ANALYSE VLAAMS REGEERAKKOORD

Minder internationalisering en meer staat: dit zegt het Vlaamse regeerakkoord over hoger onderwijs

Hoewel het nieuwe regeerakkoord op vele fronten nog erg vaag blijft, is één lijn heel helder aanwezig: de keuze voor het Nederlands en tegen internationalisering. 'Enkele maatregelen kunnen heel impactvol zijn als ze niet doordacht worden uitgevoerd.'

Gepubliceerd Laatst geüpdatet

Voor hoger onderwijs blijft het nieuwe Vlaamse regeerakkoord nog erg op de vlakte. Behalve heldere passages over het het belang van het Nederlands, een keuze tegen verdere internationalisering en een hervorming van de lerarenopleiding hangt er nog veel mist over welk beleid de Vlaamse regering er de komende vijf jaar wil voeren.

'Over het algemeen is het stuk over hoger onderwijs veel te mager', zegt onderwijsexpert Dirk Van Damme. 'Er is onder Ben Weyts eigenlijk geen beleid gevoerd op dat domein, en dat zal op basis van deze tekst ook niet verbeteren.' 

Over wetenschappelijk onderzoek en innovatie is het akkoord wel heel ambitieus. Dat vindt Van Damme een tegenstelling: 'Daar heb je toch universiteiten en hogescholen voor nodig, wie gaat dat onderzoek anders doen? Dit krijg je wanneer er te veel in aparte werkgroepen onderhandeld wordt en niemand de overkoepelende coherentie bewaakt. Alleen over de politiek heikele punten wordt in een centrale werkgroep gediscussieerd.' 

Weinig verrassingen

'Wat er dan wel over het hoger onderwijs in het regeerakkoord staat is weinig verrassend', zegt onderwijsjurist Kurt Willems (KU Leuven). 'Zo wisten we wel dat er een nieuw programmatiemodel (dat bepaalt welke nieuwe opleidingen worden ingericht, red.) zat aan te komen.'

De Vlaamse regering wil daarvoor kijken naar een systeem dat een betere geografische spreiding van de opleidingen garandeert en beter aansluit op de vraag van de arbeidsmarkt. Hoe dat er concreet zou uitzien is echter nog niet duidelijk.

'Bij N-VA liggen de universiteiten niet in de bovenste schuif. Ze zitten daarmee op de lijn van vele rechtse partijen in Europa'

Dirk Van Damme, onderwijsexpert

Daarnaast komt er volgens het regeerakkoord een nieuw financieringsmodel. De financiering van studenten buiten de Europese Economische Ruimte (EER) zal daarin per instelling beperkt worden tot twee procent van de totale studentenpopulatie, daarna moeten de instellingen zelf instaan voor de kosten van die studenten. 

Behalve dat de financiering voor niet-Europese studenten fors zal worden afgetopt, hangt er ook over de precieze invulling van dat systeem nog veel mist. 'Het is opvallend dat het regeerakkoord op vele vlakken eerder vaag is, maar dan op sommige punten net erg concreet', zegt VUB-rector Jan Danckaert, die daarmee doelt op de tweeprocentnorm. 

Sterkere overheidsgreep

Zowel de herziening van het financieringssysteem als die van het programmatiemodel zouden ertoe kunnen leiden dat de Vlaamse regering de teugels van het hoger onderwijs steviger in handen neemt. 'Het is afwachten hoe de uitwerking in de teksten verloopt', zegt Willems. 'Dat kan heel impactvol zijn als dat te weinig doordacht gebeurt, dus ik ben wel voorzichtig.' 

Die sterkere overheidsgreep valt ook op te maken uit de wens om de middelen voor studentenvoorzieningen niet langer door de instellingen te laten uitkeren. Het regeerakkoord zegt te willen onderzoeken of het mogelijk is om dat over de associaties heen, op regionaal niveau, te organiseren. De instellingen zelf zouden daardoor mogelijk aan bestedingsmacht moeten inboeten. 

'Bij N-VA liggen de universiteiten niet in de bovenste schuif', zegt Van Damme. 'Ze zitten daarmee op dezelfde lijn als vele rechtse partijen in Europa. Het idee leeft er dat de universiteiten aan zelfbediening doen door bijvoorbeeld veel internationale studenten aan te trekken.' De keuze voor het Nederlands en tegen verdere internationa­lise­ring is zo ook één van de meest heldere lijnen die nu al uit het regeerakkoord valt op te maken.

Verengelsing

Naast het inperken van de financiering voor internationale studenten wordt immers ook de uitzondering op de equivalentievoorwaarde geschrapt. Die regel bepaalt dat elke anderstalige opleiding in Vlaanderen ook een Nederlands alternatief moet hebben. Uitzonderingen waren daar tot nu toe mogelijk, al gebeurde dat slechts in beperkte gevallen. 

Het ging over niche-opleidingen waarvoor het Nederlandstalige doelpubliek te klein zou zijn, zoals de richting nanotechnologie. Vanaf deze legislatuur zou dat niet meer mogelijk zijn.

