artikel> Decaan Jo Tollebeek reageert op de kritiek

Letterendecaan Jo Tollebeek: ‘Studenten moeten opschorting Slavistiek genuanceerder bekijken’

Ondanks alle kritiek staat Letterendecaan Jo Tollebeek nog pal achter de opschorting van Slavistiek. ‘Het herstelplan heeft algemeen zeer weinig implicaties voor onderwijs.’

Gepubliceerd

De integrale open brief van de studenten taal- en regiostudies.

Geachte heer Tollebeek,

Naar aanleiding van de beslissing om de opleiding van ‘Slavistiek en Oost-Europakunde’ op te schorten, schrijf ik om mijn onbegrip en ontevredenheid uit te drukken.

In een tijd van globalisering zijn regiostudies van essentieel belang. Niet alleen is het belangrijk om met andere culturen te handelen en politiek te voeren; de basis van dit alles is communicatie. Wat nog belangrijker is, is elkaars context kennen. Hoe kan je goede afspraken maken, als je niet weet hoe de andere denkt en hoe het land functioneert? Hier zit de sterkte van de regiostudie: je leert de taal, de geschiedenis, de politieke situatie, de literatuur, de godsdienst, de waarden en normen alsook de internationale positie van deze regio.

De expertise wordt absoluut niet behouden als deze componenten verspreid raken over verschillende faculteiten en universiteiten, laat staan verschillende steden. Dit is hoe het ‘Slavistiek en Oost-Europakunde’ zal vergaan. Volgens u krijgen de vakken die in Slavistiek thuishoren in de toekomst een andere bestemming: ‘Geschiedenis van Rusland’ naar geschiedenis, ‘Russisch’ naar taal- en letterkunde of toegepaste taalkunde. Vakken toegankelijk maken voor andere opleidingen lijkt mij hoe dan ook zeer belangrijk, maar die integratie kan een opleiding als Slavistiek niet vervangen: de specialisatie raakt versnipperd en wordt uit zijn context gerukt.

U beweert dat het meer hedendaags is om Russisch of Pools te kunnen combineren met een andere vreemde taal. U vergeet echter dat dit hiervoor ook al kon in Brussel of Antwerpen, maar daar echter niet veel aantrek heeft. Studenten kiezen liever voor de extra duiding die onze taal- en regiostudie geeft. Er zullen geen Ruslanddeskundigen meer zijn, aangezien niemand én de taal, én de cultuur, én de geschiedenis van het land kent om de huidige stand van zaken te kunnen duiden. Hoe kan een geschiedkundige die geen kennis heeft van de Russische taal nog historisch onderzoek voeren? Hoe kan dan een politicoloog de Russische pers op de voet volgen?

Ook het knippen in de andere opleidingen is problematisch. Nooit wordt de keuze verantwoord in kader van de kwaliteit van het onderwijs. Docenten en vakken worden geschrapt zonder naar het totaalplaatje te kijken. U pakt uit met het feit dat er geen ontslagen zullen vallen. Dat klopt, indien het op ZAP-leden aankomt. Maar van extreem groot belang voor ons zijn onze praktijkassistenten: zij zijn het die ons Pools en Russisch hebben aangeleerd. Is het verantwoord dat een opleidingsprogramma is samengesteld uit financiële overwegingen?

Het decanaat heeft noodgedwongen een herstelplan opgevat om het jarenlange financiële wanbeheer van de faculteit Letteren op te lossen. Zonder professoren, medewerkers of studenten te consulteren wordt de opleiding Slavistiek opgeschort. Dit is ongehoord, ondemocratisch en wekt een indruk van slechte wil, van hoe dan ook de Slavistiek eruit te willen.

