt veel wetenschappelijke medewerkers te werk.
Toen de plannen voor de nieuwe contracten in juni bekend raakten, schreef een dertigtal medewerkers een open brief aan de leden van het Comité voor Personeelszaken. Daarin kloegen ze het gebrek aan vertegenwoordiging aan: 'We willen graag benadrukken dat alle werknemers in België het recht hebben om vertegenwoordigd te worden door een vakbond', viel er scherp te lezen.
Om de mist uit te klaren is rector Luc Sels er speciaal langsgegaan om het personeel te informeren over de plannen. Uit gesprekken in de personeelsruimte van het HIVA op Microsoft Teams, die Veto wist in te kijken, blijkt dat het personeel zeer verdeeld is over de kwestie.
'Diensthoofden moeten de vraag stellen welke type functies en profielen zij meer of minder permanent nodig hebben'
Lut Crijns
'Voor een aantal van ons oogt de toekomst nu onzeker', vertelt een medewerker die er nog niet zo lang werkt. Het huidige personeel zal vanaf januari nieuwe contracten in het nieuwe systeem nodig hebben, maar dat ligt niet voor iedereen voor de hand. Sommigen werken er al lang.
'Eigenlijk verdienen onze mensen al veel langer ondubbelzinnige contracten van onbepaalde duur', vindt dezelfde medewerker. Een andere wetenschappelijke medewerker aan de faculteit Sociale Wetenschappen valt hem bij: 'We gaan van de ene juridisch wankele situatie naar de andere, en ik vond de vorige eigenlijk beter.'
Specifiek voor het HIVA worden oplossingen op maat gezocht. Volgens Crijns is het echter geen goed idee om er contracten van onbepaalde tijd toe te passen: het legt nogmaals te veel druk op om financiering te zoeken.
Ook in HIVA moet het projectgebonden onderzoekswerk in het statuut van wetenschappelijk medewerker volgens Crijns nog steeds gezien worden als een tijdelijke fase in de loopbaan. Dit opdat flexibiliteit en rotatie van nieuwe onderzoekers mogelijk blijft.
Het nieuwe beleid treedt vanaf januari 2024 in werking. Het blijft een open vraag hoe het huidige personeel zal reageren
In die aspecten steunt de liberale vakbond ACLVB de plannen van KU Leuven: 'Deze nieuwe regeling biedt eindelijk een uitweg voor de horror van het voortdurend verlengen van onzekere contracten van bepaalde duur, en dwingt de leidinggevende tot transparantie over de finaliteit van het contract', stelt Peter Maertens.
Hij benadrukt echter dat deze speciale aanpak met tijdsbepalingen in geen enkel ander personeelsstatuut mag worden toegepast. Bovendien wil ACLVB garanties op een vlotte overgang voor het huidige personeel in het statuut.
Juridisch twijfelachtig
'KU Leuven wil zorgen dat haar personeelsstatuut wettelijk gezien in orde is, maar echte sociale vooruitgang blijft uit voor de medewerkers in kwestie', stelt De Keyzer.
Maar hoe juridisch waterdicht zijn deze nieuwe contracten eigenlijk? Volgens haar gaat het immers om 'een erg specifiek juridisch trucje.'
KU Leuven vindt de contracten juridisch waterdicht. Crijns stelt dat de contracten de finaliteit van het statuut als tijdelijke loopbaanfase, binnen het kader van de arbeidswetgeving, correct bewaken.
Voor de werknemers die momenteel in dat statuut zitten, ligt de overgang naar het nieuwe beleid complex
Ze wijst op een gelijkaardig gebruik van de contracttypes voor wetenschappelijke medewerkers aan de UGent. 'Wij hebben daarbij bevestiging van juridische adviseurs', aldus Crijns, 'anders zouden we zoiets uiteraard niet invoeren.'
Toch hebben de juridische diensten van alle drie de vakbonden grote twijfels. 'Het is nog maar de vraag of dit de rechtbank zou overleven, mocht een medewerker dit statuut aanklagen', vertelt Darrin van ACV.
Ook de andere vakbonden hebben hun twijfels, zeker vanwege de schaal waarin de contracten zouden worden uitgedeeld. 'Men gebruikt deze regeling op basis van een oude cassatie-uitspraak, maar de vraag rijst of deze bij nieuwe betwistingen nog overeind zal blijven', vertelt Maertens van liberale vakbond ACLVB.
'Wie voortaan solliciteert voor een baan als wetenschappelijk medewerker, weet nu beter waar die aan begint'
Lut Crijns
Dat de KU Leuven wijst op een gelijkaardige aanpak aan de UGent, is volgens Lorenzo Eecloo van ACOD UGent vreemd: 'Aan de UGent voorziet de interne reglementering dat dergelijke soort contracten met beding slechts in heel uitzonderlijke, specifieke gevallen mogen worden gebruikt, en dat contracten van onbepaalde duur de regel zijn.'
Volgens hem is er wel een strikte opvolging nodig dat een universiteit die regels ook daadwerkelijk consequent en correct toegepast.
Wat met het huidige personeel?
Met het nieuwe beleid kan de KU Leuven naar eigen zeggen een duidelijker loopbaanperspectief bieden aan personeel dat voor het eerst start als wetenschappelijk medewerker.
Voor de werknemers die momenteel in dat statuut zitten, ligt de overgang naar het nieuwe beleid complexer en worden overgangsmodaliteiten voorzien, laat Crijns weten.
Gesprekken met diensthoofden van wetenschappelijk medewerkers die al meer dan 6 jaar tewerkgesteld zijn in het statuut zijn vandaag volop aan de gang, volgens Crijns. Andere betrokkenen worden eerstdaags geïnformeerd.
ACV vindt het belangrijk om universiteitsbreed te peilen naar wat het personeel vindt
Verder vindt Crijns het een goed idee om te reflecteren over de samenstelling van het personeelskader binnen onderzoeksgroepen. 'Diensthoofden moeten de vraag stellen welke type functies en profielen zij meer of minder permanent nodig hebben: voor bepaalde functies is een aanstelling als wetenschappelijk medewerker niet het juiste statuut of pakket van arbeidsvoorwaarden', vindt Crijns.
Ze wijst daarbij op de mogelijkheid om zulke sleutelfuncties binnen een onderzoeksgroep in te vullen met een duurzaam ATP-statuut – kort voor Administratief Technisch Personeel – of met een academische functie als lid van het onderzoekskader. Dat laatste is een personeelsgeleding met een duurzame loopbaan binnen het academisch personeel.
Het onderzoekskader neemt volgens Crijns een hefboomrol op voor het ontwikkelen, managen of valoriseren van onderzoek. 'Wie voortaan solliciteert voor een baan als wetenschappelijk medewerker, weet nu beter waar die aan begint', besluit Crijns.
Spanningen in het sociaal overleg
Toch vindt Darrin van ACV het belangrijk om universiteitsbreed te peilen naar wat het personeel vindt: 'Het is belangrijk om na te gaan of deze personeelsgroep goed geïnformeerd is, en of zij zich wel in dit voorstel kunnen vinden.'
Tot nu toe is het personeel volgens hem niet adequaat gepeild of vertegenwoordigd geweest.
Het nieuwe beleid treedt vanaf januari 2024 in werking. Het blijft een open vraag hoe het huidige personeel zal reageren. En evenzeer of de spanning in het sociaal overleg zal afnemen.