INTERVIEW LUC SELS

'Pleiten voor hoger inschrijvingsgeld, is meegaan in de privatisering van het hoger onderwijs'

Halverwege zijn tweede termijn als rector zit Luc Sels nog steeds met gerechte rug op zijn rectoraat. Dat ondanks zes moeilijke jaren: 'Tijdens de pandemie voelde ik me een amateurviroloog, nu eerder een algemeen beheerder.'

Luc Sels heeft zich bijna door zijn zesde jaar als rector geworsteld. Geworsteld, want de wittebroodsweken bleven ook na zijn herverkiezing uit. Na de pandemie volgden snel de energiecrisis, inflatie en schokkende gevallen van grensoverschrijdend gedrag. Ondanks de schijnbaar trage vooruitgang rond sommige van die thema's blikt de rector hoopvol terug: 'Ik blijf een optimist tot in de kist.'

Heeft u tijd gehad om naar de finale van De Mol te kijken?

Luc Sels: 'Nee, zondagavond is een werkmoment voor mij. Zondagvoor- en namiddag trouwens ook. Ik heb het gejuich van mijn vrouw en mijn oudste zoon wel gehoord, toen hun voorspelling uitkwam.'

'Mijn televisieweek beperkt zich tot af en toe uitgesteld naar het journaal kijken en elke avond voor het slapengaan een half uurtje NBA-basketbal te kijken. Die competitie zit nu in de eindfase. Vanmorgen ben ik om 5u opgestaan en heb ik toch eerst een quarter NBA meegepikt voor ik aan de werkdag begon.'

Voor welke ploeg supportert u?

'Voor de Golden State Warriors, maar ik ben niet zo'n stabiele supporter. Ik ben niet zozeer geïnteresseerd of een ploeg vaak wint, maar welk tactisch plan ze hanteert. Ik heb zelf lang basket gespeeld, dat verklaart wellicht die bijzondere interesse. Het zijn vaak de coaches die mij overtuigen om voor een ploeg te supporteren.'

'Ik werk 's avonds vaak tot in de late uurtjes en nadien als buffer wat basket kijken helpt me om mijn gedachten te verzetten. Voor spelprogramma's heb ik gewoonweg geen tijd. Ik begin er niet aan, want ik weet toch dat ik niet elke episode zal kunnen volgen. Als ontspanning lees ik liever een goed boek of spendeer ik tijd met mijn kinderen.'

Zal de herfinanciering van het hoger onderwijs top of mind zijn in de aanloop naar de verkiezingen?

Luc Sels: 'Ja, het zal een belangrijk dossier zijn. Het zijn zes best uitdagende jaren geweest. Tijdens de pandemie voelde ik me soms een amateurviroloog, nu soms een algemeen beheerder. De financiële impact die de UGent voelt, die voelen wij ook. Onze universiteiten worden gelukkig op dezelfde manier gefinancierd, maar daardoor voelen we ook de impact van onderfinanciering op dezelfde manier.'

'Voor de UGent heeft de onderfinanciering duidelijk zwaardere gevolgen op de korte termijn. Wij houden onze begroting in evenwicht, maar moeten daar stevige inspanningen voor leveren, ook in de vorm van besparingen. Ik maak me dus zeker zorgen over de financiering van het hoger onderwijs.'

'Wij lijden vooral onder de zware onderindexering en het overslaan van de kliks (het mechanisme dat de basisfinanciering aanpast aan stijgende studentenaantallen, red.) We maken een periode door waarin het aantal achttienjarigen van jaar op jaar stijgt, dat heeft ook een effect op het studentenaantal in het hoger onderwijs. Als dan de financiering niet volgt, daalt de financiering per student. Als de regering de volgende geplande kliks ook overslaat, wordt de situatie echt zorgwekkend.'

