interview> Interview met Stura-voorzitter Marie Vanwingh

'Medebestuur blijft steeds een moeilijk evenwicht'

Marie Vanwingh, aftredend voorzitter van de Studentenraad KU Leuven, heeft er een woelig jaar opzitten met bewogen rectorverkiezingen.

Gepubliceerd

Het is een zonovergoten en warme middag wanneer ik Marie Vanwingh, aftredend voorzitter van de Studentenraad KU Leuven, spreek. Plaats van het interview is de tuin van het studentencentrum, beter gekend als ’s Meiers 5, het gebouw waar onder andere Stura, LOKO en uw eigenste studentenkrant gevestigd zijn.

Stura is in 2013 als het ware afgescheurd van LOKO, de Leuvense overkoepelende kringenorganisatie. Hoe verloopt de samenwerking nu?
Marie Vanwingh: ‘Daar bestaan meer politiek correcte termen voor, maar ik begrijp wat je bedoelt. (lacht) Dit is het laatste jaar dat er nog mensen zijn die in de beide bureaus hebben gezeten en ik denk dat dat helpt om beide organisaties tegenover elkaar te positioneren.’

‘Nu zijn we gewoon twee organisaties met een eigen werking, maar met een gezamenlijk verleden. Dat laatste mogen we zeker niet vergeten. De aanpassingstijd is moeilijk geweest, maar ik ben hoopvol over de steeds betere samenwerking.’

Nochtans wordt Stura vaak gezien als degene die zich met de serieuze zaken, zoals Onderwijs, bezighoudt en minachtend doet over het meer studentikoze LOKO. De bevoegdheidsverdeling is daarom een heikel punt.
‘Er wordt bij ons nooit denigrerend over LOKO gedaan. Ik heb ook niet het gevoel dat we echt in elkaars vaarwater zijn gekomen, hoewel daar soms wel dreiging toe was. Dan gaat het vaak over plaatsen in raden waar je mag zitten als Stura dan wel LOKO. Maar we hebben daar altijd heel goed over kunnen praten. Joris (Gevaert, campuscoördinator, red.) en Bram (Van Baelen, voorzitter LOKO, red.) hebben zelfs een nota gemaakt over de ‘grijze zones’, met duidelijke afspraken en principes, die hopelijk dit jaar nog langs beide AV’s kan.’

'We zijn eindelijk voorbij dat punt waar dat nog uitmaakt, of je nu een meisje bent of niet'

Marie Vanwingh, voorzitter Studentenraad KU Leuven

Waarover gaat die nota precies?
‘Stura is KU Leuven-breed beleid, LOKO is gebonden aan campus Leuven. Het probleem is bijvoorbeeld dat op de duurzaamheidsraad wel eens Alma aan bod durft te komen. In zo’n situatie moet Stura meteen contact opnemen met LOKO – en omgekeerd. Maar we moeten vooral aan de KU Leuven duidelijk maken dat dat niet kan; dat ze het moeten hebben over duurzaamheid bij de studentenrestaurants in het algemeen.’

‘Wij hebben ondertussen wel een goed beeld over het onderscheid tussen beide organisaties. Maar of het beleid dat ook weet, is een andere vraag. Het grootste probleem blijft bij de studenten. Ik denk dat die überhaupt niet weten wat Stura dan wel LOKO is, laat staan het verschil ertussen.’

Witte studentenraad

Hoe denk je dat jullie imago is bij de studenten die jullie wel kennen?
‘Soms heb ik schrik dat ze een fout beeld hebben van onze werking, omdat ze misschien dingen uit context in de Veto lezen. Je vraagt je natuurlijk af wat de gewone student denkt als hij leest dat we uit de verkiezingscommissie zijn gestapt de dag van de rectorverkiezingen. Dat gevoel had ik bijvoorbeeld ook bij de berichtgeving over diversiteit (Vanwingh verwijst naar een splinter die in Veto verscheen over de studentenvertegenwoordiging daaromtrent, waarop Stura en LOKO samen ook een reactie schreven, red.).’