Hoe kan in de huidige maatschappelijke context gerechtvaardigd worden dat er minder geïnvesteerd zal worden in opleidingen die zich specialiseren in alomtegenwoordige regio’s zoals Rusland en de Arabische Wereld? Gaan wij deze belangrijke machten (die iedere dag een nieuwsitem vormen) dan gewoon negeren en rustig verder doen op ons Westers eiland? In plaats van op de kar te springen en ruimte te creëren voor een ‘meer-inkomsten-plan’ ontstaat er een ‘minder-uitgaven-plan’ dat niet toekomstgericht is en geen duurzaam alternatief vormt: welke verliezen zullen er nog volgen door het herstelplan van de komende acht jaar?

Hoogachtend

Begin deze week raakte bekend dat de faculteit Letteren in het kader van een facultair herstelplan de opleiding Slavistiek en Oost-Europakunde opschort. Na massale kritiek wijkt decaan Jo Tollebeek geen duimbreed. ‘We hebben zes maanden aan het herstelplan gewerkt. Het globale plan is nu definitief af.’

Volgens Tollebeek is het herstelplan namelijk broodnodig: ‘Letteren bevindt zich in een financieel problematische situatie. Ermoet dus gereorganiseerd en bespaard worden. Er moeten duidelijke accentenworden gelegd. Als je de faculteit gezond wil houden, moet je de scheve situatie rechtzetten en op lange termijn gaan werken.’ De decaan koos samen met zijn ploeg voor een scenario van acht à tien magere jaren. ‘Tegen 2024 zouden we uit de schulden moeten zijn’, hoopt Tollebeek. ‘Acht jaar is te doen. Vanaf dan kun je weer verder en kun je opnieuw investeren.’

‘Gezien 90 à 95 procent van de kosten aan de faculteit personeelskosten zijn, hebben we logischerwijze naar het personeel gekeken’, licht Tollebeek verder toe. ‘Op dit moment zitten we met ons personeelsaantal structureel boven het geld of de ‘rekeneenheden’ die we krijgen. We blijven dus schulden opbouwen. Dat raakt niet vanzelf opgelost.’

Concreet wordt niemand die vast benoemd is, ontslagen. Wel wordt er bespaard door middel van niet- of halve vervangingen. ‘Hoewel het moeilijk is hierover algemene uitspraken te doen, kun je stellen dat gemiddeld per onderzoekseenheid ongeveer twee hoogleraren niet worden vervangen’, illustreert Tollebeek. Er wordt ook gekeken naar het stopzetten van sommige tijdelijke contracten.

Minder personeel voor dezelfde werkdruk, betekent dat dan meer werklast per docent? ‘Ja, op zich is dat mogelijk’, zegt Tollebeek. ‘Je moet evenwel rekening houden met het feit dat in het algemeen de onderwijslast in Letteren lager moet.’

De decaan verzekert dat het plan geen implicaties heeft voor bevorderingen binnen het ZAP (personeelscategorie van Zelfstandig Academisch Personeel) of voor promoties binnen het ATP (Administratief en Technisch Personeel). Hetzelfde geldt voor onderwijs, denkt Tollebeek. ‘We wilden de besparingen niet leggen in één onderzoekseenheid. Overal is iets weggedaan, maar bijna alle programma’s kunnen gewoon blijven draaien.’ Behalve Slavistiek dus.

In volle verkiezingsperiode voor de decaanverkiezingen verklaarde Tollebeek in 2015 nochtans aan Veto dat 'je altijd [een opleiding] kan schrappen, maar dat zou een grote verarming inhouden.' Toen was in het verkiezingsinterview evenwel duidelijk dat Tollebeek de faculteit wilde hervormen. 'Je moet studies vinden die beantwoorden aan de noden van de maatschappij.'

Mythes

De ‘opschorting’ van Slavistiek bracht een stortvloed (zie onderaan artikel) van verontwaardigde reacties teweeg. Studenten, docenten en sympathisanten ver buiten de KU Leuven lieten via verschillende sociale media weten de beslissing te betreuren. De beslissing leidde tot opiniestukken in De Morgen, De Tijd en De Standaard, allemaal tegen de opschorting. De studenten taal- en regiostudies, kropen in de pen en schreven een open brief (zie sidebar).