'De Vlaamse Regering is zich er te weinig van bewust dat ze met onze universiteiten parels in handen heeft. Die parels kunnen snel dof worden. Als we de financiering niet beginnen te corrigeren, dreigen het parels voor de zwijnen te worden. Bovendien staan de engagementen gewoon in de Codex Hoger Onderwijs. We vragen niet meer dan dat die worden nagekomen.'

'Het is absoluut niet waar dat we aan het verengelsen zijn'

Zowel Ben Weyts als de universiteiten schermen met die Codex Hoger Onderwijs om hun gram te halen, maar dan om andere redenen. Is dat niet problematisch?

'Er is een verschil tussen aangegane engagementen niet honoreren, zoals de Vlaamse Regering doet, en binnen de spelregels van de Codex Hoger Onderwijs uitzonderingen vragen, zoals de universiteiten wel eens doen in taaldossiers. Wij kunnen ermee leven dat zulke aanvragen niet worden ingewilligd, maar niet dat de kliks niet worden doorgevoerd.'

'Maar ik heb ook begrip voor de moeilijke situatie waarin de Vlaamse Regering zich bevindt. Er zijn wel specifieke dossiers waar ik me veel meer zorgen over maak, zoals de manier waarop er met de verhoging van de quota voor de opleidingen Geneeskunde en Tandheelkunde omgegaan wordt. Men staat te weinig stil bij de kosten die dat meebrengt voor een opleiding.'

'Bij een verhoging van quota de middelen moeten ook de middelen worden voorzien om die gerealiseerd te krijgen.'

Waarom zijn die uitzonderingen rond taalequivalentie zo belangrijk?

'Ik kan heel goed leven met een overwegend Nederlandstalig bacheloronderwijs en ruimte voor anderstalige masteropleidingen. Maar voor opleidingen die echt uniek zijn en waarvoor er aan andere Vlaamse universiteiten geen Nederlandstalig equivalent bestaat, moet er een uitzondering gemaakt kunnen worden. Dat zou ons wat meer zuurstof geven.'

'Het aantal Engelstalige opleidingen is een heel stabiel gegeven. Het is dus absoluut niet waar dat we aan het verengelsen zijn. Ik denk dat het juist een enorm probleem is dat bachelorstudenten bitter weinig studiepunten in een andere taal opnemen. We zien dat immersie belangrijk is in het middelbaar onderwijs, maar in het hoger onderwijs trekken we die lijn helaas niet door: daar is het aantal vakken dat studenten kunnen opnemen in een andere taal beperkt.'

'Ik heb in 2019 de berekening gemaakt en toen bleek dat onze Nederlandstalige bachelorstudenten slechts 5% van hun studiepunten in andere talen opnamen. Maar vijf procent! Dan zijn we de meertaligheid die ons sterk zou moeten maken gewoon aan het uithollen.

'Maar een dossier dat veel gevoeliger ligt zijn de taalvereisten voor professoren. Ik kan begrijpen dat jonge docenten die in het begin van hun loopbaan zitten en hier meestal willen blijven na vijf jaar een niveau B2 Nederlands moeten halen. Maar een internationale topacademicus die elders al een vaste benoeming heeft kan je niet overtuigen om naar hier te komen als ze pas na vijf jaar onzekerheid (de tijd om het vereist B2-niveau te verwerven, red.) weten of ze hier een loopbaan kunnen uitbouwen.'

'We zijn de meertaligheid die ons sterk zou moeten maken aan het onderuithalen'

Binnen twintig jaar zullen dus niet alle masters Engelstalig zijn?

'Ik denk dat we binnen twintig jaar nog altijd met een meerderheid van Nederlandstalige masters zullen werken.'

In februari lieten enkele rectoren een ballonnetje op rond de verhoging van het inschrijvingsgeld. Van Goethem (UAntwerpen) had het zelfs over een verdubbeling. Was dat een strategische zet?

'Neen, ik ben daar wat in snelheid gepakt door het een interview met Herman Van Goethem. Hij wees daar op de noodzaak om het studiegeld te verhogen. Ik neem hem dat helemaal niet kwalijk, maar op dat moment was er nog geen overleg geweest tussen de rectoren.'