Hoe zit het met diversiteit binnen Stura zelf? Zo ben je zelf een vrouwelijke voorzitter in een nog steeds heel mannelijke academische wereld.
‘Dat vrouw-zijn heb ik nooit als een probleem ervaren. In onze Raad van Bestuur en binnen het bureau was dat de ideale situatie: we zijn eindelijk voorbij dat punt waar dat nog uitmaakt, of je nu een meisje bent of niet.

‘Die gendergelijkheid hoef je dus niet met quota af te dwingen. Mijn boodschap voor de nieuwe ploeg: plaats niet koste wat kost een vrouw op bepaalde posities, maar vergeet hen ook niet te vragen.’

'Een leider in de Chiro heeft het ook druk'

Marie Vanwingh, voorzitter Studentenraad KU Leuven

‘Een echte zwakte daarentegen is de witte studentenraad. We zijn geen weerspiegeling van de verschillende soorten mensen die aan onze universiteit zitten, waardoor je eigenlijk aan beperkte vertegenwoordiging doet. In het bureau, maar ook in de algemene vergadering. Er bestaat het risico dat er een grote groep zich niet herkent in wat wij doen, omdat ze zich letterlijk niet herkent in ons.’

Hoe kan daaraan verholpen worden?
‘We moeten dus echt gaan kijken hoe het komt dat we studenten met een migratieachtergrond of pioniersstudenten (studenten die als eerste generatie thuis aan hoger onderwijs beginnen, red.) niet bereiken. Waarom dat zo is, weet ik niet goed, anders had ik er wel een oplossing voor bedacht.’

‘Ik denk dat het voor een stuk te maken heeft met traditie. Als je thuis gaat vertellen dat je aan studentenvertegenwoordiging gaat doen, terwijl dat voor hen geen gekend fenomeen is, dan zal er in de eerste plaats een angstige reactie komen. Bijvoorbeeld over de impact op je studies.’

Is die impact niet sowieso groot? Hoe ervaar je de combinatie student-vertegenwoordiger?
‘Veel stuvers geven juist aan dat hun studies erop vooruit gaan. Je leert beter werken, plannen, organiseren. De vaardigheden die je hier leert zijn ook vaak vaardigheden die je in je studies nodig hebt. Maar het vraagt een opoffering. Dat betekent soms niet naar de les kunnen gaan, maar daar worden ook oplossingen voor gezocht, zoals web lectures.

‘Al denk ik dat dat niet iets typisch studentenvertegenwoordiging is. Een leider in de Chiro heeft het ook druk.’

Moet het onderwijs daar beter op afgestemd worden?
‘Dat denk ik niet. Het onderwijs moet zich zo organiseren dat het gewoon goed onderwijs is. Dat geldt bijvoorbeeld ook in de discussie over de herindeling van het academiejaar. De combinatie met engagement mag niet de prioritaire vraag zijn. Ik denk dat er veel redenen zijn waarom studenten niet te vinden zijn voor een systeem waarbij de herexamens de gewone examenperiode snel opvolgt. Er zijn genoeg studiegerelateerde argumenten die de voorrang moeten krijgen in dat debat.’

'Het moment dat uitkwam dat die studenten daar eigenlijk niets van af wisten, mocht ik ‘s avonds aan hen uitleggen hoe het kon dat ik wél afwist van de beslissing'

Marie Vanwingh, voorzitter Stura

Is er genoeg respect voor de studentenvertegenwoordigers?
(Denkt na) ‘Ik wil hier genuanceerd op antwoorden. Ik denk dat er vanuit het beleid vaak een soort ontzag is, zeker als we dingen doen waarvan ze niet gedacht hadden dat we dat konden, zoals ons Plan POC. De eerste reactie was: ‘Waar komen ze nu weer mee af?’ Maar dan doen we het uiteindelijk wel, met Nacht van de POC bijvoorbeeld. We zijn er echt in geslaagd de POC’s onder de aandacht te brengen. Dat komt omdat we er zelf heel hard in geloven, maar die attitude vraagt ook veel energie.’

