artikel> ‘Huidige wetgeving ingewikkeld en niet werkbaar’, zegt UGent
Universiteiten omzeilen Vlaamse taalwetten
Zowel de KU Leuven als de UGent omzeilen via ‘creatieve oplossingen’ de strenge Vlaamse taalwetten voor de masters. Ze roepen de Vlaamse overheid op tot realisme. ‘Dit is een onwerkbare toestand.’
Veel Vlaamse universiteiten, waaronder de UGent en de KU Leuven, bieden Engelstalige masteropleidingen aan. Daar zijn evenwel strenge Vlaamse vereisten aan verbonden. Wie een nieuwe Engelstalige masteropleiding wil organiseren, kan dat alleen als een Vlaamse student ergens binnen Vlaanderen een volledig Nederlandstalig equivalent kan volgen. In de praktijk komt het erop neer dat de universiteiten dus zélf zo'n equivalent moeten aanbieden.
‘Een compleet onwerkbare regel’, laat Kristiaan Versluys, directeur Onderwijsaangelegenheden van de UGent, weten. Didier Pollefeyt, vicerector Onderwijsbeleid aan de KU Leuven, vindt dat ‘deze maatregel voor een extra belasting op de onderwijscapaciteit van de opleidingen zorgt, gezien alle vakken moeten ontdubbeld worden. Deze regel zou dus best verfijnd worden.' De Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) pleitte al in 2015 om de regel te schrappen, en herhaalt bij monde van Isabelle De Ridder, secretaris Raad Hoger Onderwijs, die vraag.
Voor Engelstalige opleidingen die dateren van voor de wetswijziging in 2012, geldt dat er een Nederlandstalig equivalent moet bestaan met meer dan 50% aan Nederlandstalige vakken. Ook deze regel stuit op verzet. ‘In plaats van moeilijke mathematische regels toe te passen in de masters, laat je de universiteiten en faculteiten beter gewoon vrij wat betreft welk taalregime men neemt’, vindt Versluys. Ook de VLOR bekijkt in een nieuwe nota, die in de maak is, of deze 50%-regel niet beter wordt versoepeld.
Dat de universiteiten de strikte taalregels willen veranderen, is logisch. Al in 2015 waarschuwde de VLOR dat de taalwetgeving tot ‘oneigenlijke constructies’ zou kunnen leiden. ‘We hebben toen inderdaad ‘oneigenlijk gebruik’ vastgesteld. Daarom is een versoepeling misschien een oplossing’, zegt De Ridder. ‘De wet zou meer kunnen gematcht worden met de praktijk zelf.’
'Je laat de universiteiten en faculteiten beter gewoon vrij wat betreft welk taalregime men neemt'
Kristiaan Versluys, directeur Onderwijsaangelegenheden van de UGent
In praktijk blijkt dat zowel de UGent en de KU Leuven zich van ‘creatieve oplossingen’ bedienen, wat wil zeggen dat vakken (of opleidingen) officieel staan ingeschreven als Nederlands, maar in het Engels worden gedoceerd. ‘Eigenlijk een beetje de wet omzeilen dus’, vertelt een beleidsmaker van een universiteit ons. Hoewel de ‘creatieve interpretaties’ misschien naar de letter kloppen, gaan deze constructies duidelijk in tegen de geest van de wetgeving.
Zo biedt de UGent formeel alle masteropleidingen van burgerlijk ingenieur tweetalig aan, maar volgt niemand de Nederlandstalige opleidingen. Bijna alle colleges zijn namelijk Engelstalig, voor beide taalvarianten. Wie de Nederlandstalige master zou willen volgen, zou dat in zelfstudie moeten doen (met de mogelijkheid om vrijblijvend naar de Engelstalige colleges te gaan). Ook aan de KU Leuven gebruikt men dergelijke technieken om aan de strenge vereisten te voldoen.
De facto omzeilen de universiteiten zo de Vlaamse decreten. De universiteiten zelf benadrukken evenwel expliciet dat het niet gaat om ‘omzeilen’, maar om ‘creatief invullen’, ‘interpreteren’ of ‘flirten langs de goede kant van de wet’.
‘Laat de universiteiten vrij wat betreft de master’, is de boodschap van de UGent. ‘Je zou gemakkelijk kunnen zeggen dat je de zorg voor het Nederlands laat gelden door enkel Nederlandstalige academische bachelors aan te bieden, op enkele uitzonderingen na’, vindt Versluys.
‘De verandering van de wetgeving in 2012 was op vele punten geen versoepeling’
Kristiaan Versluys, directeur Onderwijsaangelegenheden van de UGent
In 2012 werd de taalwetgeving voor het hoger onderwijs veranderd. ‘Een versoepeling’, noemde de Vlaamse regering die toen. ‘De verandering van de wetgeving in 2012 was op vele punten geen versoepeling’, meent Versluys, ‘hoewel het zo werd voorgesteld en zelfs zo bedoeld was. Dit is een onwerkbare toestand, ik hoop dat men daar toch eens beweging in krijgt.’
