ACHTERGROND VRIJHEID VAN ONDERWIJS
Waarom Rousseaus staatsonderwijs een verre droom is
Conner Rousseau opende temidden de formatiegesprekken de aanval op de vrijheid van onderwijs. De gevolgen van het afschaffen ervan zouden groot zijn, al is die vrijheid stevig verankerd.
In een Q&A op Instagram gaf Vooruitvoorzitter Conner Rousseau te kennen dat hij de vrijheid van onderwijs zou willen afschaffen. Maar dat kan niet zonder slag of stoot: 'De vrijheid van onderwijs is grondwettelijk verankerd sinds 1831. Ze is dus al zo oud als de grondwet zelf', zegt onderwijsjurist Dylan Couck (UGent). 'Ze heeft zowel betrekking op de inrichting van de school als organisatie – intern en extern – als op de inrichting van het onderwijs, bijvoorbeeld het curriculum.'
'In de praktijk hebben alle instellingen voor hoger onderwijs een erg gelijkaardige vorm van autonomie'
Dylan Couck, onderwijsjurist (UGent)
Al is die vrijheid zeker niet absoluut. De overheid mag optreden en doet dat ook op verschillende domeinen. In het leerplichtonderwijs zijn er bijvoorbeeld de eindtermen en in het hoger onderwijs beslist de overheid mee over het al dan niet inrichten van nieuwe opleidingen. Die tussenkomsten van de overheid in de autonomie, moeten wel altijd redelijk verantwoord zijn en mogen niet verder gaan dan noodzakelijk.
Checks and balances
Omdat de vrijheid van onderwijs in de grondwet is opgenomen is het weinig waarschijnlijk dat ze effectief kan worden afgeschaft de komende legislatuur. Grondwetswijzigingen hebben immers een tweederde meerderheid nodig.
Bovendien is het artikel dat de vrijheid van onderwijs garandeert, niet voor herziening vatbaar verklaard. Dat moet gebeuren voor de verkiezingen van een nieuw parlement en is noodzakelijk om de grondwet aan te passen.
'Al kan de overheid de vrijheid van onderwijs ook inperken via gewone regelgeving', zegt professor aan de KU Leuven Lieven Boeve, tot 19 augustus topman van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen. 'Maar daarvoor zijn er voldoende checks and balances om te garanderen dat dat op een proportionele manier gebeurt. Zo zijn we in verband met de nieuwe eindtermen enkele jaren geleden naar het Grondwettelijk Hof getrokken, en die werden toen ook vernietigd.'
'Wat Conner Rousseau zegt is dermate vaag, dat het inschatten van de juridische gevolgen ervan onmogelijk is'
Dylan Couck, onderwijsjurist (UGent)
Maar zelfs als de grondwet zou worden aangepast, is er ook nog Europees recht dat een zekere mate van autonomie voor het onderwijs garandeert, minstens wat het hoger onderwijs betreft. 'Zomaar alle vrije scholen verbieden gaat gewoonweg niet', zegt Couck. 'Al is het nu erg moeilijk om de haalbaarheid van wat Rousseau voor ogen heeft in te schatten. Wat hij gezegd heeft is dermate vaag, dat het inschatten van de juridische gevolgen ervan onmogelijk is.'
Hoger onderwijs
Ook het hoger onderwijs zou de consequenties voelen als de vrijheid van onderwijs op de schop zou gaan. Onder de vijf Vlaamse universiteiten zijn er immers twee instellingen die zonder de vrijheid van onderwijs niet zouden hebben bestaan: de KU Leuven en de VUB. Deze instellingen zijn er gekomen op privaat initiatief, terwijl de officiële universiteiten bij decreet zijn opgericht.
'Die decreten schrijven van overheidswege nog een aantal regels voor specifiek voor deze instellingen. Bijvoorbeeld wat de samenstelling van bestuursorganen betreft, en schuiven andere bevoegdheden door naar de raad van bestuur van deze universiteiten', zegt Couck. 'Er is dus nog een grotere tussenkomst van de overheid in deze universiteiten, maar in de praktijk hebben alle instellingen een erg gelijkaardige vorm van autonomie, zeker wat de organisatie van het onderwijs betreft.'
Voor de officiële instellingen is dat dan weliswaar binnen de grenzen van het decreet en de Grondwet, die voorschrijft dat het officieel onderwijs neutraal moet zijn. Boeve stipt aan dat de Grondwet ook de autonomie van het Gemeenschapsonderwijs beschermt.
Zo is er bijvoorbeeld ook een tweederde meerderheid nodig om in grijpen in het decreet dat de organisatie van het Gemeenschapsonderwijs regelt, en ook voor de decreten van officiële hogeronderwijsinstellingen is dat het geval.