'Ik ben nu geen vragende partij. Als we die stap zouden zetten, zou ik enkel meegaan in beperkte verhogingen. Ook zou een substantieel deel van de verhoging gebruikt moeten worden om de beursbedragen te verhogen of de grens om beursgerechtigd te zijn op te trekken. Maar dan kan je je afvragen of het sop de kolen wel waard is.'

'Door op het inschrijvingsgeld te wijzen, maak je het de overheid ook makkelijk. Dan ga je voor een stuk mee in een privatisering van de financiering van het hoger onderwijs. Maar Van Goethem maakte in dat interview ook een goed punt. Een deel van de samenleving zou een hoger studiegeld wél kunnen betalen. Meer differentiatie in studiegelden kan dus volgens mij, al is het niet eenvoudig om dat uit te werken.'

Volgend jaar gaat de Vlaamse mijlpaal van start, een jaar na de Leuvense. Gooit dat roet in het eten?

'Meer differentiatie in studiegelden kan volgens mij'

'Nee, voor ons blijft het bij hier en daar wat administratief bijkleuren. Het is een veralgemening van de mijlpaal die wij al hebben ingevoerd. Doordat wij al op dreef zijn, is de transitie voor ons behapbaar. Ik ben blij dat we niet een jaar na onze eigen hervorming plots met een heel ander systeem geconfronteerd zijn.'

Voor andere instellingen is dat natuurlijk wel het geval. Bent u voorstander van die invoering in heel Vlaanderen?

'Wij waren daar zeker geen vragende partij voor. Maar als er dan toch een systeem gekozen moet gekozen, liever het onze. Maar universiteiten hebben verschillende demografische realiteiten. Als je dezelfde regels invoert, kunnen die daardoor een verschillend effect hebben. Ik denk dat elke universiteit de kans moet krijgen op basis van historische data te bepalen wat voor hen juist is.'

'Mijn grootste kritiek op de Vlaamse mijlpaal is dat universiteiten en hogescholen bijna geen vrijheid hebben in hoe het systeem wordt ingevoerd. Ik ben in het algemeen geen voorstander van decreten die overgespecifieerd zijn. Het ontneemt ons de vrijheid om onze mijlpaal bij te sturen indien dat nodig zou zijn.'

'Het inperken van de autonomie van de hogeronderwijsinstellingen is een tendens van de laatste jaren die ik met lede ogen moet aanschouwen. Daardoor beginnen universiteiten ook meer op elkaar te lijken en dat vind ik een verarming. Ik vind het wel goed dat er regelmatig overleg georganiseerd wordt, maar dat betekent nog niet dat je alle spelregels tot in het detail kan of moet vastleggen.'

Vond u de beslissing om de mijlpaal voor heel Vlaanderen in te voeren dan wel voldoende doordacht?

'(aarzelt) Wat ik wel apprecieer – kwestie van de rol van de minister ook voldoende te waarderen – is dat er enorm veel voortgang is gemaakt rond die thema's. Hij had inderdaad een studie kunnen bestellen om dan vier jaar op de resultaten te wachten en ondertussen een regeringswissel te hebben doorgemaakt.'

'Het gaat me dus niet om de vraag of het al dan niet een verstandige beslissing was, maar over de graad van detail waarin het decreet is vormgegeven. We moeten opletten voor micromanagement. Maar de bepalingen in het regeerakkoord gingen nog veel verder. In vergelijking tot de 'harde knip' die toen op tafel lag, is de mijlpaal een enorme tegemoetkoming aan het hoger onderwijs en de studenten.'

Een ander thema dat de laatste jaren veel van uw tijd heeft opgeëist is grensoverschrijdend gedrag. Wat vindt u van het extern meldpunt dat er nu toch komt?

