interview> Steven Eggermont, het nieuwe gezicht van de faculteit Sociale Wetenschappen
‘We praten onszelf als academici een identiteitscrisis aan’
De Parkstraat heeft een nieuwe “eindbaas”. Communicatiewetenschapper Steven Eggermont mag zich de komende vier jaar decaan van de faculteit Sociale Wetenschappen noemen.
‘Eigenlijk beginnen die vier jaar pas in augustus’, geeft Eggermont grif toe. Toch heeft de professor media-effecten zich het zonlichtrijke kantoor op de eerste verdieping van de campus Parkstraat al helemaal eigen gemaakt. Van november tot Nieuwjaar als vervanger van Bart Kerremans. Vanaf januari als democratisch verkozen decaan. Het blijft af en toe nog wat puzzelen voor de communicatiewetenschapper die nu ook zijn weg moet vinden in disciplines als antropologie of internationale politiek. Maar dat zijn faculteit meespeelt op niveau, daar is Eggermont rotsvast van overtuigd.
Laten we lekker provocatief beginnen: u bent kersvers decaan van de faculteit Sociale Wetenschappen. Welk economisch nut heeft die faculteit?
Eggermont: ‘Dat is inderdaad een provocatieve vraag (lacht). Maar ook niet zo’n moeilijke. Er zijn op dit moment wellicht geen uitdagingen die niet op een of andere manier vragen om een analytische kijk op hoe de wereld in elkaar zit. Daarvoor heb je onze inzichten nodig. Om het ook wat provocatief te stellen: mensen die technologisch beslagen op het ijs komen zijn belangrijk, maar zij die beslissingen nemen omtrent de implementatie van al die kennis zijn vaak mensen met een achtergrond in de humane wetenschappen. Sociale wetenschappers zitten mee aan de knoppen.’
Sommige studenten op deze faculteit verzuchten dat ze te academisch geschoold zijn en daardoor onvoorbereid op de arbeidsmarkt terecht komen.
‘Dat is zeker geen irrelevante opmerking. Maar laat me zeggen dat studenten die tien tot vijftien jaar geleden zijn afgestudeerd daar anders over denken. De theoretische grondslagen die zijn meegegeven klinken bij afstuderen vaak nog abstract maar blijken later wel relevant. We moeten proberen dat besef sneller te laten komen.'
'De bedrijven en instellingen waar onze studenten stage lopen, bevestigen dat onze stagiaires vaak met een heel scherpe blik problemen benaderen, maar dat ze dit zelf vaak niet goed beseffen. We moeten onze studenten dat duidelijker maken.'
'Sociale wetenschappers zitten mee aan de knoppen'
De KU Leuven is een universiteit die hoog scoort in de rankings. Maar dan zijn het wel de technologische faculteiten die de pluimen op hun hoed steken.
‘Ik ben even ambitieus met deze faculteit. Stilstaan is achteruit gaan. Het is trouwens een misvatting dat de humane wetenschappen een lagere ranking zouden hebben dan de andere groepen. En ook binnen de faculteit doen de disciplines het erg goed.’
Huidig rector Luc Sels stelde twee jaar geleden in Veto dat de faculteiten nog te vaak eigengereide eilandjes binnen de universiteit zijn. Is dat iets dat u ook merkt?
‘Het blijft een evenwichtsoefening tussen centraal en decentraal bestuur waar ik geen sluitend antwoord op heb. De nieuwe wind die een rector doet waaien, vaart soms inderdaad gewoon als een schip voorbij zo’n eilandje. Je ziet op het bovenfacultaire niveau bepaalde verwachtingen, maar de mate waarin je die als faculteit oppakt, durft weleens verschillen. In die variëteit zit een rijkdom maar ze heeft wellicht ook een prijs.’
Is er eigenlijk wel voldoende interfacultaire uitwisseling?