'Een verplicht eerstejaarsvak Nederlands gaat veel verder dan de overheid ooit ingreep in het hoger onderwijs'

Dylan Couck, onderwijsjurist

De KU Leuven zet samen met de VUB het hardst in op die internationalisering. Beide hebben zo met respectievelijk 8,4% en 7% het grootste aandeel niet-Europese studenten. 'Als onderzoeksgerichte instelling is de KU Leuven daardoor ook erg internationaal', zegt Willems. 'Ze zal die internationale focus volgens mij niet bijstellen.' 

De voorbije jaren leidde dat al tot verwoede discussies tussen onder andere rector van de KU Leuven Luc Sels en toenmalig minister van Onderwijs Ben Weyts. Die laatste wilde met het weigeren van uitzonderingen op de equivalentievoorwaarde de vermeende 'verengelsing' van het hoger onderwijs tegenhouden. Experten wezen er echter op dat het in Vlaanderen nog lang niet zo ver staat met de 'verengelsing' als bijvoorbeeld in Nederland het geval is.

Lerarenopleiding

Met het oog op het opkrikken van de onderwijskwaliteit in het leerplichtonderwijs staat ook de hervorming van de lerarenopleiding centraal. Een starttoets moet de kwaliteit van de instroom garanderen. Wie niet slaagt krijgt een verplicht remediëringstraject opgelegd en moet binnen het jaar slagen voor de volledige starttoets. Daarnaast legt de nieuwe Vlaamse regering er de nadruk op Nederlands en op praktijkervaring in de vorm van stages.  

Ook in de andere bacheloropleidingen zullen stapsgewijs starttoetsen ingevoerd worden, met een verplicht remediëringstraject. De voorwaarden zijn daar echter niet zo streng als in de lerarenopleiding. 

Met 'stormram' Demir wil N-VA de macht van de koepels in het onderwijs proberen breken

De lerarenopleiding krijgt bovendien een bijkomende externe kwaliteitscontrole, naast de bestaande 'instellingsreviews'. 'Wat is het nut van een extra controle?' vraagt Greet Decin, programmadirecteur voor de lerarenopleiding bij UCLL, zich af. 'Dit is vooral een symboolmaatregel: de Vlaamse regering wil duidelijk maken dat het voor de kwaliteit van onderwijs staat, en benoemt daarom de lerarenopleidingen als één van de zondebokken. Maar externen mogen gerust komen kijken: via de instellingsreview werden we al als kwaliteitsvol beoordeeld. '

Ook hier neemt de overheidsinmenging door die extra controles dus toe, al is dat niet meteen een probleem. 'De overheid mag aan kwaliteitscontrole doen, en heeft op dat vlak enige marge. De invulling van die controles zal bepalend zijn', zegt onderwijsjurist Dylan Couck (UGent). 

Waar ze mogelijk wel haar boekje te buiten gaat, is bij het opleggen van een verplicht eerstejaarsvak Nederlands in het curriculum van iedere lerarenopleiding. 'Dit gaat veel verder dan de overheid ooit ingreep in het hoger onderwijs', zegt Couck. 'Ik durf te betwijfelen of die verplichting verenigbaar is met de vrijheid van onderwijs.' 

Nieuwe minister

Ondertussen is er ook een nieuwe minister van Onderwijs. De strijd om die positie ging lang op tussen N-VA en Vooruit. Uiteindelijk werd het Vlaams-nationalist Zuhal Demir die op het pluche zal plaatsnemen.  De Limburgse volgt partijgenoot Ben Weyts op, die viceminister-president wordt en bevoegd is voor Financiën en Begroting. 

'Een tweede termijn had Ben Weyts waarschijnlijk de kop gekost. Hij zag zijn voorkeursstemmen nu al halveren'

Dirk Van Damme, onderwijsexpert

Met 'stormram' Demir wil N-VA zo mogelijk proberen de macht van de koepels in het onderwijs te breken, schreef De Morgen. Als minister van Omgeving haalde ze in het kader van het stikstofakkoord al stevig uit naar belangengroepen zoals de Boerenbond. 

'De N-VA redeneert dat ze op onderwijs, met al de verschillende middenveldorganisaties en tussenniveaus, iemand nodig hebben die kan doorduwen', zegt Van Damme. 'Al zal die strategie vooral tegen de koepels worden ingezet. De partij zal geen sociale onrust willen veroorzaken door ook de vakbonden tegen zich in het harnas te jagen. Op een domein als onderwijs, dat zoveel mensen raakt, is dat iets wat iedereen wil vermijden.'

Afwachten blijft het of Demir ook populariteitspunten zal kunnen scoren als onderwijsminister. Op Luc Van Den Bossche na begon niemand ooit aan een tweede termijn op die post. 'N-VA had iemand nodig die electoraal stevig in het zadel zit en in staat zou zijn onpopulaire beslissingen te nemen', zegt Van Damme. 'Bij Demir was dat het geval. Een tweede termijn had Ben Weyts dan weer mogelijk de kop gekost. Hij zag zijn aantal voorkeursstemmen nu al bijna halveren.'

Powered by Labrador CMS