analyse> 'Contactopvolging van overheid werkt te traag'
Student en besmet? Verwacht je aan vier telefoontjes
Vier instanties houden zich bezig met contactonderzoek aan de KU Leuven. Met een verwachte stijging in COVID-19-besmettingen is het ook de vraag of zij voldoende bemand zijn.
Het Studentengezondheidscentrum, de externe dienst IDEWE, de Stad Leuven en bovenal het centrum voor contactopvolging van de overheid: alle vier kunnen ze je bellen als je besmet bent als student aan de KU Leuven. De parallelle circuits zijn er origineel vooral gekomen na ontevredenheid over het Vlaamse contactcentrum.
IDEWE
De KU Leuven vraagt personeel en studenten die besmet zijn om een contactformulier in te vullen, nog naast de contactopvolging van de overheid. Die resultaten komen terecht bij IDEWE, de Externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
'We zijn hiermee gestart begin augustus, toen echo's binnenkwamen dat er vertraging zat op het contact tracing-centrum van de overheid', vertelt arbeidsarts Anja Vandeputte. 'We zijn complementair met de contactopvolging van de overheid, maar focussen ons op de contacten die er geweest zijn op de campus of op kot.'
Bij IDEWE werkt drie man, bij het Studentengezondheidscentrum zes
IDEWE belt de besmette persoon op en begint het contactonderzoek. Soms bereikten zij de besmette persoon zelfs voor het contactcentrum van de overheid. 'Dat was zeker in augustus het geval, maar nu is hun vertraging al verminderd.'
Studentengezondheidscentrum
IDEWE deelt de gegevens vertrouwelijk met een arts van het Studentengezondheidscentrum als de student zich in Leuven bevindt. Het kan zijn dat de arts daarna opnieuw de student opbelt voor extra informatie over mogelijke hoog risicocontacten in zijn leefomgeving.
Het Studentengezondheidscentrum krijgt ook zelf meldingen binnen door studenten die zich via de huisartsen van het Studentengezondheidscentrum laten testen. 'Zowel de universiteit, faculteiten, de Stad Leuven en IDEWE mailen ons over de gevallen die zij binnenkrijgen', zegt diensthoofd Rikka De Roy.
Groot volume aan mails
Net als het IDEWE heeft het Studentengezondheidscentrum een groot aantal mails te verwerken en veel telefoontjes te plegen. Voor KU Leuven werkt er in Leuven bij IDEWE drie man, bij het Studentengezondheidscentrum zes. De vraag is of dat wel voldoende is als de besmettingsgolf bij studenten er komt.
'De komende dagen en weken bekijken we of we het contactonderzoek op een iets centralere manier kunnen doen'
Rikka De Roy, hoofd Studentengezondheidscentrum
'We zijn inderdaad beducht voor een te groot volume', geeft De Roy toe. 'De komende dagen en weken schalen we onze capaciteit op en bekijken we of we het contactonderzoek op een iets centralere manier kunnen doen.' Jef Arnout, verantwoordelijk voor monitoring aan de KU Leuven, kon bevestigen dat de universiteit daarmee bezig is, maar wil nog geen details kwijt.
Bij IDEWE vertelt Anja Vandeputte dat ze 'zullen bijsturen als het moet'. 'Als er te veel besmettingen zijn, krijgen we ondersteuning. Het zal dan misschien niet langer altijd een arts zijn die belt, maar dan kunnen het ook medewerkers van andere diensten binnen KU Leuven zijn.'
De UGent kondigde woensdag aan dat het al twintig contactopvolgers had opgeleid. 'Maar wat is opgeleid?' vraagt Vandeputte zich af. 'Is opleiden het draaiboek bezorgen en uitleg geven? Wij zijn ook gestart met het draaiboek door te nemen en daarna eigen protocollen op te stellen.'
Intensief bronnenonderzoek
Voor elke besmetting stelt het Studentengezondheidscentrum een centraal register op samen met de Stad Leuven. De Stad is net als de KU Leuven in augustus begonnen met haar contactonderzoek, vertelt coördinator Dries Wiercx: 'Voor elke Leuvenaar – dus ook studenten – bieden wij omkadering, onder andere via ons vrijwilligersplatform Leuven Helpt.'
'Ik hoef u niet te zeggen dat we veel overuren draaien'
Dries Wiercx, coördinator contactonderzoek Stad Leuven
Daarnaast doet de Stad aan intensief brononderzoek. Als enkele besmette personen allen in bijvoorbeeld een bepaalde handelszaak of sportclub zijn geweest, zijn er extra maatregelen nodig. 'Daarmee werken we aanvullend op de KU Leuven: zij doen contactopvolging in het studentenleven, maar studenten leven natuurlijk niet op een eiland.'
Drie coördinatoren
De Stad werkt met drie coördinatoren. Zij begeleiden afwisselend zeven op zeven een team van tien bellers. Die coördinatoren hebben daarnaast nog hun andere werk – zo is Wiercx eigenlijk coördinator van de vijf stedelijke buurtwerkingen in Leuven. 'Dat maakt de druk groot. Ik hoef u niet te zeggen dat we veel overuren draaien.'
Wat als er dan een nieuwe golf aankomt? 'We breiden ons team uit volgens noodzaak', maakt Wiercx zich sterk. 'We gaan in dialoog met partners en we zijn extra medewerkers aan het opleiden.'
Vlaamse contactopvolging
De Stad krijgt dagelijks cijfers van de overheid. 'We krijgen we langzaamaan meer broodnodige informatie. Sinds kort zien we wie de "hoogrisicocontacten" heeft gecontacteerd en voor welke contacten dat niet is gelukt', zegt Wiercx. 'Dat is belangrijk om elkaar aan te vullen.'
'Niet elke zone doet even intensief aan brononderzoek als wij'
Dries Wiercx, coördinator contactonderzoek Stad Leuven
Wiercx verdedigt het parallelle werk met de overheid: 'Wij kennen de lokale context beter – het Vlaamse centrum niet. We werken dus aanvullend. Daarnaast zorgen wij voor ondersteuning en hulp op maat via lokale netwerken en Leuven Helpt. We voorzien ook bijvoorbeeld tolken bij anderstaligen.'
Bovendien werkt het centrum voor contactopvolging nog steeds relatief traag volgens Rikka De Roy. 'Ze zijn minder vertrouwd met de studentencontext. Ik denk dat wij op onze manier sneller risicocontacten in Leuven opsporen en testen en zo complementair kunnen werken. Als daar één extra dag over gaat, verspreidt het virus zich nog meer.'
Het Vlaamse centrum behoudt wel zijn waarde, meent Wiercx: 'Niet elke zone doet even intensief aan brononderzoek als wij. Bovendien is ook Leuven geen eiland: een student gaat naar huis, zit op de trein of kan hobby's hebben in andere gemeentes.'
Leuvense cijfers
Op de website van Sciensano staan tegenwoordig wel de besmettingen per gemeente, maar voor Leuven gelden die enkel voor gedomicilieerden. Buitenlandse studenten vallen daar nog net wel onder, maar de meeste Vlaamse kotstudenten niet.
Kunnen die cijfers dan ook niet openbaar gemaakt worden? 'Wij publiceren geen cijfers', zegt Wiercx. 'Ik denk dat we zo al wel werk genoeg hebben, want het up-to-date houden van cijfers is een moeilijk werk – wij zien nog dagelijks fouten in de cijfers van de Vlaamse overheid. Maar voor intern beleid houden we natuurlijk wel goed zicht op de evolutie.'