artikel> Geen voltijds, tijdelijk contract voor ZAP’er mogelijk zonder optie op verlenging
Vlaamse personeelsregels doen universiteit grijpen naar 95%-contracten
De KU Leuven kan geen tijdelijke, voltijdse contracten aanbieden aan leden van het Zelfstandig Academisch Personeel zonder perspectief op verlenging, dus gebruikt ze merkwaardige ‘95%-contracten’.
Als de KU Leuven leden van het Zelfstandig Academische Personeel (ZAP) voltijds wil aanstellen voor maximum een periode van drie jaar, is ze verplicht perspectief op verlenging te bieden. Als de academische prestaties van de ZAP’er voldoende zijn na de vastgestelde periode, is de universiteit verplicht tot een verlenging. ‘Beginnende ZAP'ers rekenen erop dat ze zoals een ambtenaar op den duur een vaste benoeming kunnen krijgen’, licht Deb Vansteenwegen, hoofd van Personeelsbeleid ZAP, toe.
De universiteit kan dus geen ZAP’er louter tijdelijk voltijds aanstellen. Om met die beperking om te gaan, grijpt ze naar ‘95%’-contracten: de ZAP’er wordt niet voltijds aangesteld, maar 95% (en dus deeltijds). Hiermee is ze niet verplicht een perspectief op verlenging te bieden.
'Heel elegant zijn die 95%-contracten misschien niet, maar het zijn wel uitzonderingen', zegt Vansteenwegen. 'Daar wordt altijd zwaar over nagedacht en is niet het resultaat van een vluchtige beslissing.'
'We moeten eerlijk zijn naar mensen: als het echt om tijdelijke mandaten gaat, moeten we dat zo communiceren'
Deb Vansteenwegen, hoofd van Personeelsbeleid ZAP
Vansteenwegen ziet geen probleem, maar vindt wel dat de KU Leuven deze contracten moet beperken in de tijd en altijd duidelijk en open moet communiceren over het tijdelijk karakter van een aanstelling: ‘We moeten eerlijk zijn naar mensen: als het echt om tijdelijke mandaten gaat, moeten we dat zo communiceren. Daar hebben wij als organisatie ook een duidelijke plicht.’
De beslissing om 95%-contacten gebeurt voornamelijk als de financiële context onzeker is of als het gaat om een tijdelijke vervanging van onderwijs- of onderzoekstaken.
Opschorting Slavistiek
Aan de faculteit Letteren werd onlangs in het kader van de opschorting van Slavistiek het contract van professor Sylvia Liseling-Nilsson niet verlengd. Dit was mogelijk omdat Liseling-Nilsson in 2015 zo’n ‘95%-contract’ kreeg voorgeschoteld.
Vraag rijst natuurlijk of dergelijk verschil in statuut duidelijk is voor buitenlandse professoren. Zeker in het geval van professor Liseling-Nillsson lijkt dit een pertinente vraag, omdat de Poolse professor eerst een contract kreeg toegestuurd waarop ze als ‘docent’ voltijds werd aangesteld. Wanneer Liseling-Nilsson begon, kreeg ze echter een tweede contract waarin stond dat het een 95%-contract betrof.
Geen kwade wil, wél een administratieve fout, laat Personeelszaken weten. Luk Draye, toenmalig decaan aan de faculteit Letteren, laat weten dat het bij het uitschrijven van de vacature expliciet de bedoeling was een louter tijdelijk mandaat aan te bieden, om te zien of de opleiding Pools in Brussel succesvol zou zijn. Draye voegt toe dat de penibele financiële situatie van de faculteit zeker een rol speelde.
Ook staat in de vacature te lezen: ‘You will be appointed as an assistant professor for a period of 3 years.’ Het nieuwe 95%-contract werd begeleid met een e-mail waarin werd uitgelegd waarom 95% werd gegeven en geen 100%.
Liseling-Nillsson zelf vertelt dat men enkele maanden voor haar eerste werkdag zei dat ze na drie jaar zou geëvalueerd worden op basis van bijvoorbeeld publicaties, en dat dan een eventuele verlenging zou volgen.
De vraag of je verkeerde verwachtingen kan creëren, zeker bij buitenlandse ZAP’ers, is legitiem
Of dat de faculteit bedoelde dat het ging om die wettelijke (en dus verplichte) evaluatie is onduidelijk. Het bewijst wel dat er verwarring kan ontstaan en dat de 95%-contracten niet optimaal zijn. De communicatie in dit dossier lijkt misschien voldoende, de oplossing lijkt ietwat omslachtig. De vraag of je verkeerde verwachtingen kan creëren, zeker bij buitenlandse ZAP’ers, is legitiem.
Raakt de KU Leuven hiermee aan de werkzekerheid van personeel? ‘In principe hoeft het geen uitwijkmanoeuvre te zijn’, vindt Bert Overlaet, algemeen directeur van de Personeelsdienst. ‘Het kan zijn dat zoiets het hoogst haalbare is binnen een bepaalde context. Het alternatief is een ander statuut, dat willen we toch ook niet?’
Overlaet denkt niet dat dergelijke contracten problematisch zijn. ‘Als het gaat om een correcte uitdrukking van het perspectief en de afspraken, zie ik geen problemen.’
Daarom ziet directeur Overlaet dan ook geen reden tot verandering. ‘Die regel is goed zoals ze nu is. Het dwingt de universiteiten een duidelijke keuze te maken en dwingt ze bij een voltijdse categorie tot een duidelijk engagement.’