'We moeten opletten voor micromanagement'

'Het verschuift de aandacht weg van wat eigenlijk prioritair zou moeten zijn: een inclusieve en veilige leer- en werkomgeving. Dat meldpunt is centraal komen te staan in die discussie omdat het een van de weinige zichtbare maatregelen is die een minister kan nemen. Voor opvolging en preventief beleid zorg je echt niet met een meldpunt, en die zaken zijn volgens mij veel belangrijker.'

Waarom lijkt grensoverschrijdend meer voor te komen aan universiteiten?

'Het zou me niet verwonderen dat het bedrijfsleven met een veel groter probleem zitten, maar daar is het minder zichtbaar. Universiteiten zijn glazen huizen: als morgen een prof naar een krant trekt, zal die dat publiceren en zal die prof of zij door een rector niet teruggefloten worden. Bij ons is de vrijheid van meningsuiting enorm groot.'

'Dit is een organisatie van 23.000 werknemers en 65.000 studenten: dat is zo veel als een centrumstad. Als je rekening houdt met die schaal en ziet hoe transparant ons huis is, valt het aantal casussen dat de kranten bereikt nog best wel mee. Maar universiteiten zijn inderdaad een kwetsbare omgeving; er zijn veel relaties van afhankelijkheid.'

'Maar ook tussen studenten onderling zijn er veel problemen. Dat is op zich niet vreemd: 18-jarigen komen plots in een stad samen en ontdekken er hun vrijheden en verkennen soms ook grenzen. Als je dat allemaal optelt, denk ik soms dat het nog meevalt. We hadden twee jaar geleden 520 meldingen waarvan het overgrote deel na onderlinge bemiddeling is opgelost. Maar er is uiteraard nog ruimte voor verbetering.'

Wat vond u van de demarche van Vlaams minister Zuhal Demir na de verkrachtingszaak die in oktober vorig jaar de gemoederen in beweging bracht ?

'Daar ga ik mijn joker op inzetten. Wat veel zegt, natuurlijk. Wat ik wel kan vertellen over die casus is dat het een bijzonder pijnlijk verhaal was. Dat mag echt nooit meer gebeuren. Ik herinner me nog altijd de schok toen ik het verhaal vernam aan de tafel waar we dit interview nu afnemen. Maar op de rol van de minister in dat verhaal kom ik niet meer terug.'

Hoe bewaart u als rector de balans tussen enerzijds het vertrouwen van de melder niet te beschadigen, en anderzijds studenten te beschermen tegen een potentieel gevaarlijke prof?

'We hebben daarin een grote stap voorwaarts gezet. In 2018 hebben we het register van ons vertrouwensnetwerkregister anders opgebouwd. Nu kan er bij meerdere meldingen over dezelfde persoon sneller aan de alarmbel getrokken worden. Dat werkt ook versterkend voor de melder: je weet dan dat je niet alleen bent. In het nieuwe tuchtreglement wordt ook helemaal anders omgegaan met de thematiek rond vertrouwelijkheid en anonimiteit.'

'Ik denk dat we stilaan in een veiligere situatie zijn terechtgekomen, maar u voelt de aarzeling in mijn stem wanneer ik dit zeg. De KU Leuven blijft een gigantisch grote gemeenschap en we blijven allemaal mensen. Er zullen altijd incidenten aan onze aandacht ontsnappen of te laat op onze radar verschijnen.'

'Maar we moeten ook opletten dat we niet in de omgekeerde richting doorslaan. Ook de beklaagde heeft zijn of haar rechten. We mogen iemand niet meteen aan de schandpaal nagelen en moeten heel voorzichtig omgaan met klachten. Net zoals in juridische procedures moeten klachten kunnen worden gestaafd.'

'Maar ik wil wel benadrukken dat het overschrijden van grenzen altijd verschrikkelijk is voor de slachtoffers. Zulke verhalen kruipen onder mijn huid. Ik ben niet kwaad dat die zaken tijdens mijn beleidstermijn zijn uitgekomen, aangezien het als hefboom gebruikt kan worden om te herdenken hoe we met elkaar omgaan.'

