INTERVIEW PETER ADRIAENSSENS

'Grensoverschrijdend gedrag is er of het is er niet: er is geen grijze zone'

Psychiater Peter Adriaenssens duidt waarom universiteiten kwetsbaar zijn voor grensoverschrijdend gedrag: 'Wij zijn de eerste generatie die over deze thema's praat. Dat betekent ook dat wij nog knoeien in hoe we hiermee overweg moeten.'

Gepubliceerd Laatst geüpdatet

Bijna drie jaar nadat de bom rond grensoverschrijdend gedrag barstte, nam het hoger onderwijs al verschillende stappen in de strijd tegen die problematiek. Er volgde een vernieuwd tuchtreglement voor personeel aan de KU Leuven, meldingen werden gecentraliseerd en op Vlaams niveau volgde er een extern meldpunt in de schoot van het Vlaams mensenrechten­instituut.

Kinder- en jeugdpsychiater Peter Adriaenssens laat zijn licht schijnen op de reden waarom universiteiten zo kwetsbaar zijn voor deze problematiek: 'Grensoverschrijdend gedrag is er, of het is er niet. Er is geen grijze zone.' Adriaenssens was hoogleraar aan de KU Leuven en kliniekhoofd kinderpsychiatrie in het UZ Leuven. In 2010 werd hij voorzitter van de Commissie Seksueel Misbruik in een pastorale relatie.  

Waarom komt grensoverschrijdend gedrag aan de universiteit zo vaak voor? 
Peter Adriaenssens: 'Ik betwijfel of het vaker voorkomt dan in andere organisaties, maar het komt meer onder de aandacht omdat een universiteit natuurlijk een publieke instelling is. Alle organisaties met een strikte hiërarchie waarin mensen zich moeten opwerken en die lang gedomineerd werden door mannen, zijn voedingsbodems voor grensoverschrijdend gedrag. Of het dan om de Kerk, sportorganisaties of een universiteit gaat, maakt niet uit.'

'Die factoren moeten aangepakt worden. Zolang je in een systeem zit waarin iemand zich moet opwerken in de hiërarchie, moet je heel moedig zijn om je verhaal naar buiten te brengen. Je weet dat dat je je eigen carrière in gevaar kan brengen en zult dan meer geneigd zijn om te zwijgen.'

'Het is daarom erg belangrijk dat wanneer het tot een klacht komt, de vertrouwens­personen hun werk kunnen doen. Als een rector dan tuchtrechtelijk tussenkomt, wordt er weer teruggevallen op de hiërarchie. Maar die is net deel van het probleem.'

Welke rol ligt er dan voor een rector weggelegd?
'Een rector moet ruimte creëren in de organisatie en voor zuurstof zorgen, zodat er een sfeer van vertrouwen is die uitnodigt om te praten. Universiteiten moeten dan ook geen schaamte tonen wanneer er een melding naar buiten komt, maar fier zijn. Daar is een attitudeverandering voor nodig.'

'We zijn de eerste generatie die rond deze thema's werkt en de woorden grens­overschrijdend gedrag en seksueel misbruik in de mond neemt. Dat betekent ook dat we nog knoeien en daar moet een zekere mildheid voor zijn. We komen uit een geschiedenis met andere en mistige tradities, maar we zoeken onze weg.'

Moeten de machtsstructuren aan de universiteit dan aangepast worden aan deze tijd?
'Die zijn historisch gegroeid natuurlijk. We moeten naar een sfeer waarin er respect is voor personen met wie we samenwerken en waar geen angst heerst. Daarvoor moeten vertrouwenspersonen zichtbaar zijn en moet er nog meer aandacht zijn voor onafhankelijke meldpunten, zodat slachtoffers niet afhankelijk zijn van de eigen organisatie.'

Professoren hebben veel zelfstandigheid en autonomie. Is dat deel van het probleem?
'Het probleem is vooral dat de weg daar naartoe zeer lang is. Eens je in die positie zit is het niet gemakkelijk om dat te herdenken en je af te vragen: "Hoe zouden we dat laagdrempeliger kunnen inrichten?". Wie in de universitaire hiërarchie opklimt, is bovendien vaak erg bedreven in het eigen vakgebied, maar daarom ben je nog niet voorbereid op leiderschap.'

'Er moet dan ook meer ingezet worden op het opleiden van diensthoofden, decanen of doctoraatsbegeleiders om die facetten van de functie onder de knie te krijgen. Je moet hen aanleren wat we vandaag als grenzen beschouwen. Vele docenten kregen zelf ook vaak te kampen met onderdrukking en vernedering, maar toen maakte niemand zich daar zorgen over.'

'Belangrijker dan het compleet herzien van de structuur, is dat we iedereen betrekken bij het gesprek daarover. Daarbij heb je nood aan een genderdiverse leiding, die ook bestaat uit verschillende leeftijden en achtergronden die daar samen over moeten nadenken.'