‘We worden door het beleid wel als echte partner beschouwd. We hebben bijvoorbeeld een grote rol gespeeld in het plagiaatbeleid, maar in dat dossier vind je nergens onze naam terug. Nochtans is die zichtbaarheid enorm belangrijk. Als erkenning, maar ook voor de communicatie naar je achterban toe. Daar is dus nog ruimte voor verbetering.'

Zalm

Durft Stura als echte partner ook tegen de stroom in te gaan?
‘In het GeBu (de facto het belangrijkste beslissingsorgaan van de universiteit, red.) zit je daar als enige vertegenwoordiger. Ik heb wel het gevoel dat we hebben kunnen drukken op het beleid, hoewel dat soms veel moeite en energie heeft gekost. Zo zie je maar dat medebestuur steeds een moeilijk evenwicht blijft.'

Qua verantwoording naar de studenten toe?
‘Natuurlijk. Dat was ook zo in het dossier over Slavistiek (waarbij besloten werd de opleiding op te schorten, zonder vooraf de studenten te raadplegen, red.). Dat komt dan op het GeBu vanuit de faculteit en wordt voorgesteld als iets dat is goedgekeurd.’

‘Het moment dat uitkwam dat die studenten daar eigenlijk niets van af wisten, mocht ik ‘s avonds aan hen uitleggen hoe het kon dat ik wél afwist van de beslissing. Dat was echt een heel lastige situatie. Je vertegenwoordigt de studenten, maar anderzijds zit je daar in medebestuur en weet je dat wat voorgesteld wordt echt noodzakelijk is. De andere faculteiten hebben ook geld te kort.’

‘Die vergaderingen zijn bovendien vertrouwelijk, dus ik mocht er ook niets over zeggen. Het heeft daarna veel tijd gekost om het vertrouwen van de studenten terug te winnen. Om duidelijk te maken dat je hen wel degelijk vertegenwoordigt en daar niet voor jezelf zit.’

Je hebt het over medebestuur. Toch was op het Stura-debat over de rectorverkiezingen duidelijk dat jullie niet altijd even volwaardig mogen deelnemen aan het beleid.
‘Als studenten hangen wij erg vast aan symbolische zaken, zoals mogen speechen bij de opening van het academiejaar. Het feit dat er op de GeBu-agenda achter mijn naam ‘uitgenodigd’ staat, impliceert dat ik op elk moment de boodschap kan krijgen: ‘Hier stopt het voor je, nu moet je naar buiten.’ Dat ligt gevoelig.’

‘Voor de duidelijkheid: Torfs hééft me nooit buiten gezet. Hij heeft nooit op beleidsconclaven (waar de studenten niet welkom op zijn, red.) beslissingen genomen die niet meer formeel langs het GeBu zijn gepasseerd. Maar qua erkenning en respect is het gewoon belangrijk je naam ergens te zien staan. Op een bepaalde manier, op een bepaalde plaats.’

'Of dat standpunt over KU Leuven fossil free in se politiek was? Natuurlijk'

Marie Vanwingh, voorzitter Stura

Campusreflex

Je niet even volwaardig en gerespecteerd voelen, dat moet de campussen bekend in de oren klinken. Stura doet grote moeite om hen wél te betrekken. Hoe ervaren jullie de samenwerking?
'Beter en beter. Het vraagt veel inspanning, maar het is ook heel leuk. Je krijgt een ander perspectief, je kunt elkaar aanvullen. We zien hen ook ontzettend hard groeien, zowel in het KU Leuven-gevoel als in de samenwerking. Dat is iets dat de studenten beter doen dan het beleid, vind ik. De campusreflex is nog onvoldoende.'