Spookvakken
Voorbeelden van hoe de universiteit de taalwetten omzeilen, zijn de ‘spookvakken’ of zelfs ‘spookopleidingen’, zoals ze door de studenten worden genoemd. Aan de UGent biedt de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur alle masteropleidingen burgerlijk ingenieur formeel tweetalig aan. Decaan Rik Van de Walle licht toe: ‘Het is de bedoeling dat onze studenten de Engelstalige variant volgen, hoewel ze sensu stricto ook het Nederlandstalige equivalent kunnen volgen. In de praktijk is het echter zo dat alle studenten de Engelstalige variant volgen.’
De reden is simpel. ‘We verplichten de studenten zeker niet de Engelstalige master te volgen’, licht Van de Walle toe, ‘maar als je een Nederlandstalige master volgt zou het de facto neerkomen op zelfstudie. Het wordt je wel vrijblijvend aangeboden naar de Engelstalige colleges te gaan.’
Professor Gert de Cooman is onderwijsverantwoordelijke voor de faculteit: ‘Er zijn de afgelopen jaren geen studenten die voor de Nederlandstalige opleiding hebben gekozen. Bij de inschrijvingen gebeurt dat soms wel, maar dan informeren we hen van de situatie. Er wordt evenwel nooit druk uitgeoefend. We hebben ook nog nooit klachten gehad van studenten.’
Aan de KU Leuven vind je ook dergelijke ‘spookvakken’. Een voorbeeld is de Master in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen. Deze kent een Engelstalig equivalent in de Master of Engineering: Computer Science. Omdat die Engelstalige master na 2013 is opgericht, moet de Nederlandstalige equivalent voldoen aan de strenge norm dat je er een volledig Nederlandstalig traject kunt volgen.
De praktijk blijkt anders. Wie bijvoorbeeld het plichtvak Modellering van Complexe Systemen volgt, krijgt de eerste week te horen dat iedereen welkom is voor het equivalente Engelstalige hoorcollege.
'Als je een Nederlandstalige master volgt zou het de facto neerkomen op zelfstudie'
Rik Van de Walle, decaan Ingenieurswetenschappen en Architectuur (UGent)
Er wordt ook een mail verstuurd die de studenten aanmaant om zich via Toledo in te schrijven voor het Engelstalige vak. In de mail kan je het volgende lezen: ‘De Toledo-webpagina van deze cursus wordt niet onderhouden. Alle informatie over de cursus Modellering van Complexe Systemen wordt bijgehouden op de Toledo-webpagina van de Engelstalige cursus 'Modelling of Complex Systems'. [...] Allen daarheen!’ De communicatie via Toledo verloopt vanaf dan alleen in het Engels. De werkcolleges zijn wél in het Nederlands. Het is ook mogelijk het examen in het Nederlands af te leggen.
Wie zich niet inschrijft voor het Engelstalige vak op Toledo, ziet het vak ook niet meer in het lessenrooster, gezien het Nederlandstalige vak na de eerste week niet meer geprogrammeerd staat. De faculteit maakte daarom voor de studenten een tabel ‘Effectief uurrooster 2016-2017’ beschikbaar om de plaats en tijd van de colleges voor alle studenten duidelijk te maken.
Optimaliseren van middelen
Philip Dutré, vicedecaan Onderwijs aan de faculteit Ingenieurswetenschappen, erkent dat dergelijke constructies bestaan. ‘Voor de duidelijkheid: het betreft telkens spiegelvakken, vakken die zowel in het Engels als het Nederlands bestaan en qua inhoud op de taal na identiek zijn. Omdat dezelfde docent zowel instaat voor het Engelstalige als het Nederlandstalige vak, proberen we contactmomenten te optimaliseren.’
Afhankelijk van het vak en programma zijn er verschillende manieren waarop de faculteit optimaliseert. Ofwel wordt het Nederlandstalige vak opgelijst als zelfstudie en kunnen studenten die dat wensen, aansluiten bij de contactmomenten van het Engelstalige vak. Een tweede manier is dat het Nederlandstalige vak wordt opgelijst met een beperkt aantal contactmomenten in het Nederlands (zoals hoor- of werkcolleges), maar studenten ook de contactmomenten van het Engelstalige spiegelvak volgen.
Een ander voorbeeld binnen Ingenieurswetenschappen is de Master chemische technologie. Studenten die zich inschrijven voor deze Nederlandstalige opleiding wordt aangeraden zich in te schrijven voor de Engelstalige variant Master of Chemical Engineering. De reden is simpel. ‘De Nederlandstalige master chemische technologie staat in het programmaboek en wordt als dusdanig nog aangeboden’, aldus Dutré. ‘Alle vakken in deze master vallen evenwel onder ‘zelfstandige studie’. Studenten kunnen altijd aansluiten bij Engelstalige hoorcolleges. In praktijk schrijven vele studenten zich in voor de Engelstalige opleiding.’
