ACHTERGROND DEMOCRATISERING

Zijn studenten minder kritisch dan vroeger? 'Die klacht is van alle tijden' 

Professor Jonathan Holslag waarschuwde in een essay in De Morgen voor de neergang van het kritisch denken aan de universiteit door de toename van studentenaantallen. Professoren herkennen de problemen, maar waarschuwen voor nostalgie naar een nooit bestaand verleden.

Gepubliceerd Laatst geüpdatet

In een essay in De Morgen kloeg professor internationale politiek aan de VUB – en toekomstig burgemeester van Tienen – Jonathan Holslag de nadelige effecten van het massaonderwijs aan. Volgens Holslag zet de toename van de studentenpopulatie het kritische denken aan de universiteit onder druk. 

De onderliggende oorzaak daarvan zou het financieringsmodel van het hoger onderwijs zijn. Omdat die financiering via een gesloten enveloppe werkt – waarbij universiteiten hun middelen alleen zien stijgen als ze in studentenaantallen harder stijgen dan de anderen, anders kan de financiering zelfs dalen  – worden de instellingen volgens Holslag gedwongen tot een 'race to the bottom', waarin ze elkaar beconcurreren om studenten.

Dat uit zich volgens hem in hoorcolleges die de norm worden ten nadele van kleinere, meer interactieve werkvormen, meerkeuze­vragen in de plaats van mondelinge examens en minder persoonlijke begeleiding bij masterproeven. Bovendien zou er zo bij studenten het gevoel ontstaan dat zij 'klant' zouden zijn en daarom hogere eisen kunnen stellen en zelf de norm bepalen, onder meer via de studentenevaluaties. 

Sage on the stage 

Dat de groei in studentenaantallen, zonder dat de financiering volgt, voor uitdagingen zorgt erkennen ook collega's van Holslag aan de KU Leuven. 'Er is een grote spanning tussen het universitaire onderwijs zoals we het idealiter zouden willen geven, en de manier waarop we het nu geven', zegt professor publiekrecht Koen Lemmens. 'De verhou­ding tussen het aantal studenten en de staf zit scheef. Dan moet je toegevingen beginnen doen.'

Ook professor Europese politiek Steven Van Hecke voelt dat: 'De grote aantallen wreken zich. Er waren tijden dat je bij eerstejaars­studenten nog mondelinge examens kon afnemen, dat gaat nu niet meer omdat dat te veel tijd vergt. Zelfs in mastervakken wordt het moeilijker. Ik doe het nog wel, maar ben stilaan één der laatste Mohikanen aan onze faculteit. Zonder extra ondersteuning ga je op zoek naar efficiëntieoplossingen die niet per definitie in het voordeel spelen van de student.'

'Als we door de democratisering van het hoger onderwijs een race to the bottom zouden voeren, zou dat al decennia zo zijn'

Tine Baelmans, vicerector Onderwijsbeleid (KU Leuven)

Daarnaast leggen de hoorcolleges veel druk op de docent, zegt professor wetenschaps­communicatie Katrien Kolenberg: 'Het lijkt alsof de docent de allesweter moet zijn terwijl dat natuurlijk nooit het geval is. Bovendien leer je beter door actieve betrokkenheid en interactie. In het ideale scenario is een professor geen sage on the stage, maar een guide on the side.' 

Die hoorcolleges zorgen bovendien voor een ander engagement bij de student, merkt professor virologie Marc Van Ranst: 'Studenten zitten met de computer in de collegezaal en je voelt nog meer dan vroeger dat de aandacht verdeeld is. Ze kijken naar hun scherm waarop ze de slides mee volgen. Daardoor is het ook moeilijker om hen met iets te verrassen en zo de aandacht weer op te eisen.'

Klantenmentaliteit

Toch zijn er ook kritische bedenkingen bij de aanklacht van Holslag. 'Je mag die veranderde situatie niet koppelen aan een cultuurpessimistisch vertoog over de neer­gang van de universiteit', zegt professor cultuurgeschiedenis Kaat Wils. 'Dat is problematisch en onterecht. De kritische zin van studenten is niet afgenomen ten opzichte van enkele decennia geleden.'

Dat ziet ook vicerector onderwijsbeleid van de KU Leuven Tine Baelmans zo: 'Ik ben het eens met Holslag over het belang van kritisch denken. Dat is nog meer dan vroeger het geval nu populisme hoogtij viert en generatieve AI hallucinaties op ons afstuurt. Maar het is niet zo dat dat kritische denken onder druk staat bij ons. Als we door de democrati­sering van het hoger onderwijs een race to the bottom zouden voeren, dan zou dat al decennia het geval zijn.'

'De klacht dat studenten meer met andere dingen bezig zouden zijn, dan met hun studies is iets van alle tijden'

Kaat Wils, professor cultuurgeschiedenis (KU Leuven)

Is er vandaag dan geen probleem met een zogenaamde 'klantenmentaliteit' bij studenten, zoals Jonathan Holslag aan­klaagt? Volgens Van Hecke is er wel iets veranderd: 'Wat vroeger vanzelfsprekend was, dat moet je nu met handen en voeten uitleggen. Ik probeer ook extracurriculair veel te organiseren, maar ook dat wordt moeilijker.' 

