NAVRAAG KAREN MAEX
'Ik dacht niet ooit nog rector te worden na de verkiezingen in Leuven'
Nadat Karen Maex tijdens de rectorverkiezingen van 2013 nipt het onderspit moest delven tegen Rik Torfs, vertrok ze al snel naar Nederland. 'De aanstelling in Amsterdam is het mooiste wat mij ooit is overkomen.'
Karen Maex was eerst decaan om vervolgens rector te worden aan de Universiteit van Amsterdam. Die functie legde ze vorig jaar neer om terug te keren naar Leuven.
Hoe blikt u terug op uw periode in Amsterdam?
Karen Maex: 'Voor mij was het een fantastische tijd. Ik had nooit gedacht dat ik daar terecht zou komen. Na de rectorverkiezingen had ik niet het gevoel dat er nog plek voor mij was in Leuven. Ik was nog niet helemaal bekomen van de verkiezingen, toen ik al de vraag kreeg om decaan te worden aan de wetenschapsfaculteiten van beide Amsterdamse universiteiten. Ik heb maar kort getwijfeld.'
U vertelt dat u nog moest bekomen van de verkiezing. Had u het daar moeilijk mee?
'Bij een verkiezing heb je nu eenmaal een winnaar en een verliezer, zo realistisch zie ik die dingen wel. Maar ik zocht wel naar een nieuwe uitdaging omdat ik als vicerector (Maex was de tweede vrouwelijke vicerector aan de KU Leuven onder rectoren Marc Vervenne en Mark Waer, red.) amper nog tijd had gehad voor wetenschappelijk onderzoek. Zeker in mijn discipline is het moeilijk om na acht jaar weer de draad op te pikken. Daar had ik eigenlijk geen zin in.'
Een geluk bij een ongeluk?
'In zekere zin wel. En dat geef ik graag mee aan jonge mensen: weet dat als er iets tegenvalt, er vaak nog iets even moois of zelfs mooiers staat te gebeuren.'
Gevraagd als rector
In Amsterdam gebeurde de aanstelling via een commissie. Hebt u zich daar kandidaat gesteld?
'Ik heb mijzelf nooit kandidaat gesteld in Amsterdam: er was geen haar op mijn hoofd dat, na de verkiezingen in Leuven, eraan dacht dat ik nog rector zou worden. Maar in Nederland verloopt het helemaal anders: je kan je wel aanmelden bij een commissie, maar die kan ook zelf andere personen voorstellen.'
'Het is uiteindelijk aan de kiezer om tijdens de rectorsverkiezingen praatjes te doorprikken'
'Toen verschillende vertegenwoordigers van studenten en medewerkers samenkwamen, is mijn naam gevallen. Ik ben op een paar gesprekken gegaan en ben zo rector geworden.'
Vindt u zo'n systeem beter dan een verkiezing aan de KU Leuven?
'Dat durf ik niet te zeggen. Er zijn in elk geval twee elementen belangrijk: gedragenheid – als je niet door de universitaire gemeenschap gedragen bent, ga je beter naar huis – en doorzichtigheid van de procedure.'
'Om die gedragenheid te garanderen in Amsterdam, gaan de studentenraad en de ondernemingsraad rond bij alle faculteiten. Zo zijn beide elementen wel aanwezig.'
'Het nadeel van verkiezingen, heeft men mij verteld, is dat bepaalde geledingen minder aan bod komen, zoals vrouwen. Op zich denk ik dat die impact intussen minder is, maar het moet zich in Leuven nog bewijzen (de KU Leuven heeft nog geen vrouwelijke rector gehad, red.). Ik hoop van harte dat dat snel gebeurt.'
Er wordt inderdaad gezegd dat vrouwen zich minder snel kandidaat stellen in verkiezingen. Aan de KU Leuven zijn het ook vaak intensieve campagnes tussen kandidaat-rectoren.
'Ja, ik zou mij in Amsterdam niet nog eens kandidaat hebben gesteld. Dat was voor mij zeker een drempel in Leuven. Ik moet ook toegeven dat ik heel blij was toen de campagne uiteindelijk voorbij was. Dat is ontzettend zwaar en het ligt mij niet.'
Personen die minder graag de loftrompet steken over zichzelf hebben het misschien ook moeilijker in rectorverkiezingen.
'Dat kan, maar ik blijf toch eerder bescheiden in wat ik zeg. Het is uiteindelijk aan de kiezer om praatjes te doorprikken.'