'Ook de beklaagde heeft zijn of haar rechten'

Binnenkort komt er een gerechtelijke uitspraak in het Reuzegom-dossier. Wat verwacht u daarvan?

'Daar ga ik me echt niet over uitspreken. Hier zet ik mijn tweede joker op in (lacht). Ik heb me tijdens de hele gerechtelijke procedure terughoudend opgesteld en ga die koers blijven aanhouden.'

Volgens een groot deel van het personeel van de KU Leuven was uw aanpak te laks. Hoe gaat u hun vertrouwen terugwinnen?

'Ik denk dat de meeste mensen intussen begrijpen wat er gebeurd is en hoe beperkt onze mogelijkheden waren. Toen het onderzoeksdossier in 2020 gelekt werd door Het Nieuwsblad, stond daar veel meer in dan wij wisten en konden toewijzen aan individuele leden van Reuzegom.'

'Het feit dat de rechtszaak al zo lang aansleept toont trouwens dat ook justitie het moeilijk heeft met die zaak. Het is moeilijk om uit te maken wat een groepsfenomeen is en waar en bij wie welke individuele verantwoordelijkheid ligt.'

'Iedereen beseft dat dit een pijnlijke situatie was voor de KU Leuven, maar ik denk dat meer en meer mensen beginnen te beseffen dat het ook voor ons in de eerste maanden na het overlijden van Sanda een onnoemelijk complexe situatie was. Mijn herverkiezing wijst op een zeker vertrouwen. Maar velen en ook ik hebben nog wel een enigszins onverwerkt verleden.'

'Ik heb niet het gevoel dat we met een onverwerkt verleden zitten'

Hoe heeft u die periode zelf ervaren?

'Het is een tragedie die me heel hard getroffen heeft en zwaar blijft treffen. Ik denk dat zolang er geen fatsoenlijk gesprek met de vader van Sanda Dia heeft plaatsgevonden (krijgt het moeilijk), dat zo zal blijven. Dat voel ik telkens als ik erover praat.'

Zijn er pogingen tot gesprek geweest?

'Ja, maar dat laat ik liever onbesproken. Niemand heeft meer recht dan hij om kwaad te zijn op mij of op de KU Leuven. Het is dan ook aan hem om het tempo te bepalen en wat kan en niet kan. Voor de familie en vrienden van Sanda Dia moet dit uiteraard nog een veel moeilijkere periode zijn.'

'Ik denk dat de meeste mensen niet kwaad zijn door de opvolging van de zaak zelf. Een grote groep vindt dat we te traag vorderingen maken op het vlak van inclusie, sociale veiligheid, maar evengoed grensoverschrijdend gedrag. Ondanks ons harde werk, blijft de vooruitgang langzaam. We zitten elk jaar met een nieuwe generatie studenten, dus dat is een verhaal dat nooit eindigt.'

'Dat zou ik ook als raad aan mijn opvolger willen meegeven: houd er rekening mee dat er elk jaar een nieuwe generatie achttienjarigen voor je zit. Er studeren nu generaties aan onze universiteit voor wie Reuzegom niet meer zo bekend is. Dat is een van de beweegredenen voor onze startersdagen: we willen respect, inclusie en veiligheid er vanaf dag één in krijgen, elk jaar opnieuw.'

'Maar als ik kijk naar de trajecten die rond dopen en verwelkoming zijn afgelegd, zijn dat echt hartverwarmende voorbeelden. Je kan niet verwachten dat iedereen meegaat op het tempo dat je zelf zou willen, maar je voelt dat de aandacht voor die thematieken toeneemt. Ik kan dat met jullie generatie ook beter bespreken dan vroeger met mijn generatie. Op dat vlak blijf ik een optimist tot in de kist.'

Powered by Labrador CMS