'Misschien niet. Het zou gezond zijn mocht een goede praktijk uit faculteit A snel op de radar komen van faculteit B en C. Dat is net iets waar ik als kersverse decaan mee bezig ben – oppikken hoe men het elders aanpakt. Het zou zomaar kunnen dat wij met een probleem kampen waarvoor een faculteit honderd meter verderop een oplossing heeft.’
'Het gevoel leeft dat als je niet gezien wordt, je niet relevant bent'
Welke werkpunten liggen er binnen de faculteit nog op tafel?
‘Om relevant te blijven voor de maatschappelijke uitdagingen van vandaag, en dat zijn we, moeten we de ontwikkelingen kort op de huid zitten. Dit vraagt meer dan ooit een versterkte interdisciplinaire insteek. Ook moeten we werk maken van een zorgzamer personeelsbeleid. Het blijft bijvoorbeeld nog te moeilijk voor een jonge prof om ouderschapsverlof aan te vragen.’
Over die relevantie in het debat: spreken we dan over open brieven door academici zoals we die de voorbije maanden wel eens zagen?
‘Ik ben natuurlijk niet tegen open brieven. Maar algemeen mis ik soms wel échte reflectie over hoe een universiteit zich verhoudt tot de samenleving. De wetenschap staat net als de journalistiek of de politiek in de hoek waar de klappen vallen. Onze geloofwaardigheid gaat achteruit. Welke rol hebben we daar zelf in gespeeld?’
Misschien kalft die geloofwaardigheid van de sociale wetenschap nog sneller af omdat ze in bepaalde kringen geframed wordt als ‘ideologisch links’?
‘Ik bedoelde eigenlijk de wetenschap in het algemeen. Wanneer elke dag in de krant een ander voedingsmiddel met kanker wordt geassocieerd, is dat niet per se geloofwaardig. Maar om op uw opmerking in te gaan: het klopt dat we soms in die hoek worden gezet, al is dat voor mij niet het grote probleem van de wetenschap. Fundamenteler vind ik dat de wetenschap soms aan haar relevantie lijkt te twijfelen wanneer ze alleen maar wetenschap is. Het gevoel leeft dat als je niet gezien wordt, je niet relevant bent. We praten onszelf een identiteitscrisis aan terwijl we natuurlijk ook uiterst relevant zijn wanneer we met puur wetenschappelijk onderzoek of universitair onderwijs bezig zijn.'
'Je kan dan wel een vaccin hebben, maar wat als de samenleving het niet wil nemen? Op dat moment heb je nood aan maatschappijwetenschappers'
Maar welk nut heeft de sociale wetenschapper dan in het debat? Een geneeskundige kan onzichtbaar zijn maar wel een middel tegen kanker uitvinden. Een socioloog heeft die luxe niet.
‘Het vraagt inderdaad om meer abstractievermogen. Wij kunnen niet zeggen: "Hier is een middel tegen…" Maar kijk bijvoorbeeld naar hoe we vandaag reflecteren over populistische tendensen. Intellectueel gezien zijn we beter bewapend tegen zulke fenomenen dan enkele decennia geleden. Dat is een verworvenheid van de sociale wetenschap.’
Als eind mei de helft van Europa op een populistische partij stemt, ligt dat onderzoek daar toch ook maar op de plank te liggen?
‘Ik zal een duidelijk voorbeeld geven. In West-Europa en Amerika verzetten steeds meer mensen zich tegen het innemen van vaccins. Vaccine hesitancy heet dat. Je kan dan wel een vaccin hebben, als de samenleving het niet wil nemen, waar sta je dan? Op dat moment heb je nood aan maatschappijwetenschappers.'
Tot slot: gaat u nog voldoende tijd hebben voor uw eigen onderzoek naar media en adolescenten?
‘Als relatief jonge decaan kan ik het me niet permitteren om volledig uit mijn onderzoek te stappen. Gelukkig staan er nog enkele steengoede postdocs aan mijn zijde.’