artikel> Educatieve master krijgt stilaan vorm
Lerarenopleiding vanaf volgend academiejaar volwaardig masterdiploma
De nieuwe educatieve masteropleiding biedt een volwaardig diploma aan studenten die voor de klas willen staan. Voor het zover is, staat er nog een hoop te gebeuren.
Dit academiejaar startten studenten voor de laatste keer met de specifieke lerarenopleiding. In 2019-2020 vangt de nieuwe educatieve masteropleiding aan, die afhankelijk van de opleiding 90 of 120 studiepunten bedraagt, en studenten degelijk moet klaarstomen en tegelijkertijd moet enthousiasmeren voor het leraarsvak.
Om studenten actiever aan te zetten te kiezen voor het leerkrachtenberoep, besliste de Vlaamse Regering in 2017 om de verschillende lerarenopleidingen in te schalen in het hoger onderwijs, met een educatieve graduaatsopleiding en een verkorte educatieve bachelor ingericht door de hogescholen, en tien verschillende educatieve masteropleidingen en bijbehorende verkorte trajecten ingericht door de universiteiten. Na een aantal jaar ontwikkeling en overleg, staat de educatieve masteropleiding zo goed als op punt.
Een meerwaarde
‘De educatieve master is hoofdzakelijk een meerwaarde voor studenten die al vroeg weten dat ze voor de klas willen staan’, stelt Jorn Hendrickx, mandataris bij Stura KU Leuven. ‘Zij kunnen namelijk vanaf volgend jaar sneller voor de klas staan, zonder een extra opleidingsjaar.' Of het beroep leraar ook echt aantrekkelijker wordt met de vernieuwing, betwijfelt Hendrickx. ‘Daarvoor zal het kabinet zich over de bekwaamheidsbewijzen moeten buigen en moet er sterker ingezet worden op aanvangsbegeleiding van leerkrachten.’
Wat de bekwaamheidsbewijzen betreft, verandert er al het een en ander volgend jaar, vertelt Philippe Muchez, decaan faculteit Wetenschappen en lid van het AVL-bestuurscomité. ‘De studenten krijgen vanaf volgend jaar enkel het bekwaamheidsbewijs voor de specifieke vakdidactiek die zij gevolgd hebben. (De SLO zorgde voor lesbevoegdheid van elke gevolgde studie, red.) Wel zijn er meerdere vakdidactieken te volgen in één educatieve masteropleiding, dat is wel een serieuze meerwaarde.’ Het tweede grote voordeel aan de educatieve master is volgens Muchez het masterdiploma dat behaald wordt. ‘Als je de verkorte opleiding doet, heb je dus ook een volwaardig tweede masterdiploma. Ik vermoed en hoop dus dat de opleiding een succes gaat worden.’
Ook bij Historia, de kring van de geschiedenisstudenten, weerklinkt het optimisme. Aanvankelijk was er hier gekozen voor een educatieve masteropleiding van 90 studiepunten. ‘Om echt kwalitatief te zijn, waren er echter 120 studiepunten nodig’, vertelt Celien Van Hoeymissen, onderwijscoördinator bij Historia. ‘De educatieve master Cultuurwetenschappen zal dus 120 studiepunten bedragen. Bij de samenstelling van de opleiding is goed geluisterd naar de studentenvertegenwoordiging.’ Ook de eenheid die het vakdidactische deel en de ‘inhoudelijke’ kant van de studie zullen vormen, acht Van Hoeymissen heel positief.
Werk aan de winkel
Voordat het zover is, is er nog wel wat werk volgens Muchez. ‘De TNO’s (de Toets Nieuwe Opleiding die elke nieuwe opleiding moet doormaken red.) zijn voor elke master ingediend, en twee van de tien worden nog extern geëvalueerd, dat gebeurt op 18 december. Na de goedkeuring kan er verder gekeken worden naar de ECTS-fiches en uurroosters. Ook de keuze van het CVO-personeel voor de hogescholen of de universiteit wordt nog besproken.’
De opleiding wordt immers hier niet langer aangeboden. De CVO’s (Centrum voor Volwassenenonderwijs) kregen de keuze met welke universiteiten/hogescholen ze willen samenwerken, en een deel van het personeel zal bijgevolg lesgeven op de hogeschool, een ander deel aan de universiteit. Hier zullen ze mee de vakdidactieken verzorgen op de verschillende campussen - zowel de stages als de basisvakken rond pedagogische aspecten.
Door een samenwerkingsverband dat de KU Leuven sloot met een groep CVO’s, zullen de verkorte trajecten van de Leuvense Educatieve Masters kunnen worden aangeboden in Kortrijk, Brugge, Gent, Aalst, Brussel, Antwerpen, Leuven, Geel en Diepenbeek.De algemene vakken worden op elke campus gedoceerd, de specifieke vakdidactieken daarentegen zullen - vooral in het begin - niet overal te volgen zijn.
Dennis Monte, coördinator SLO van het VTI Brugge, is voorlopig tevreden over de gesprekken: ‘We kregen de pen in de hand voor de uitwerking van het curriculum op zowel niveau 5 en 6 (wat op de hogeschool gedoceerd wordt). Ook voor niveau 7 (wat door de universiteiten aangeboden wordt) worden we betrokken in de uitwerking van een onderdeel in het curriculum. Dit uiteraard een stuk beperkter, aangezien de basis van het curriculum Vlaanderenbreed dezelfde moet zijn.’
Het enige wat voor problemen kan zorgen, is de hoeveelheid locaties waar studenten de master kunnen volgen. ‘We hebben erop aangedrongen dat de studenten in de buurt van de vroegere plaatsen de opleiding kunnen volgen’, aldus Monte. ‘Men zou mogelijkheden in Brugge en Kortrijk aanbieden, maar een verplaatsing voor sommige onderdelen is niet uitgesloten. Die zaken staan nog niet op punt; er staat nog heel wat te gebeuren in het voorjaar van 2019. We hopen dan ook snel duidelijkheid te kunnen bieden aan onze (toekomstige) studenten.’