Staan verschillende generaties anders in dat debat?
'Jongeren treden overal scherper op tegen grensoverschrijdend gedrag en zijn daar meer alert voor. Oudere mensen hameren dan weer voornamelijk op respect voor gezag en procedures. Dat is een belangrijk debat dat gevoerd moet worden en waarbij ook iedereen zijn zeg moet kunnen doen, zonder angst voor repercussies.'

Vrouwen maken dan weer vaker melding van grensoverschrijdend gedrag dan mannen. Is er sprake van onderrapportering bij mannen?
'Bij mannen wordt het nog veel meer als een zwakte gezien. "Als je van plan bent om leidinggevende te worden, zal je wel tegen meer moeten kunnen dan dat", wordt er dan gezegd. Het misbruik in de Kerk heeft ons voor het eerst geconfronteerd met getuigenissen van mannelijke slachtoffers. Vermoedelijk zijn er meer mannen dan we denken slachtoffer van emotioneel geweld, maar dat aantal blijft lager dan bij vrouwen.'

Bij veel casussen van grens­overschrijdend gedrag klinkt het dat collega's al wel langer iets vermoedden, maar dat er toch pas laat ingegrepen wordt. Hoe kan dat verklaard worden?
'Dat is een typisch verhaal, melden vraagt moed. Je baseert je vaak niet op flagrante bewijzen, maar eerder op een aanvoelen of iets gezien hebben. De meeste zaken kunnen ook maar aangetoond worden als er meerdere getuigen zijn. Daarom is het belangrijk dat leidinggevenden een actieve oproep doen om te melden, met begrip voor de moed die daarvoor nodig is.'

'Dat zijn zaken die echt veroorzaakt worden door het feit dat wij de eerste generatie zijn die hiermee bezig is. Velen onder ons zijn nog opgevoed om de zwijgende Vlaming te zijn. We pakken graag uit met het mooie nieuws uit onze afdeling en organisatie, maar hebben geleerd om onze mond te houden over wat minder goed gaat.'

Hoe belangrijk is de rol van macht bij grensoverschrijdend gedrag?
'Het jammere is dat macht werkt. Als je snel vooruit wil geraken, dan kan dat door anderen te bedreigen. Een beleid dat niet gebaseerd is op machtsuitoefening is complexer. Op het ogenblik dat je er niet meer vanuit gaat dat de ander moet luisteren omdat jij dat zegt, moet je bemiddelen en een middenweg zoeken. Dat is moeilijker dan macht gebruiken. Maar we moeten toch kiezen voor die complexiteit.'

'Er wordt vaak negatief gesproken over complexe omstandigheden, maar het echte leven is nu eenmaal complex. Er mag ook fierheid zijn over hoe we daarmee durven om te gaan. Macht moet je vervangen door gezag, en dat kan door wederzijds respect.'

De boutade zegt dat macht corrumpeert. Hoezeer gaat die stelling op?
'We mogen zeker niet veralgemenen. Er zijn ook veel eerlijke en correcte bazen, maar er blijft een zeker risico. Daarom moeten we meer inzetten op preventie. We mogen het niet langer evident vinden dat iemand van de ene op de andere dag macht krijgt, maar moeten eerder een traject opstarten waarbij die persoon daarop wordt voorbereid. Mensen misbruiken macht ook omdat ze overspoeld worden met opdrachten en daarom voor de kortste weg kiezen. En dat gebeurt dan vaak via een autoritaire leidersstijl.'

Welke groepen zijn extra kwetsbaar voor grensoverschrijdend gedrag aan een universiteit? LGBTQIA+-studenten en internationals zouden er bijvoorbeeld sneller mee in aanraking komen.
'Dat klopt, maar tegelijkertijd moeten we de blik afwenden van het collectief. Iedere student kan kwetsbaar zijn. Er zijn mensen met zichtbare kwetsbaarheid, maar veel mensen dragen ook een innerlijke kwetsbaarheid. We moeten beleid maken voor iedereen. Een beleid gebaseerd op groepen, is gegarandeerd blind voor andere individuen.'

'Iedereen kan kwetsbaarheid verbergen, de kwetsbare leeft tussen ons. Maar tegelijkertijd is kwetsbaarheid ook een gave. Het is door ons ervan bewust te zijn dat ook wij kwetsbaar kunnen zijn, dat we gemotiveerd worden om ervoor te zorgen dat het beleid tegenover de kwetsbare verbetert.'

Is er een evolutie in het tonen van die kwetsbaarheid? Jongeren durven vandaag makkelijker praten over mentale problemen.
'Absoluut. Een heel belangrijk teken daarvan is dat we nu al zien dat kinderen in de kleuterschool of op de lagere school niet meer bang zijn voor volwassenen. Ze durven zeggen dat ze niet akkoord gaan met wat volwassenen zeggen. Ook in het hoger onderwijs klagen professoren aan dat studenten niet meer muisstil zijn of hun grenzen durven aangeven.'

'Dat zijn tekenen van een gewijzigde relatie. Er is geen reden meer om bang te zijn voor elkaar, maar we moeten het wel mogelijk blijven maken om samen te werken. Grenzen aangeven is geen teken van zwakte, maar van transparantie.'

Powered by Labrador CMS