nieuws> Universiteiten en hogescholen hebben te veel onzekerheid
OESO richt pijlen op open hoger onderwijs
De OESO is scherp voor hoe Vlaanderen zijn hoger onderwijs financiert. Het systeem zit slim ineen, zegt de organisatie, maar de uitvoering loopt mank. Al jaren daalt het geld per student.
De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, red.) heeft maandag een rapport gepubliceerd over het Vlaamse hoger onderwijs. Dat kwam er op vraag van de Vlaamse regering, die het allocatiemodel van de financiële middelen over de universiteiten en hogescholen wil herbekijken.
Het verdelingssysteem zit in theorie goed, zegt de OESO, maar de pijnpunten zitten in de praktijk. Al jaren aan een stuk besparen regeringen op hoger onderwijs. De totale financiering van het hoger onderwijs is tussen 2012 en 2017 gedaald met 3%. Ondertussen stegen de studentenaantallen.
Komt het geld of komt het niet?
De Vlaamse overheid is afspraken keer op keer niet nagekomen. Zo heeft ze de middelen van universiteiten en hogescholen te weinig aangepast aan inflatie en hebben ze regelmatig 'kliks' overgeslagen. Een 'klik' is een stijging van 2% in het budget van een instelling wanneer de studentenaantallen, gemeten in studiepunten, met 2% zijn toegenomen. In 2023 kunnen de universiteiten zich normaal gezien nog eens aan zo'n 'klik' verwachten.
Je moet vaak sneller groeien dan je concurrenten om je subsidies te vergroten
Ook bij de groeipaden schort het, klaagt de OESO. Dat zijn de trajecten die instellingen hebben onderhandeld om meer geld te krijgen bij meer studenten. De groeipaden zijn niet realistisch opgesteld en worden daarom al jaren niet naar behoren gehonoreerd.
Het probleem ligt nog structureler, zegt de OESO. Het Vlaamse financieringssysteem is voor een deel 'herverdelend': om meer geld te krijgen, volstaat groeien niet per se. Je moet vaak sneller groeien dan je concurrenten om je subsidies te vergroten.
De OESO wil dat Vlaanderen een systeem onderzoekt waar meer studenten altijd meer centen betekent. Zo zit dat ineen in Denemarken of Schotland. Het is de vraag of dat financieel haalbaar is in een open hoger onderwijssysteem zoals in Vlaanderen. Doordat eender wie kan starten aan studies en instellingen niemand mogen weigeren, kunnen de kosten erg snel oplopen. Andere landen lossen dat op met toelatingsexamens.
Open toegang
De OESO wil dat Vlaanderen het systeem van het leerkrediet herbekijkt. Wie hier aan hogere studies begint, krijgt een zakje met studiepunten om in te zetten. De eerste 60 ingezette studiepunten krijg je dubbel terug. Dat detail wil de OESO onder de loep nemen.
Vlaanderen kampt met meer heroriëntering, een lage studievoortgang en meer studie-uitval
Het leerkrediet creëert flexibiliteit, maar zorgt ervoor dat Vlaamse studenten er in vergelijking met andere OESO-landen langer over doen om een diploma te behalen. Het systeem creëert te weinig motivatie om vanaf het begin intensief bezig te zijn met je studies, zegt de OESO.
Het leerkrediet hangt samen met het open karakter van het Vlaams hoger onderwijs. Vlaanderen kampt met meer heroriëntering, een lage studievoortgang en meer studie-uitval. Dat kost geld. De OESO ziet heil in meer ondersteuning om zoveel mogelijk studenten meteen in een passende opleiding te krijgen. Ze uit zich dan ook positief over de reeds ingevoerde ijkingstoetsen.
Onderbemand personeel
De OESO merkt dat er minder lesgevend personeel is ten opzichte van het aantal studenten dan in de meeste andere EU-landen. Een reden is dat postdoctoraal onderzoekers hier minder lesgeven dan in andere landen. Dat academisch personeel redelijk duur is in vergelijking met andere EU-landen helpt ook niet. Slechts drie landen zijn duurder.