'Er steekt veel tijd in de voorbereiding ervan, als je dan ziet dat de respons bij de studenten niet navenant is en er bijvoor­beeld nauwelijks studenten zijn bij een belangrijke gastspreker, is dat heel jammer. Maar we mogen er niet aan toegeven. Ook al is de groep misschien kleiner, voor een aantal studenten kan je toch het verschil maken', besluit Van Hecke. 

Moeten we dat kennen?

Wils pleit voor historisch perspectief: 'De klacht dat studenten meer met andere dingen bezig zouden zijn, dan met hun studies is van alle tijden. Dat hoorde je in de negentiende eeuw ook al. Uiteraard hoop je ergens dat studenten evenveel met je vak bezig zijn als jijzelf, maar tegelijk weet je dat dat utopisch is.'

'Als veertig jaar geleden iemand zijn hand in de lucht stak tijdens één van de eerste lessen, ging dat toen net zo min over inhoud, maar was de vraag ook vaak: "Moeten we dat kennen voor het examen?"', zegt ook Van Ranst. 'Dat is nu niet anders dan enkele decennia geleden.' 

'Laten we van de studenten van vroeger toch ook vooral niet doen alsof dat noodzakelijk allemaal mensen waren die alleen gedreven waren door de grote idealen en een drang naar kennis en wijsheid', zegt Lemmens. 'De meeste studenten willen in de eerste plaats slagen voor het examen, dat was ook in mijn generatie het geval.'

'Vertrouwen is cruciaal in het onderwijs om te vermijden dat het een commerciële transactie wordt'

Kaat Wils, professor cultuurgeschiedenis (KU Leuven)

Volgens Lemmens ligt de verantwoordelijkheid voor de problemen van het massaonderwijs niet bij de studenten, maar bij de omkader­ing: 'We moeten vooral geen steen gooien naar de scholieren en studenten. Dat gebeurt in alle onderwijsdiscussies vandaag nog veel te veel.' 

Ook Baelmans ziet een belangrijke rol weggelegd voor de omkadering: 'Omwille van onze, in internationaal perspectief, hoge student-to-staff ratio (de verhouding tussen het aantal studenten en docenten, red.) gebruiken wij andere werkvormen dan bijvoorbeeld de Angelsaksische universiteiten, waar meer wordt ingezet op mentoring. Dat is niet noodzakelijk beter of slechter, alles komt neer op hoe je het onderwijs inricht. Er zijn aan onze universiteit al goede initiatieven om aan grotere groepen toch interactief les te geven, maar er is zeker nog groeimarge.' 

Safe space

Holslag wijst daarnaast naar de studenten­evaluaties die het professoren lastiger zouden maken. 'Dat speelt volgens mij vooral bij jonge academici die nog bezig zijn hun plek te verwerven', zegt Kolenberg. 'Dat je geëvalueerd wordt is normaal, maar wanneer er op persoonlijke voorkeuren gefocust wordt, zorgt dat voor extra druk.'

Baelmans erkent dat jonge docenten druk kunnen ondervinden vanwege studentenevaluaties: 'Daarom leggen we vanaf dit academiejaar de nadruk op feedback naar de docent en het team ter verbetering van het vak veeleer dan op de evaluatie van docent. Anderzijds leggen docenten de lat hoog, ze zijn toppers in hun vakgebied en behoorden tot de sterkste studenten in hun tijd. Soms moeten ze ook ondervinden in de beginperiode van hun loopbaan wat voor studenten haalbaar is. Dat zorgt soms voor een spanning.'

'Ik kan mij heel goed voor­stellen dat het intimiderend is voor die studente om voor een volle aula voor schut gezet te worden'

Tine Baelmans, vicerector Onderwijsbeleid (KU Leuven)

'Mijn indruk is dat studenten­evaluaties over het algemeen zeer correct verlopen', zegt Wils. 'Uiteraard zijn er bezorgdheden, die zijn er altijd. Het belangrijkste is dat je vanuit een relatie van vertrouwen daar constructief met elkaar over kan spreken. Transparantie en wederzijds vertrouwen zijn cruciaal. Als het wederzijds vertrouwen verdwijnt, dreigt onderwijs een commerciële transactie te worden.' 

Daarom vindt Baelmans het kwalijk dat Holslag in zijn essay verwijst naar een situatie waarin hij er een studente uitpikte tijdens de les om een vraag te beantwoorden en zij reageerde met 'You are intruding into my safe space': 'Ik kan mij heel goed voor­stellen dat het intimiderend is voor die studente om voor een volle aula voor schut gezet te worden', zegt Baelmans. 'De interpersoonlijke comfortzone moet je respecteren. Dat wil niet zeggen dat we onze studenten niet opleiden om het woord te nemen, maar alles hangt af van de context en de manier waarop je dat aanpakt.'

Powered by Labrador CMS