'Overal is iets weggedaan, maar bijna alle programma’s kunnen gewoon blijven draaien'

Jo Tollebeek, decaan faculteit Letteren

Tollebeek kadert de reacties maar staat nog altijd pal achter de beslissing. ‘Ik begrijp echt dat de reacties krachtig en emotioneel waren’, reageert Tollebeek. ‘Als we genoeg geld hadden, zouden we alle opleidingen op alle campussen organiseren. Dat is onmogelijk. Er doen ook allerlei mythes de ronde, zoals dat studenten niet zouden kunnen afstuderen. Dat klopt niet. Studenten zullen de oude opleiding uitgefaseerd kunnen blijven volgen tot oktober 2022 mét alle onderwijsondersteuning en Erasmusmogelijkheden van dien. Ik heb het gevoel dat de studenten het iets genuanceerder moeten bekijken.’

Ondanks de massale kritiek blijft Tollebeek de beslissing verdedigen. ‘We zitten met een multicampusverhaal en door historische toevalligheden zijn er overlappingen in het aanbod. In zekere zin is de integratie van verschillende campussen een soort van last die we meeslepen. Als er een synergie kan komen tussen het aanbod in Leuven en de campussen, is dat interessant. Dat is gebeurd bij Slavistiek.’

Tollebeek wijst verder op de lage inschrijvingsaantallen in Leuven. ‘Slavistiek is een richting die heel weinig studenten aantrekt, veel minder dan andere taal- en regiostudies. Je hebt nogal wat vakken met één of twee studenten. Dat is niet veel. Het is gemakkelijk om in de pers te verklaren dat Leuven geen interesse heeft in die wereld. Nee, potentiële studenten blijken een zeer matige interesse in de studie te hebben. Dát is het eerste probleem. Slavistiek is een opleiding waar veel tijd en energie naartoe gaat. Het is belangrijk dat er genuanceerd wordt en dat er sereen wordt over nagedacht.’

En deonderzoekscomponent? ‘Er is geen sterke onderzoekstraditie bij Slavistiek, endat is begrijpelijk. Dan gaat het niet om de kwaliteit van de individuele onderzoekers,maar over het gebrek aan samenwerkingsmogelijkheden', vindt Tollebeek. 'Je hebt bijvoorbeeld een Poolselinguïste en een historica van Rusland. Hun samenwerking is noodzakelijkerwijze erg beperkt: hunonderzoeksveld is eenvoudigweg te verschillend.’

‘Deze beslissing is compleet boven ons hoofden genomen'

Yentl Biebaut, preses Eoos

Tollebeek verbaast zich dan ook over de kritiek dat de KU Leuven en Letteren alleen interesse zouden hebben in West-Europa. ‘Zeggen dat we ons afsluiten van de wereld, is vreemd. Russisch zal in de toekomst zes docenten en assistenten hebben, Pools drie. Dat is nog altijd zeer veel. Er wordt een beetje een karikatuur opgehangen en minachtend gedaan over de opleidingen toegepaste taalkunde in Brussel en Antwerpen, terwijl ook daar bijvoorbeeld geschiedenis en literatuur op het programma staan.’

Campusdecaan van Letteren in Brussel Remco Sleiderink is het niet eens met de beeldvorming rond de opleiding toegepaste taalkunde:

Technische materie

Er kwam niet alleen veel kritiek op het opschorten van de richting, maar ook over de manier waarop de beslissing tot stand gekomen is. ‘Deze beslissing is compleet boven ons hoofden genomen’, verklaarde Yentl Biebaut, preses van Eoos, eerder aan Veto.

