Jan Tytgat diende klacht in bij Verkiezingscommissie

Jan Tytgat heeft op de avond van de verkiezingen een klacht overgemaakt aan de voorzitter van de Verkiezingscommissie, zo bevestigen zeven personen die dicht bij het proces betrokken waren. De Verkiezingscommissie adviseerde om daar geen gevolg aan te geven, iets wat de Academische Raad die avond nog unaniem aannam.

Jan Tytgat wil de feiten niet bevestigen aan Veto. De inhoud van de klacht wordt geheim gehouden, maar zou onder andere betrekking hebben op Sels' rol als zittend rector. Hij had hem in bescherming moeten nemen na de aantijgingen van plagiaat in de pers. Daarnaast zou Tytgat zich niet ten volle hebben kunnen verdedigen.

Integriteitsrapport

Na de plagiaatbeschuldiging de week voor de verkiezingen nam de druk op de Verkiezingscommissie toe om actie te ondernemen – iets wat zij in feite niet konden zolang er geen klacht was ingediend. De commissie wilde niet zoals vier jaar geleden meegesleurd worden in de verkiezingsstrijd.

Wat de Verkiezingscommissie wel besloot, was om advies te vragen aan een ad hoc-commissie, zo bevestigen drie bronnen. Die bevatte leden van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit en een aantal externen. Er werd over gewaakt dat er geen betrokkenen aan het advies zouden meeschrijven.

Op dinsdagavond is dat document voorgelezen aan de Verkiezingscommissie, waarmee het 'integriteitsrapport' een van de redenen vormde voor het advies om Tytgats klacht naast zich neer te leggen. Het document toonde aan dat de aantijgingen tegen Tytgat geen valse beschuldigingen waren.

Verder is er niets met het rapport gebeurd. Het betrof slechts een voorlopige conclusie: in de korte tijdsspanne was er geen tijd voor het volledige proces, dat normaal bijvoorbeeld ook tegenspraak bevat. Bovendien was het een volledig vertrouwelijke aanvraag. De Verkiezingscommissie wilde zich proactief informeren voor het geval er een klacht kwam over Tytgats visietekst. De enige klacht die uiteindelijk binnenkwam, was die van Jan Tytgat zelf.

Geen gevolg

Er waren meerdere redenen waarom de Verkiezingscommissie en de Academische Raad geen gevolg gaven aan Tytgats klacht. Tytgat zei met zijn woorden in feite 'dat je als zittende rector geen kandidaat meer kan zijn', zo stelt een betrokkene. 'Zelfs als Sels niet was opgekomen', zo vindt een andere bron, 'is het niet zeker of hij de plicht had om tussen te komen bij de beschuldigingen.'

Ook de bewering dat Tytgat zich niet heeft kunnen verdedigen omdat de aantijging zo dicht tegen de sperperiode kwam, werd van tafel geveegd. 'Het kwam geen uur op voorhand. Er waren nog verschillende debatten en hij had wel degelijk de kans om zich te verdedigen', klinkt het. Dinsdagavond publiceerde Veto het stuk, vrijdagavond ging de sperperiode in.

Feit is dat de campagne op het einde een nieuwe wending nam met nieuwe verdenkingen. De dag voor de verkiezingen publiceerde Het Laatste Nieuws dat de vergelijkingstabel die Gert Storms in Veto had uitgebracht opgesteld was Joeri Vananroye, rechtenprofessor aan de KU Leuven. Hij had zich op sociale media positief uitgelaten over Sels, al benadrukte Sels zelf dat hij er niets mee te maken had.

Of de uitgebreide rol van de pers de verkiezingen ook ongeldig maakt, is nog iets anders. 'De hele campagne is vanaf het begin publiek geweest. De kandidaten hebben hun kandidatuur aangekondigd in de pers', vindt een persoon die betrokken was bij het proces.

Update 25/05: Jan Tytgat heeft de feiten bevestigd aan Het Nieuwsblad. Hij wil wel geen verdere informatie over de inhoud van de klacht geven.