Wat zijn de specifieke moeilijkheden met de campussen?
‘De plaats van de campussen begrijpen, de specifieke achtergrond. Het blijft een belangrijke vraag: willen we dat alle campussen gelijk zijn? Of willen we dat ze elkaar aanvullen? Hoe verhouden ze zich tot elkaar?’

‘Ik denk dat het verhaal daarin niet heel duidelijk was, maar dat de studenten daar wel een weg zijn ingeslagen die we ook verder gaan bewandelen. Zo volgen de studenten architectuur in Gent ook vakken in Brussel en komen ze soms vergaderen in Leuven. Die mobiliteit en dynamiek is enorm boeiend.’

Jullie hebben een standpunt ingenomen over KU Leuven fossil free. Veto heeft dat, tot jullie ontsteltenis, geframed als een politiek standpunt.
‘Daar zijn we inderdaad gevoelig aan. Veel meer dan vroeger! Dat is echt een nieuwe stijl, dat apolitieke. Tegenwoordig vragen we op de verkiezing aan stuvers met een politiek mandaat of ze bereid zijn dat af te leggen voor die periode. Vroeger was het bijna logisch dat je uit een bepaalde politieke strekking kwam.’

‘Of dat standpunt over KU Leuven fossil free in se politiek was? Natuurlijk. Maar pakweg genderquota en taalnormering zijn dat ook. We willen gewoon vermijden ons te vereenzelvigen met partijpolitiek en evolueren naar een ‘politiek van de universiteit’. De duurzaamheidsmandataris beschouwen als de groene jongen met de geitenwollen sokken, zou in dat debat averechts hebben gewerkt. Veel mensen haken dan per definitie al af, terwijl we toen uiteindelijk quasi-gezamenlijk tot een boodschap zijn gekomen.’

Mediaheisa

Over universiteitspolitiek gesproken. Stura is de dag van de rectorverkiezingen uit de kiescommissie gestapt. Was dat dan een standpunt ‘pro-Sels’?
'Uiteraard niet. We hebben ook van niemand het verwijt gekregen dat we de verkiezingen in die richting hebben gestuurd. Of die stemmen hebben ons niet bereikt, dat kan ook. Alleszins: we hadden objectieve argumenten om uit de commissie te stappen. Maar dat was zonder uitspraak te doen over de rest van de verkiezingen, zo hebben we dat ook gecommuniceerd. Voor ons was het gewoon duidelijk dat die verkiezingscommissie niet meer functioneerde gezien wat er de dagen daarvoor allemaal was gebeurd.'

De schuld van de media, klonk het.
‘De media-aandacht en de manier hoe de verkiezingen zijn uitgedraaid, hangen sowieso met elkaar samen. Wij hebben ons proberen weg te houden van de mediaheisa. Bovendien is onze beslissing pas heel laat gevallen. We hadden iets van: ‘Kijk nu, die grote verheven universiteit – we zijn al een heel weekend nieuws.’ Op het moment dat de Academische Raad (de iure het belangrijkste beslissingsorgaan van de universiteit, red.) erover samenkwam, waren er al zeven klachten.’

Hoe staan jullie nu tegenover de Luc Sels?
‘We zullen inzetten op een goede samenwerking. Wel denk ik dat niet mag vergeten worden dat de verdeling bij de studentenstem rond de 60-40 lag. We mogen die 40 zeker niet vergeten en moeten samen onderzoeken waarom zij een andere keuze hebben gemaakt.’

Wat is volgens jou een goede rector?
‘Iemand met een duidelijke visie, die weet waar hij mee bezig is. Maar ook iemand die goed kan luisteren en de mensen waar het om draait meeneemt in zijn visie, zonder daarbij zijn eigen principes te verloochenen.’

‘Ook verwacht ik eerlijkheid. Dat als iets niet gaat lukken, of toch niet dat academiejaar, dat ook wordt gezegd. Het is belangrijk dat er realistische verwachtingen worden geschapen en dus geen beloftes die niet kunnen worden ingelost.’

Powered by Labrador CMS