artikel> Universiteiten en minister van Onderwijs bekvechten over precieze invulling

Vanaf 2018 verplichte ijkingstoets voor burgerlijk ingenieurs

De Vlaamse Interuniversitaire raad (VLIR) heeft zich in een advies positief uitgesproken over verplichte, niet-bindende ijkingstoetsen voor de opleiding burgerlijk ingenieur. Hoewel, verplicht?

Gepubliceerd

Met ingang van september 2018 zullen de studenten burgerlijk ingenieur aan een verplichte ijkingstoets onderworpen worden. ‘De minister legt die verplichting op, dus wij leggen ons daarbij neer,’ zegt Luc De Schepper, voorzitter van de VLIR en rector van de UHasselt, ‘zolang dat zich beperkt tot de ingenieurs.’

De ijkingstoets is al lang voer voor discussie. De toets kwam er in 2013 op initiatief van een aantal faculteiten ingenieurswetenschappen. Studenten in spe kunnen testen of ze over de nodige kennis en het inzicht beschikken om aan de opleiding te beginnen. Omdat de toets een goede voorspeller zou zijn van de slaagkans, werd in het regeerakkoord van 2014 opgenomen dat de toets verplicht wordt.

De praktische invulling van de verplichting is nog een heikel twistpunt. Vanuit de universiteiten klinkt duidelijk de vraag om autonomie. De instellingen willen zelf beslissen wat het concrete effect is van de proef. Het is nog afwachten in hoeverre de minister aan die vraag zal tegemoet komen.

Momenteel lijken de universiteiten naar een systeem te willen gaan van een ‘impliciete verplichting’, door een voordeel te verbinden aan deelname

Momenteel lijken de universiteiten namelijk naar een systeem te willen gaan van een ‘impliciete verplichting’, door een voordeel te verbinden aan deelname. Dat zou kunnen via trajectdifferentiatie: wie deelneemt en slaagt, zou bijvoorbeeld een keuzevak mogen kiezen, of, zoals nu het geval is aan de KU Leuven, een studiepunt cadeau krijgen. Wie niet slaagt voor de proef, moet een remediërend vak opnemen. Dat zou volgens Isabelle Melis, beleidsmedewerker Onderwijs voor de VLIR, ook de goede afname van de toets in de hand werken.

Vraag blijft of je van een verplichting kunt spreken, als deelname niet verplicht is. Een inschrijvingsvoorwaarde in de strikte zin, waarbij je je niet zou kunnen inschrijven zonder aan de proef deel te nemen, ziet de VLIR niet zitten.

Nochtans is dat nog steeds de terminologie die minister Hilde Crevits gebruikt. ‘Of dat te verzoenen is met onze vraag, zal afhangen van de decretale verwoording’, aldus Isabelle Melis, beleidsmedewerker Onderwijs voor de VLIR.

'Het kan niet de bedoeling zijn een formulering te gebruiken die ons het jaar erop doet overstelpen met betwistingen'

Isabelle Melis, VLIR

Dat de VLIR niet happig is op dergelijke voorwaarde, heeft veel te maken met de administratieve rompslomp die ermee gepaard gaat. ‘Het kan niet de bedoeling zijn een formulering te gebruiken die ons het jaar erop doet overstelpen met betwistingen’, poneert Melis. Hoe Crevits die administratieve lasten zal verhelpen, wilde ze voorlopig niet aan Veto kwijt.

Alleen voor de burgies?

Los van de concrete invulling van 'verplichting', zijn er nog andere zere punten. Zo draaide de discussie om het decreet tot nu toe enkel om de burgerlijk ingenieurs. Crevits hoopt nog een stap verder gaan.

De minister wil in het decreet een lijst van opleidingen opnemen waarvoor de ijkingstoets verplicht wordt. Als de verplichting een succes blijkt bij de ingenieurs, dan kan de lijst ook naar andere opleidingen worden uitgebreid.

Een bindende proef is in het huidige klimaat uitgesloten

Niet alle universiteiten staan daar echter voor te springen. ‘We kampen nu al met een probleem van validiteit’, herneemt De Schepper. Hij verwijst naar de traditie van toelatingsproeven bij de burgerlijk ingenieurs, waardoor zij ook veel ervaring hebben over hoe die toets het best kan worden ingevuld. ‘Maar nu wil de minister het zelfs op Diergeneeskunde gaan toepassen! De correlatie zal daarmee zeker niet toenemen’, vermoedt De Schepper.

Onenigheid

De KU Leuven zag een verplichting overigens wel zitten, maar dan liefst gekoppeld aan een bindend resultaat. De ijkingstoets zou daardoor een toelatingsproef worden, die vroeger al bestond voor de burgerlijk ingenieurs maar die werd afgeschaft in 2002. De universiteit beargumenteert haar stelling met gegevens die aantonen dat er een sterke correlatie bestaat tussen slagen op de ijkingstoets en het goed doen in je eerste bachelor. Ook andersom geldt volgens de KU Leuven dat wie een laag cijfer haalt voor de toets, een verlaagde slaagkans heeft.

Een bindende proef is in het huidige klimaat echter uitgesloten. ‘De proef is een graadmeter, maar geen onfeilbare voorspeller’, klinkt het bij Minister van Onderwijs Hilde Crevits.

'Wij vrezen serieuze sociale neveneffecten'

Luc De Schepper, rector UHasselt en voorzitter VLIR

Aan de andere kant van het spectrum vinden we bijvoorbeeld de UHasselt, die tegen een verplichting is. Volgens rector Luc De Schepper, tevens voorzitter van de VLIR-raad, toont wetenschappelijk onderzoek juist aan dat toelatingsproeven een te lage bewijswaarde hebben. De correlatiecoëfficiënt van de ijkingstoets (die 0,5 bedraagt) acht hij te laag, waardoor de toets nog te vaak foute voorspellingen doet, in positieve en negatieve zin.

‘Wij vrezen serieuze sociale neveneffecten’, zegt De Schepper. Jongeren uit gegoede milieus zullen van hun ouders de nodige ondersteuning krijgen, waardoor ze de kans toch kunnen wagen. Dat ligt anders bij jongeren uit zwakkere sociale milieus, die het resultaat van de proef sneller als bindend interpreteren. ‘Het is internationaal erkend dat de sociale bias in die proeven bijzonder hoog ligt, zelfs als ze niet-bindend zijn’, aldus De Schepper.

Powered by Labrador CMS