analyse> Leervertraging door corona kan een rol spelen

Tegenvallende resultaten op verplichte ijkingstoetsen

De ijkingstoetsen van burgerlijk ingenieur, ingenieur-architect en Diergeneeskunde kennen dit jaar slechtere scores. Onder andere COVID-19 heeft daar mogelijk een hand in gehad.

Gepubliceerd

Binnen alle opleidingen die tegenvallende resultaten kenden, namelijk Ingenieurswetenschappen, Industriële Ingenieurswetenschappen en Diergeneeskunde, zijn de ijkingstoetsen verplicht en niet-bindend: iedere scholier die heeft deelgenomen aan de ijkingstoets mag, ongeacht diens score, starten aan de opleiding. Diergeneeskunde zal in academiejaar 2023-2024 een andere weg inslaan met verplichte toelatingsproeven.

Op de eerste verplichte editie van de ijkingstoets industrieel ingenieur is slechts 37 procent geslaagd. Daardoor zijn de resultaten van de aspirant-industrieel ingenieurs niet vergelijkbaar met die van de andere opleidingen die al langer een verplichte proef voorzien. De ijkingtoets industrieel ingenieur is bijgevolg niet meegenomen in dit artikel. 

'Het resultaat was minder gunstig', stelt Bart Tambuyzer, verantwoordelijke ijkingstoets Diergeneeskunde aan de UAntwerpen, over de Vlaanderenbrede ijkingsproef van zijn discipline. 'We constateren een daling van de algemene score: over de onderdelen heen zijn er minder geslaagden.'

Ook Tinne De Laet, verantwoordelijke ijkingstoetsen aan de KU Leuven, rapporteert dit jaar tegenvallende resultaten op de ijkingstoets burgerlijk ingenieur en ingenieur-architect.

Eén mogelijke verklaringspiste van de lage scores is de pandemie en haar impact op het secundair onderwijs. Kristof De Witte, onderwijseconoom aan de KU Leuven, licht toe: 'We mogen de resultaten zeker niet zomaar beschrijven als 'gewoon maar een dipje'.

Leervertraging in het secundair onderwijs

De Wittes onderzoek focust op de leervertraging bij kinderen uit het zesde leerjaar, maar de verwante literatuur beperkt zich niet enkel tot het lager onderwijs: in het Italiaanse secundair onderwijs is een leervertraging vastgesteld, terwijl de voordien stijgende leerprestaties in Australië een halt zijn toegeroepen tijdens de pandemie.

Vooral empirische resultaten wijzen in de richting van leervertraging, stelt De Witte: 'Als je bijvoorbeeld kijkt naar langdurige schoolsluitingen in Wallonië en Argentinië door lerarenstakingen, zie je dat die effecten heel lang doorwerken, ook op participatie in het hoger onderwijs.'

'We moeten wachten op de PISA-testen'

Kristof De Witte, onderwijseconoom KU Leuven

'Er is weinig evidentie dat deze leervertraging tijdelijk en weg te werken zou zijn. Leervertraging kan accumuleren, als je geen zomerscholen of bijspijkercursussen hebt', waarschuwt De Witte.

De Laet valt hem bij. 'Er kan een corona-impact zijn geweest. Een aantal topics worden minder goed beheerst dan anders.' Met veel zekerheid kan er echter nog niet gesproken worden. Zo geeft De Witte mee dat er nog geen data voor het Vlaamse secundair onderwijs beschikbaar zijn: 'We moeten wachten op de PISA-testen.' Programme for International Student Assessment (PISA)-testen worden internationaal gebruikt en toetsen 15-jarigen op hun kennis van verschillende vakken.

Ook Tambuyzer is voorzichtig: 'De resultaten van de ijkingstoetsen die nu zijn afgelegd kunnen nog niet gekoppeld worden aan de studieresultaten. Pas nadat één jaar verlopen is kunnen we goed analyseren wat er met deze studenten aan de hand is.'

De vooropleiding als verklaring

Tambuyzer schuift een andere mogelijke verklaring van de tegenvallende resultaten naar voren: de heterogene instroom, zowel vanuit binnen- als buitenland. Zo mogen Nederlandse scholieren bijvoorbeeld zelf beslissen of ze fysica en wiskunde opnemen in hun vakkenpakket. Diergeneeskunde steunt echter op zulke vakken, waardoor die studenten onvoldoende zijn voorbereid.

