artikel> Nieuwe teststrategie in afnamecentrum
Student in Leuven? Laat je testen zonder symptomen
Leuven is een proeftuin: sinds deze maand kunnen studenten zich ook zonder symptomen laten testen. 'Er wordt op dit moment heel veel testcapaciteit niet gebruikt.'
De KU Leuven heeft sinds oktober een eigen afnamecentrum in de Zeelstraat, waar alle Leuvense hogeronderwijsstudenten – ook van de hogescholen – zich kunnen laten testen. De infrastructuur kan 800 studenten per dag aan, maar het aantal studenten ligt rond slechts 100 per dag.
Dus gooide de KU Leuven de aanpak begin dit semester om: studenten konden voortaan ook 'Geen specifieke reden' aanduiden als motivatie om een test te laten afnemen. 'Het heeft even geduurd om Sciensano daarvan te overtuigen, maar het is toch gelukt', vertelt Klaas Nelissen, die samen met Joren Raymenants het test- en tracesysteem uit de grond stampte.
Tien procent
Nelissen geeft een voorbeeld: 'Stel dat je met vijftien op kot zit, dan is het moeilijk om je helemaal strikt aan de regels te houden. Als er dan een kotgenoot is die zich van niets aantrekt, te veel mensen ziet en ineens begint te hoesten, dan kan je ook jezelf laten testen.'
'We mikken wel niet op systematisch testen'
Klaas Nelissen, post-doctoraal onderzoeker KU Leuven
Het zijn dit soort casussen die de KU Leuven wil aanmoedigen, onder andere via een communicatiecampagne. Ondertussen zijn zo'n 10% van de testen 'Zonder specifieke reden'. 'Het is in stijgende lijn', stelt Nelissen. 'Van de 97 studenten vandaag, hebben er 23 het vakje aangeduid.' Dat is dus meer dan anders.
Onderbenutte capaciteit
De spontane vraag is: pikken studenten hiermee niet de testcapaciteit van de rest van de samenleving in? 'Ten eerste wordt er nog steeds heel veel testcapaciteit niet gebruikt', zegt Nelissen. 'Maar daarnaast vergeten mensen dat zo'n test nog steeds niet plezant is: je moet naar het centrum komen, het kriebelt in je neus en je moet in zelfquarantaine tot je resultaat er is − al is dat de laatste tijd wel bijna altijd dezelfde dag beschikbaar.'
Waar het Nelissen en Raymenants nu vooral om te doen is, is om de eerste barrière van de testmotivatie weg te nemen, en te zien wat dat geeft. Een overrompeling is het alvast voorlopig niet, maar het aantal afgenomen testen gaat in stijgende lijn. 'We zien al twee weken op rij een stijging in geboekte afspraken van ongeveer 10%.'
Ze verwachten dan ook geen misbruik – je kan je op dit moment zo vaak laten testen als je wilt. 'We mikken wel niet op systematisch testen. Maar als je twee weken na elkaar in een risicovolle situatie zit, kan je zeker twee weken na elkaar komen.'
In de praktijk heeft het overgrote deel van de geteste studenten maar één of twee testen laten afnemen in het centrum. 'Dat is 95%', vertelt Nelissen. 'Er zijn slechts vier studenten die meer dan vier testen hebben laten afnemen, over een periode van eind oktober tot nu.'
Strategie KU Leuven
Testen en opsporen is een kernpunt van de covidstrategie van de KU Leuven, zoals Luc Sels twee weken geleden uiteenzette in De Standaard. Daar pleitte hij voor een gelijkaardig testcentrum in elke studentenstad. Op die manier zijn de kothuishoudens – die misschien deze vrijdag worden aangekondigd – beter te beheren.
Zo'n grootschalig centrum opzetten is echter niet simpel. Raymenants en Nelissen werden in oktober gecontacteerd door de universiteit, toen de contactopsporing nog versnipperd en in kleine teams verliep. Ze zijn er nu al vier maanden voltijds mee bezig.
'Wij merken dat heel veel studenten heel hard hun best doen om anderen te beschermen'
Klaas Nelissen, post-doctoraal onderzoeker KU Leuven
Het systeem draait op volle toeren met de hulp van een uitgebreid informaticasysteem en een groep geneeskundestudenten. 'Het is een gigantisch team: we hebben een totale poule van honderdvijftig medewerkers, die het centrum en de mobiele testteams van het UZ Leuven bemannen.' Op één dag zijn er zo'n 20 mensen aanwezig in het centrum: een groep opspoorders, 'neusswabbers' en administratieve medewerkers.
Eerste conclusies
Het is de bedoeling dat Raymenants en Nelissen – beide onderzoekers aan de universiteit – later aan de slag gaan met de verzamelde data. Zijn er toch al eerste conclusies? 'We zetten tegenwoordig heel veel in op clusterbesmettingen', aldus Nelissen. 'We zien het fenomeen van de superverspreiders echt terugkomen.'
Het opsporingsteam heeft gemerkt dat de meeste gevallen ofwel geen nieuwe besmettingen voortbrengen, ofwel heel veel. 'Daardoor focussen we minder op de individuele risicocontacten, maar bijvoorbeeld eerder op het kot van de persoon.'
Nelissen vindt het onterecht dat studenten vaak negatief in de pers komen. 'Als wij aan contactopsporing doen, merken wij dat heel veel studenten heel hard hun best doen om anderen te beschermen. Via ons centrum geven we hen daar ook de kans toe.'
- Vind hier meer informatie over het afnamecentrum.