Dat studenten(vertegenwoordigers) bij het opstellen van het globale herstelplan niet zijn betrokken, erkent Tollebeek. ‘De vertegenwoordigers zijn niet betrokken omdat het om een technische complexiteit gaat waarbij je beter in kleine groep werkt, in samenspraak met financiële experten.’

Bovenal gaat het om heel persoonlijke dossiers, vindt de decaan. ‘Dossier per dossier is gekeken naar de promotiekansen, loonschalen, langdurige afwezigheden, vervroegde emeritaten, iemands kwaliteiten … Daarom is het onmogelijk om daar vertegenwoordigers bij te betrekken. Het gaat om de broodwinning en carrière van mensen. Dat is zo persoonlijk dat ze niet openbaar kunnen worden besproken, zelfs niet op het Faculteitsbestuur.’

Het plan werd uitgewerkt door het decanaat en de bestuurders van de onderzoekseenheden, vicerector Humane Wetenschappen Danny Pieters en algemeen beheerder Koenraad Debackere. ‘Je moet zorgen dat je een draagvlak hebt en voldoende informatieve input krijgt’, vindt Tollebeek. ‘Precies daarom zijn de bestuurders van de verschillende onderzoekseenheden betrokken geweest.’

'Zeggen dat we ons afsluiten van de wereld is vreemd'

Jo Tollebeek, decaan faculteit Letteren

‘Een tijd geleden heeft de decaan ons op een informele manier op de hoogte gesteld van het herstelplan’, bevestigt Dimitri Vanoverbeke, hoofd van de onderzoeksgroep Taal- en regiostudies. ‘Op dat moment was evenwel niet duidelijk hoe ingrijpend het plan ging zijn of dat Slavistiek volledig ging verdwijnen. Uiteindelijk is de opschorting ons gewoon meegedeeld.’

Als hoofd van de onderzoeksgroep betreurt Vanoverbeke de beslissing. ‘Dit wijst op een bepaalde dynamiek, een onevenwicht tussen studies over niet-Europese en Europese onderwerpen. Wij vinden het belangrijk dat we wél kunnen verder kijken dan Europa.’

De campussen werden ook niet op de hoogte gesteld. ‘De campusdecanen zijn pas in tweede instantie betrokken omdat het een herstelplan behelst voor de ‘subfaculteit’ Letteren in Leuven. Niet voor de campussen in Brussel of Antwerpen', aldus Tollebeek. Dat terwijl de faculteit personeel overplaatst om de opleidingen daar te ‘versterken’.

Dat is namelijk geen evidentie. De professoren die overgeplaatst zijn moeten zich inwerken in een volledig andere opleiding. In Brussel heeft deeltijds professor Sylvia Liseling-Nilsson alvast te horen gekregen dat haar contract niet wordt verlengd. ‘Het woord ‘versterking’ wordt dus gebruikt als eufemisme’, vindt een professor binnen Letteren die anoniem wenst te blijven. ‘In Brussel gaat het gewoon om een vervanging’.

Deze week stuurde de KU Leuven nog een persbericht uit waar ze stelt dat de opleiding Slavistiek en Oost-Europakunde wordt ‘gereorganiseerd’. Volgens velen gaat het evenwel om een verlies, omwille van de unieke combinatie van een taal- en een regiocomponent. Wim Coudenys is docent in de opleiding toegepaste taalkunde Russisch in Antwerpen: ‘Er worden geen mensen meer opgeleid als echte Ruslandkenners, die zowel de regio als de taal kennen. Men concentreert de knowhow van de talen in Antwerpen en Brussel, en die van regio blijft in Leuven.’

Zowel Coudenys als Jan Dierick, docent Pools in Brussel, erkennen dat de geschiedenis en literatuurcomponent in toegepaste taalkunde eerder beperkt is. ‘In toegepaste taalkunde krijg je drie talen, er is dus weinig ruimte om je te gaan verdiepen in de regio’, besluit Coudenys.

Powered by Labrador CMS