‘Het is zeker niet onze bedoeling om de taalwetgeving te overtreden of aan onze laars te lappen'
Philip Dutré, vicedecaan Onderwijs Ingenieurswetenschappen (KU Leuven)
Dutré benadrukt: ‘Het is zeker niet onze bedoeling om de taalwetgeving te overtreden of aan onze laars te lappen. Wel proberen we er pragmatisch binnen het juridisch kader zo efficiënt mogelijk mee om te gaan.’ De vicedecaan drukt ons op het hart dat er tot nu toe nog geen klachten van studenten kwamen.
Arno Bossaert is Groepscoördinator Onderwijs bij VTK. Hij vertelt dat het an sich geen probleem vormt dat de colleges in het Engels zijn, maar dat de administratieve kant vervelend is. ‘Het is niet ideaal. Probleem is ook: hoe communiceren we over die spookvakken? Je kan dat niet in de ECTS-fiche zetten, want dat is juist wat niet mag.’
Universitaire realiteit
De faculteit Ingenieurswetenschappen is zeker niet de enige faculteit die zich wendt tot ‘creatieve oplossingen’. In de Master in de bio-ingenieurswetenschappen: biosysteemtechniek zijn dergelijke ‘spookvakken’ ook schering en inslag. Het vak Optica, Lasers en Akoestiek wordt dit jaar bijvoorbeeld samen gedoceerd met het vak Optics, Lasers and Acoustics. Voor het Nederlandstalige vak worden de hoorcolleges dit jaar in het Engels gegeven, zodat de internationale masterstudenten de lessen kunnen volgen.
Jos Van Orshoven is vicedecaan Onderwijs aan de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. ‘Dat betekent dat studenten in de Nederlandstalige opleiding niet de klassieke hoorcolleges of oefenzittingen krijgen maar wel dat ze met de docent in gestructureerd overleg kunnen komen en begeleidingssessies vragen. In de praktijk heeft dat tot gevolg dat studenten die het Nederlandstalige vak volgen intuïtief of met een beetje druk van de docent aansluiten bij het Engelstalige.
‘Ik denk dat het wettelijk is omdat de wetgever niet voorschrijft welke onderwijsvorm moet gehanteerd worden’, vertelt Van Orshoven. ‘Dat is een manier om er op een redelijke wijze mee om te gaan. Je zou kunnen zeggen dat de universitaire realiteit een beetje sneller gaat dan de politieke realiteit. Ik beschouw het als flirten met de wettelijke bepalingen maar dan aan de goede kant. We zijn alleszins voorstander van een situatie waarbij we dat soort flirtende oplossingen niet meer nodig hebben.’
'Als een vak genotuleerd staat als ‘Nederlands’, moet de doceer- of onderwijstaal Nederlands zijn'
Jozef De Cuyper, regeringscommissaris
Ook buiten de groep Wetenschap en Technologie duiken de ‘spookvakken’ op. In de Master in de sociale en culturele antropologie, de Nederlandstalige tegenhanger van de Master of Social and Cultural Anthropology (Leuven), worden enkele vakken die officieel Nederlandstalig zijn, gedoceerd in het Engels. Ook hierbij bestaat telkens de mogelijkheid tot vragen in het Nederlands of de mogelijkheid om het examen in het Nederlands af te leggen.
Zijn dergelijke constructies nu wettelijk of niet? Klachten over taalgebruik bij vakken moeten eigenlijk worden ingediend bij de de regeringscommissaris van de Vlaamse Overheid. Voor de KU Leuven is dat Jozef De Cuyper. Hoe wordt bepaald wat de taal van een vak is? ‘Als een vak genotuleerd staat als ‘Nederlands’, moet de doceer- of onderwijstaal Nederlands zijn. Een hulpmiddel zoals een handboek kan in het Engels zijn, maar het vak moet in het Nederlands gegeven worden.’
Als we De Cuyper vragen naar het specifieke geval van ‘zelfstudie’ met vrijblijvende colleges in het Engels en examen in het Nederlands, is het antwoord dat dit ‘op z’n minst flirten met de wet is’. De Cuyper meldt dat hij tot nu toe nog geen enkele klacht van een student heeft ontvangen.
Didier Pollefeyt zegt dat de KU Leuven enorme inspanningen doet om zich zoveel mogelijk te houden aan wat het decreet zegt. 'We kunnen niet in elk lokaal gaan kijken hoe een vak de facto gegeven wordt. Ik kan me voorstellen dat er soms vakken zijn waar wordt afgeweken van die officiële doceertaal. Het enige dat ik daarover kan zeggen is dat dat dan zal gebeuren in een soort unaniem akkoord tussen de docenten en de betrokken studenten. Als dat niet zo is, zijn er een heleboel mechanismen waarmee studenten hiermee verzet kunnen aantekenen.’
De discussie over de taalwetgeving moet voor de universiteiten dus opnieuw geopend worden. Versluys beseft dat die discussie niet gemakkelijk is. ‘Uit Europese studies weten we dat in landen met een soepel taalregime anglicisering beperkt blijkt. Er is één uitzondering en dat is Nederland. Daar heeft men anglicisering te ver doorgedreven. Dat beïnvloedt en bemoeilijkt discussie hier.’