Of de scheve ratio een negatieve invloed heeft op de onderwijskwaliteit is moeilijk te zeggen. De OESO adviseert alvast om meer onderwijzend personeel aan te nemen om negatieve effecten te vermijden.
'Basisfinanciering zou ons een stuk krachtiger maken'
Pieter Willems, directeur Onderzoek Hogeschool UCLL
Een van de scherpste punten van kritiek in het rapport stelt dat hogescholen te weinig basisfinanciering voor onderzoek krijgen om hun potentieel te verwezenlijken. Ze zijn daardoor afhankelijk van projectmatige financiering.
'Basisfinanciering zou ons een stuk krachtiger maken', stelde Pieter Willems, directeur Onderzoek aan Hogeschool UCLL, onlangs nog in Veto. Het OESO-team adviseert hogescholen om alvast een gedeelde strategie voor praktijkgericht onderzoek ineen te steken. Zo kunnen zij de kans op meer financiering vergroten.
Positieve noot
Ondanks de besparingen, presteert ons hoger onderwijs goed, zo benadrukt de OESO. 51% van de Vlamingen tussen 25 en 34 jaar had in 2020 een hoger onderwijsdiploma, meer dan het OESO-gemiddelde. Alumni hebben weinig moeite om passend werk te vinden: 91% vindt binnen drie jaar geschikt werk.
'De bedoeling is om tegen de zomer van 2024 grondig te bekijken of de huidige financiering wel nog goed is afgestemd op de realiteit'
Michaël Devoldere, woordvoerder minister Weyts
In tien jaar tijd ging het aantal publicaties van hoge kwaliteit van 18 per 10.000 inwoners naar 28. Die publicaties schrijven onderzoekers niet voor niets. Belgische onderzoeken worden veelvuldig gepubliceerd. Alleen Ierland, Denemarken en Nederland genereren meer impact.
Op naar een nieuw allocatiemodel
'De OESO-studie geeft een globaal beeld en bevat een internationale vergelijking, maar er zal nog bijkomend onderzoek nodig zijn', meldt Michaël Devoldere, woordvoerder van minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). Het hoger onderwijs is ondertussen opgenomen in de spending review van minister van Financiën Matthias Diependaele (N-VA), zegt hij.
'De bedoeling is om tegen de zomer van 2024 grondig te bekijken of de huidige financiering wel nog goed is afgestemd op de realiteit, gelet op de grote toename van het aantal studenten', stelt Devoldere. De volgende regering kan dan aan de slag met die evaluatie.
Groeiende faculteiten worden niet beloond
De OESO-studie is eind 2019 besteld en kostte 250.000 euro, waarvan de Europese Commissie bijna de helft heeft gefinancierd. Ook het departement Economie deed een duit in het zakje.
Impact op de KU Leuven
Een herallocatie op Vlaams niveau heeft gevolgen voor de KU Leuven. Het interne allocatiemodel van de KU Leuven is al bevroren sinds 2010. Enkel in de biomedische wetenschappen wordt regelmatig het geld opnieuw verdeeld tussen faculteiten en departementen.
Het gevolg is dat groeiende faculteiten niet beloond worden. Zij trekken regelmatig aan de mouw van de rector om het allocatiemodel te herzien, maar de rector houdt de boot af. 'In die discussies (over herallocatie, red.) kruipt veel energie', zei Luc Sels, rector van de KU Leuven, twee jaar geleden aan Veto.
De rector benadrukte toen dat het niet de juiste timing was: het heeft geen zin om intern de verdelingsparameters te herbekijken als die op Vlaams niveau in limbo zijn. Wanneer het Vlaams niveau vastligt, begint mogelijk de discussie aan de KU Leuven. 'Je kan ook niet voor de eeuwigheid bevriezen', gaf Sels destijds toe.