artikel> Onder de loep
ISIFit laat doven sneller opnieuw horen
De gevolgen van doofheid zijn groot. Voor sommigen leidt het tot sociaal isolement en depressie. ISIFit, een nieuw onderzoeksproject aan de KU Leuven, wil doven nog sneller laten horen.
In Vlaanderen wonen 60.000 doven en slechthorenden. 800.000 anderen lijden aan een zwakkere vorm van gehoorverlies. Om hen te helpen, bestaan verschillende hoorapparaten. ISIFit helpt doven om makkelijker te horen met een cochleair implantaat. Bij die technologie wordt een implantaat in het binnenoor geplaatst, dat via elektrische stroompjes auditieve signalen simuleert.
Onderzoeker Tom Francart leidt ISIFit. Hij vertelt: “De technologie bestaat al langer en werkt vrij goed, maar de implantaten moeten vaak nog gedurende lange tijd worden ingesteld. Wij willen met ISIFit de fitting verbeteren.”
Ann Goeleven, verbonden aan het UZ Leuven, verduidelijkt: “Je kan het vergelijken met een koersfiets op maat. Je kijkt daarbij naar de lengte van armen en benen. De parameters voor het binnenoor worden nu geoptimaliseerd.”
ELEKTRONISCHE GELUIDEN
De technologie die ISIFit optimaliseert bestaat naast andere hoorapparaten. “Bij een gewoon hoorapparaat moet je nog iets van gehoor hebben, want die werken met een microfoon en een luidspreker,” licht Francart toe.
“De KU Leuven speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van de cochleaire implantaten”
Tom Francart, coördinator ISIFit
“Bij het implantaat plaatsen we elektroden in het slakkenhuis, die door middel van elektrische stroom auditieve sensaties teweegbrengen. Het zijn extreem kleine stroompjes en deze technologie is uitvoerig getest voor we dat bij mensen hebben geprobeerd. Er zijn dus weinig risico’s,” vervolgt Francart.
Na de operatie begint een maandenlang proces van opnieuw leren horen. “In het begin zijn het elektronische geluiden. Voordat dat een woord of zin wordt, zijn er niet alleen fittingen nodig die het implantaat op maat van het oor instellen, maar ook trainingen om opnieuw te horen,” vertelt Goeleven.
“Jaarlijks worden in ons centrum zo’n 35 patiënten geïmplanteerd,” vervolgt ze. “De technologie is zeer duur en niet iedereen wil een implantaat in zijn hoofd. Door ISIFit gaan we meer patiënten aankunnen omdat de revalidatie korter wordt.”
“De KU Leuven speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van de cochleaire implantaten,” vertelt Francart. Hij ontving recent een beurs van de European Research Council voor het ISIFit project ter waarde van 1,7 miljoen euro. “Als beurs is dat een bijzondere onderscheiding voor wetenschappelijk onderzoek,” benadrukt Goeleven trots.
“Het implantaat blijft een hulpmiddel, maar het betekent voor heel wat mensen een grote verbetering in hun spraak verstaan.”
Ann Dierckx, audioloog
JEZUS
Audioloog Ann Dierckx begeleidt patiënten bij wie het implantaat is geplaatst. “Ik vind het mooi dat ik de verandering zie plaatsvinden, vooral bij mensen die lange tijd minder goed konden horen.”
De impact van doofheid kan groot zijn: “Mensen kunnen in een sociaal isolement belanden wanneer ze doof zijn. Ze gaan zelfs niet meer naar de winkel, omdat ze bang zijn dat iemand hen aanspreekt en dat tot gênante situaties zal leiden.”
Vooral voor dove kinderen hebben de cochleaire implantaten een groot voordeel: “Hoe sneller het implantaat wordt geplaatst, hoe kleiner de spraakachterstand zal zijn.”
Het effect van het apparaat is voor iedereen verschillend. “Mensen die al langer doof zijn, hebben minder gewenning nodig. Mensen die korte tijd doof waren, hebben wel meer moeite. Zij vinden dat het in het begin wat mechanisch klinkt,” vertelt Dierckx.
Jezus kon de blinden laten zien, ISIFit laat de doven opnieuw horen. Al vindt Dierckx die vergelijking wat overdreven: “Het implantaat blijft een hulpmiddel, maar het betekent voor heel wat mensen een grote verbetering in hun spraak verstaan.”
Ook Francart blijft bescheiden: “De technologie bestaat al 30 jaar. Dit is een verfijning van die technologie.”