'Oh, you're a woman'
De vrouwelijke rector laat intussen zo lang op zich wachten, dat de kans steeds groter wordt dat geslacht doorslaggevend wordt of misschien zal afgeschilderd worden als een doorslaggevende factor.
'Inderdaad, maar ik zou het mij niet aantrekken. Wie het ook wordt en welke achtergrond de persoon ook heeft: geef die het voordeel van de twijfel. Anders kom je er nooit uit.'
'Het maakt een groot verschil als er in de academische wereld meer vrouwen zijn die onderling contact met elkaar houden'
'Ik ben er zelf ook op een toevallige manier ingerold. Ik denk dat het belangrijk is dat jonge mensen de kansen grijpen die er zijn en dat ze niet te snel denken dat ze iets niet kunnen. Geloof in jezelf, en als het niet meevalt, kan je altijd nog stoppen zonder eerverlies te lijden.'
En hoe ziet u uw eigen rol hierin?
'Ik heb wel het gevoel dat ik individuen kan inspireren, maar daarmee kantelt nog niet alles ineens. Ik was in Amsterdam betrokken bij een coachingprogramma voor vrouwen. Ik denk dat het een groot verschil maakt als er meer vrouwen zijn die onderling contact met elkaar houden. De cultuur is aan het veranderen.'
Ziet u een verschil met vroeger?
'Het is moeilijk om daar een duidelijk beeld over te geven, maar ik heb wel een anekdote. Ik schreef vroeger enkel mijn initialen onder mijn artikels. Toen ik dan op een congres in de VS door de moderator werd gevraagd om iets te presenteren, riep hij luid "Oh, you're a woman", toen hij mij zag (lacht). Daar moet je dan wel tegen kunnen.'
Dat de academische wereld nog steeds tamelijk mannelijk is, wordt soms ook in verband gebracht met de problemen van grensoverschrijdend gedrag. Hoe moet daar volgens u mee worden omgegaan?
'Ten eerste moet elk detail heel serieus worden genomen. Vaak is er een hele waslijst aan achterliggende factoren die je op dat moment niet ziet. Het is ook belangrijk dat er een duidelijke nultolerantie wordt uitgesproken, en dat de onderwerpen bespreekbaar worden gemaakt. Dat vraagt jaren. En grensoverschrijdend gedrag zal waarschijnlijk nooit volledig verdwijnen. Het wordt wel al een heel andere situatie dan.'
'Nog zoiets: relaties tussen personen in machtsrelaties, dat kan nooit. Als je een relatie aangaat, moet je van positie wisselen. Er moeten altijd duidelijke grenzen zijn'
'Ik ben er altijd vanuit gegaan dat mensen het beste van zichzelf geven'
'Ik kan heel lang meegaan met verhalen van mensen, maar als het hierover gaat, moet je kordaat zijn. Dan is de streep meteen getrokken.'
Rector, maar niet op Twitter
Na de Leuvense rectorverkiezingen in 2013 bent u heel snel naar Amsterdam vertrokken. Was er sprake van een cultuurschok?
'Alles was anders. Dat was uitdagend, maar ook wel leuk en ik werd goed omringd. Ik was decaan van twee faculteiten van twee verschillende universiteiten en oorspronkelijk was het de bedoeling dat ik die zou laten versmelten, wat achteraf gezien een absurd idee was. Ik heb dan besloten om dat niet te doen en even later heb ik dan de overstap gemaakt naar het rectoraat.'
Wat voor een soort rector was u?
'Dat is moeilijk te zeggen. Ik vond het in elk geval belangrijk om veel met studenten en personeel te praten. Ik organiseerde systematische gesprekken zoals een wekelijks vragenuurtje voor studenten en medewerkers en ging op bezoek bij de faculteiten om voeling te behouden met wat er leeft. Je moet een groot deel van je tijd daarin investeren als je wil dat dat gevoel goed zit. En dan kan je daarna de juiste beslissingen nemen.'
'Als je enkel verkondigt dat er meer interdisciplinair gewerkt moet worden, gaat dat niet gebeuren'
'Daarnaast ben ik er altijd van uitgegaan dat mensen het beste van zichzelf geven. Dat wou ik dan uitstralen en appreciëren. Mensen werken keihard, hun innerlijke motivatie moeten we blijven koesteren.'
Waarmee hield u zich voornamelijk bezig?
'Ik denk dat het een belangrijke taak is van een rector om te zoeken naar kansen voor onderzoek in de toekomst en om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken. Ik heb ook geprobeerd om mensen bij elkaar te brengen. Een universiteit is een forum: veel mensen doen gelijkaardige dingen in verschillende domeinen.'