'Als ze tegenvalt zullen studenten zich niet per se minder inschrijven'

Bart Tambuyzer, verantwoordelijke ijkingstoets Diergeneeskunde UAntwerpen

'Ook Vlaamse studenten komen niet altijd uit de meest geschikte vooropleiding', voegt Tambuyzer toe. De Laet vult aan: 'Als de ijkingstoets slecht is, en je hebt bovendien in het middelbaar al moeite gehad met wiskunde en de klassenraad was ook voorzichtig in haar advies, dan manen we aan om toch na te denken over je keuze.'

Motivatie zou ook een verklaring kunnen bieden voor de slechtere scores, aldus De Laet: 'Ik kan me echt wel voorstellen dat, als je zo'n moeilijke periode achter de rug hebt, je niet de motivatie kan opbrengen om op die dag (van de afname van de ijkingstoets, red.) of gedurende de voorbereiding het beste van jezelf te geven.'

Sommige studenten hechten niet veel waarde aan de ijkingstoets. 'Als ze tegenvalt zullen studenten niet per se minder geneigd zijn om zich in te schrijven', licht Tambuyzer toe. Hij hoopt dat studenten met een tegenvallende score hiermee actief aan de slag gaan en zich bijspijkeren tijdens de opleiding.

De Laet voegt daaraan toe: 'Hoewel de kwaliteitscommissie elk jaar de ijkingstoetsen beoordeelt, kan het voorvallen dat de toets toch moeilijker is geweest dan ingeschat. De ijkingstoets mocht door COVID-19 maar drie uren duren in plaats van vier. Daardoor werden er minder vragen gesteld. De impact van één vraag die moeilijker is dan vooraf ingeschat is dan groter.'

De hand in eigen boezem steken

De tegenvallende resultaten baren schrik. Tegelijkertijd zetten ze des te meer aan tot actie. De Laet wil ervoor zorgen dat de studenten die de talenten hebben, daadwerkelijk succesvol zijn in hun universitaire opleiding.

'De universiteit is geen ivoren toren, waarin wij kunnen zeggen: "Wij zijn de standaard"'

Tinne De Laet, verantwoordelijke ijkingstoetsen Ingenieurswetenschappen KU Leuven

'Dat bekom je niet door de kloof (tussen het secundair en hoger onderwijs, red.) te vergroten, maar door bruggen te bouwen.' De universiteit moet haar eigen werking in vraag durven te stellen. 'De universiteit is geen ivoren toren, waarin wij kunnen zeggen: "Wij zijn de standaard"', zegt De Laet.

De Laet wijst dan ook niet met de beschuldigende vinger naar de beginnende studenten, maar wil de hand in eigen boezem steken: 'In het hoger onderwijs moeten we vooral naar onszelf kijken en zeggen "Wat zouden wij kunnen doen om leerkrachten in het secundair onderwijs beter te ondersteunen en om beter op de hoogte te zijn van de feitelijke startcompetenties van de leerlingen die instromen?"'

Concreet speelt haar faculteit in op die vragen door workshops te organiseren voor eerstejaarsdocenten over de leerplannen, en voor leerkrachten over de werking en inhoud van de ijkingstoetsen. Op basis hiervan kunnen de leraren hun scholieren goede informatie en een goede voorbereiding bieden op die toetsen. 'Wij merken dat zij die elementen binnenbrengen in hun lessen', vertelt De Laet.

De taak van de KU Leuven

Eerstejaarsstudenten van de faculteit Diergeneeskunde aan de UAntwerpen krijgen extra monitoraatssessies. 'De aantallen die bij ons ingeschreven zijn voor het overbruggingsonderwijs zijn duidelijk toegenomen', duidt Tambuyzer.

'Als je dus minder kunt en kent als student, is het ook aan de KU Leuven om daar vanaf de start iets aan te doen'

Kristof De Witte, onderwijseconoom KU Leuven

De Witte richt zich tot de KU Leuven: 'Wij leveren waardevolle diploma's af en staan hoog in de ranglijsten. Als je dus minder kunt en kent als student, is het ook aan de KU Leuven om daar vanaf de start iets aan te doen. Zeker als je ook een inclusieve universiteit wilt zijn, weten we dat corona juist die groep meer heeft benadeeld.' De middelen en ruimte voor zo'n beleid heeft de KU Leuven, volgens De Witte.

We moeten kijken naar een echte hervorming van het onderwijs om die dalende PISA-cijfers in ons stelsel tegen te gaan. Leraren hebben nu alle toeters en bellen van digitale technologie leren kennen en zien er ook de voordelen van in. 'Daar zit veel potentieel in', besluit De Witte.

Powered by Labrador CMS