'Als je wil dat ze interdisciplinair werken, moet je hen inspireren om elkaar op te zoeken. Als je enkel verkondigt dat er meer interdisciplinariteit moet zijn, gaat dat niet gebeuren, want ook de fondsen worden toegewezen per vakgebied. Ik heb geprobeerd om die interdisciplinariteit op een andere manier te inspireren. Dat was leuk om te doen.'
Hebt u zich gemengd in het Nederlandse publieke debat?
'In Nederland ligt het over het algemeen minder in de cultuur om deel te nemen aan het publieke debat. Maar ik heb me wel in de krant geroerd over de verengelsing.'
U hebt niet veel getwitterd?
'Twitteren doe ik niet, nee, maar ik heb natuurlijk wel lezingen gegeven.'
Wat vindt u zelf uw grootste verwezenlijking in Amsterdam?
'Oei, dat moet je aan iemand anders vragen (lacht en denkt even na). Ik ben wel trots dat ik de universiteit op de kaart heb gezet als het aankwam op AI, aangezien dat nauw bij engineering ligt en de UvA zelf geen ingenieurs opleidt. Ik heb vijf hoogleraren vanuit verschillende disciplines aangetrokken om er mee over na te denken, want AI is een echte gamechanger.'
'Ik houd mijn hart vast omdat de digitale ontwikkelingen momenteel gestuurd worden vanuit grote bedrijven. Zo verkleint de publieke ruimte waarin ook universiteiten functioneren. Dat vind ik zorgelijk. Het valt niet in te schatten hoe intensief AI zich de komende jaren zal ontwikkelen. Maar ik heb het thema in elk geval op de agenda gezet in Vlaanderen en Nederland en heb er ook de Europese commissarissen over aangeschreven.'
Taalkwesties
U hebt ook intensief op internationale samenwerking ingezet. Dat debat rond internationalisering hangt ook samen met verengelsing van het hoger onderwijs. Speelt dat debat even fel in Nederland als in Vlaanderen?
'Omwille van de historische taalstrijd tussen Frans en Nederlands in België, denk ik dat het in Vlaanderen nog iets gevoeliger ligt. Maar er speelt natuurlijk ook iets universeels: de taalvaardigheid. Als personen het Engels niet machtig zijn of tweetalig zijn in andere talen, dreigt een Engelse opleiding de drempel heel hoog te leggen. Dat speelt ook in Nederland.'
Wat is uw visie?
'Ik ben heel gevoelig voor die kwestie. Naar mijn mening kan je Engelstalige masteropleidingen wel verdedigen omdat er veel Engelstalige onderzoeksliteratuur bestaat. Bovendien zorgt een Engelstalige opleiding ook voor meerdere visies in een opleiding. Dat vind ik in een universitaire context ontzettend belangrijk. Maar in bacheloropleidingen moet er wel altijd een Nederlandstalige optie zijn.'
Leuven, sweet Leuven
Hoe voelt het om na negen jaar weer in Leuven te landen?
'In die periode kwam ik in de weekends wel altijd naar huis, maar ik ben blij dat ik nu weer écht thuis ben. Het is wel nog even wennen, maar ik vind het fijn dat ik hier nog iets kan betekenen aan de universiteit.'
U hebt ervaring opgedaan in Nederland, maar zetelt nu in de Raad van bestuur aan de KU Leuven. Neemt u ervaringen uit Nederland mee?
'In Nederland is iedereen zeer direct, wat de communicatie soms vergemakkelijkt: je moet niet gaan zoeken naar wat iemand bedoelt. Dat kan soms moeilijk zijn, maar ook zorgen voor open gesprekken. Ik ben nu zelf ook iets directer dan vroeger, maar natuurlijk zonder mensen te schofferen of tegen de schenen te schoppen.'
En merkt u ook verschillen in bestuursstijl?
'Wat mij het meest opviel, is dat Nederlanders bij een besluit ook meteen beslissen over de implementatie. In Vlaanderen gebeurt dat minder uitgesproken. Dat heeft voor- en nadelen: in Nederland is het besluit dan al heel doordacht, maar in België zit het niet in een keurslijf.'
Mist u Amsterdam?
'Nee. Die aanstelling in Amsterdam is het mooiste wat mij overkomen is en ik ben tevreden met wat ik heb gedaan. Maar ik ben blij dat ik nu meer thuis kan zijn. Ik kan genieten van mijn gezin en kleinkinderen en ben heel blij dat ik hier en daar nog iets kleins kan bijdragen.'